Boullier verdedigt positie bij McLaren

De MCL33 van McLaren is mede dankzij de Renault-motor betrouwbaarder dan de wagen van vorig jaar met een Honda, maar met het chassis heeft het team geen stap vooruit gezet tegenover de concurrentie. Het kon in de eerste vijf races profiteren van opgaves van andere teams en zo veertig punten sprokkelen, maar op pure snelheid is McLaren ongeveer het zesde team na de drie topteams, Haas en Renault.

Dat het ook achter de schermen rommelt, is duidelijk door het vertrek van technisch directeur Tim Goss. De herstructurering lijkt nog niet afgelopen, want teambaas Eric Boullier wilde in Barcelona niet veel kwijt over de technische structuur van het team. “Ik wil niet te veel commentaar geven op wat we doen”, vertelde Boullier. "Het is normaal dat een Formule 1-team constant bekijkt hoe het beter en efficiënter kan werken. Iedereen verwacht veel van McLaren.”

Aan zijn eigen positie twijfelt Boullier niet. "Ik heb in mijn leven al veel ervaring met managen, opbouwen en herstructureren bij enkele teams”, legde hij uit. "Ik heb met alle teams gewonnen in elke categorie. Ik denk dat ik mijn job ken. We hebben op alle niveau’s sterke leiders nodig met vlotte communicatie, efficiëntie en flexibiliteit. We moeten er nu voor zorgen dat we resultaten afleveren.”

Om die resultaten te leveren is er geen wonderpil. McLaren moet simpelweg hard werken om de wagen aerodynamisch efficiënter en mechanisch meer voorspelbaar te maken. “Ik hoef geen orders te geven”, vervolgt Boullier. “We weten wat we moeten doen. We moesten onze betrouwbaarheid en onze prestaties verbeteren. We hebben nu enkele andere teams met dezelfde motor, dus we hebben al zeker enkele referenties. Er is nog een lange weg te gaan en Barcelona was een eerste stap in de goede richting.”