Interview

Exclusief interview met Antonio Giovinazzi: "Ik heb de mooiste baan ter wereld"

Met dank aan Antonio Giovinazzi is Italië voor het eerst sinds 2011 weer een heel seizoen vertegenwoordigd in de Formule 1. Motorsport.com-journalist Roberto Chinchero sprak met de 25-jarige coureur uit Martina France in de Alfa Romeo Racing-fabriek in het Zwitserse Hinwil.

Antonio Giovinazzi, Sauber

Foto door: Mark Sutton / Motorsport Images

Antonio Giovinazzi, Sauber
Antonio Giovinazzi, Sauber C37
Antonio Giovinazzi, Sauber C37
Antonio Giovinazzi, Sauber
Antonio Giovinazzi, Sauber C37
Antonio Giovinazzi, Sauber C37
Antonio Giovinazzi, Sauber
Antonio Giovinazzi, Sauber C37
Antonio Giovinazzi, Sauber F1 Team
Antonio Giovinazzi, Sauber C37
Antonio Giovinazzi, Sauber
Antonio Giovinazzi, Ferrari SF71H
Antonio Giovinazzi, Ferrari
Antonio Giovinazzi, Ferrari SF71H
Antonio Giovinazzi, Ferrari
Antonio Giovinazzi, Sauber C37
Antonio Giovinazzi, Sauber
Antonio Giovinazzi, Sauber C37
Marcus Ericsson, Sauber C37
Antonio Giovinazzi, Sauber
Antonio Giovinazzi, Sauber C37
Antonio Giovinazzi, Sauber
Antonio Giovinazzi, Sauber C37
Antonio Giovinazzi, Sauber
Antonio Giovinazzi, Sauber C37
Antonio Giovinazzi, Sauber
Antonio Giovinazzi, Sauber C37
Antonio Giovinazzi, Sauber

Na zeven jaar rijdt er weer een Italiaan voltijd mee in de Formule 1. Had je ooit gedacht dat jij degene zou zijn die een einde zou maken aan die periode?
“Ik ben blij dat ik diegene ben, ik zou liegen als ik dat niet zou zeggen. Eind 2016, nadat ik tweede was geworden in de GP2 Series, begon ik er wel in te geloven. Ik kreeg een contract bij Ferrari en vervolgens mocht ik twee races voor Sauber rijden als vervanger van Pascal Wehrlein. Daarna ben ik nog anderhalf jaar lang derde coureur geweest. Dat was niet altijd makkelijk. Af en toe vond ik het wel zwaar om snel genoeg te zijn, maar toch niet die laatste stap te kunnen zetten. Maar nu is alles goed: ik maak nu deel uit van de ‘magnifici venti’, de magnifieke twintig. Het maakt me zeer trots en blij dat dankzij mij de Italiaanse vlag terug is op de Formule 1-grid.”

Voor jonge coureurs is het erg moeilijk om een kans te krijgen in de Formule 1, laat staan een tweede kans. Ben je ooit bang geweest dat de twee races die je in 2017 hebt gereden, je enigen zouden zijn in de Formule 1?
“Wel een beetje, ja. Je gaat daar wel over nadenken, laat ik het zo zeggen. Maar die eerste race in 2017 was geen echte kans. Ik maakte mijn debuut in Melbourne, nadat ik op zaterdagochtend was opgeroepen. Ik werd in de auto gezet terwijl ik het circuit niet kende en zonder de gebruikelijke voorbereiding voor een weekend. Het was een vreemd gevoel. Ik kende zowel de auto als het team niet. Ik zat ineens bij technische briefings en mediasessies, en in een heel andere wereld dan ik gewend was van de GP2. Maar toen ik eenmaal onder de finishvlag door was, was ik erg blij.”

Lees ook:

Jij bent het levende bewijs dat je ook nog steeds in de F1 kunt komen zonder dat je een kapitaalkrachtige familie achter je hebt staan. Was is er vandaag de dag voor nodig om er zonder geld te komen?
“Een ding is daarbij fundamenteel: steun van je familie. En dan heb ik het niet over financiële steun. Je begint op zo'n jonge leeftijd met karten dat je wel ondersteuning van je ouders nodig hebt. Zonder hen zou je niet eens op het circuit komen! Het belangrijkste is dat ze in je geloven en dat je vastberaden bent. Hoe verder je komt, hoe beter je begint door te krijgen hoe lastig het wel eigenlijk niet is om in de Formule 1 te komen. Maar ik bleef vastberaden en ben er altijd in blijven geloven. Het was niet altijd makkelijk. En daarnaast heb je een beetje geluk nodig.”

Geloof je in geluk?
“Misschien kan ik beter zegen: deuren die ineens voor je opengaan. Een serie ontmoetingen heeft mij gebracht waar ik nu ben. Op sommige momenten stond er weinig meer op de rol, maar kwam er toch nog een kans.”

Kun je ons iets meer vertellen over die ontmoetingen?
“Zeker! In de karting had ik niet voldoende geld om de sprong te maken van de mini-kart naar de volgende categorie, de KF3, en om daarin internationale kampioenschappen te gaan rijden. William Santini van Top Kart hielp me uit de brand. Hij zorgde ervoor dat ik een van hun officiële rijders werd en behandelde me als een zoon. Dat was de eerste ontmoeting die cruciaal was om hier te komen.”

En de volgende?
“Bij Top Kart leerde ik Sean Gelael kennen. Zijn vader Ricardo vroeg me of ik een soort van coach voor zijn zoon kon zijn, omdat hij nog wat ervaring miste. En toen Sean de overstap maakte van de karting naar de eenzitters, kreeg ik een aanbieding om mee te gaan. Ik kon het haast niet geloven! Ik was ervan overtuigd dat ik niet verder zou komen dan de karting. Maar zo ineens reed ik in Azië in het Formule Abarth-kampioenschap, dat ik wist te winnen. Ricardo vroeg me wat ik als beloning hiervoor wilde hebben en ik herinner me dat hij aan een computer zat te denken.”

En wat was je antwoord?
“Mijn antwoord was ik graag een race wilde doen in de Italiaanse Formule Abarth, omdat men in Europa mijn overwinningen in Azië als gemakkelijke successen zag. En zo stond ik opeens aan de start in Monza voor de laatste race in het Europees kampioenschap. Dat weekend won ik twee van de drie races, terwijl ik in één van die races ook nog van de laatste plaats terug moest komen. Dat was een mooi moment, ik had wraak genomen. Vervolgens, en nog steeds met hulp van Gelael, maakte ik de stap naar de Formule 3. Ik kwam bij Double R Racing terecht, het team van Kimi Raikkonen, mijn huidige teamgenoot, en zijn manager Steve Robertson. In mijn eerste seizoen werd ik tweede in het Brits Formule 3-kampioenschap en een jaar later werd ik opnieuw tweede in het Europees kampioenschap.”

Daarna leek je onderweg naar een auto met een dak.
“Audi wilde me graag in de DTM hebben. Ik was heel blij met die kans, maar vervolgens ging die deur dicht. Het dieselschandaal brak uit en Audi maakte een einde aan het LMP1-programma. Verschillende coureurs die Audi al onder contract had staan, werden in de DTM ondergebracht. En zo stond ik ineens met lege handen. Terug naar de Formule 3 was niet mogelijk, omdat er een limiet van drie seizoenen was geïntroduceerd.”

Het zag er dus even somber voor je uit.
“Eind 2015 besloot ik de hulp in te schakelen van Enrico Zanarini, een zeer ervaren manager. In januari 2016 was ik in Thailand voor een LMP2-race met Sean Gelael, en daar kreeg ik van zijn vader Ricardo te horen dat hij me wel nog een seizoen wilde steunen. Vervolgens nam Enrico meteen contact op met Prema en kwam ik in de GP2 terecht, waar ik de teamgenoot werd van Pierre Gasly. Prema debuteerde dat jaar in deze klasse, maar ik had het volste vertrouwen in het team. Ik wist wat ze in hun mars hadden aangezien ik in de Formule 3 tegen ze had gereden.”

En 2016 werd vervolgens een topjaar.
“Ik deed tot en met de laatste race mee voor het kampioenschap. Mijn teamgenoot won uiteindelijk, maar aan het begin van het jaar had ik gelijk getekend voor zo’n seizoen. Pierre had al een jaar ervaring in het kampioenschap, wat in de GP2 van grote waarde is, en bleek een ijzersterke tegenstander, maar alles bij elkaar was het een fantastisch jaar. Ik won twee jaar races vanaf de laatste startpositie. Ik had me goed in de kijker gereden.”

Zelfs zo goed dat…
“Zelfs zo goed dat ik aan het einde van het jaar een belletje kreeg van Sergio Marchionne [de in 2018 overleden Ferrari-president]. Opnieuw ging er een deur open en nu ben ik hier. Het gaat er echter niet alleen om dat je kansen krijgt, het gaat er ook om dat je ze benut. Als ik dat niet had gedaan, was ik hier nu niet geweest.”

Wat was het minst prettige moment in je loopbaan?
“China 2017, zonder twijfel. En dan heb ik het over de dagen na de race. Ik maakte daar twee fouten en ik was me er heel goed van bewust dat kansen in de Formule 1 zeer spaarzaam zijn. Voor het eerst had ik het gevoel dat ik een kans had laten liggen. Ik was niet tevreden over mezelf. Ik had daar zoveel meer kunnen laten zien. Na dat weekend keerde Wehrlein terug in de auto, wat ook de planning was, dus ik kreeg niet de kans om aan te tonen dat ik niet de coureur was die iedereen in Shanghai had gezien. Ik bleef daardoor heel lang die rijder die twee keer gecrasht was in China.”

Hoe lang bleef dat vervelende gevoel hangen?
“Na de nodige zelfkritiek ben ik me op mezelf gaan concentreren. Ik deed twee jaar lang mijn uiterste best om degenen die vertrouwen in mij hadden getoond, terug te betalen door zo hard mogelijk te werken. Ik zat op de reservebank, maar was altijd goed voorbereid. En ik ben blij dat dit harde werken zich heeft uitbetaald. Maar ik realiseer me ook dat mijn rol bij Alfa Romeo Racing niet het eindpunt is maar het beginpunt. Ik moet nu op het circuit gaan bewijzen dat ik deze kans verdien. Er zijn maar twintig plekken in de Formule 1 en slechts een paar zijn echt zeker van hun plek.”

Met welke felicitatie was je het meest blij, nadat je als coureur bij Alfa Romeo Racing was bevestigd?
“Meteen nadat ik het contract had getekend, belde ik mijn vader, die op dat moment bij de rest van de familie zat. Ik zei: ‘Pap, het is ons gelukt.’ Hij barstte in tranen uit. Mijn moeder riep vervolgens: ‘Bel ons later terug en dan kunnen we rustig praten!’ Dat moment zal ik nooit vergeten. Ik ben daarna door Maurizio Arrivabene gebeld en kreeg gelukswensen van Mattia Binotto en vele andere mensen bij Ferrari die mij de afgelopen twee jaar hebben gesteund.”

Collega-coureurs?
“Gasly, meteen erna. We zijn na 2016 altijd met elkaar in contact gebleven. We hebben elkaar heel hoog zitten. Ik heb hem gefeliciteerd met zijn overgang naar Red Bull Racing en hij deed dus hetzelfde zodra hij had gehoord van mijn deal met Alfa Romeo. Behalve Pierre zijn er niet veel andere coureurs geweest die mij hebben gefeliciteerd...”

Kun je bevriend zijn met andere coureurs?
“Sinds de karting heb ik nooit geloofd in vriendschappen met andere coureurs, maar er zijn natuurlijk altijd uitzonderingen. Er zijn maar een paar coureurs die ik als vriend beschouw, en een van hen is Pierre. Ik heb veel van hem geleerd tijdens het jaar dat we teamgenoten waren, vooral van zijn prestaties in de kwalificaties. We hebben altijd respect naar elkaar getoond, ook al waren we met elkaar voor de titel aan het vechten. Volgens mij zie je dat niet heel vaak.”

Na zeven jaar heeft Italië weer een Formule 1-coureur. Enig idee waarom het zo lang heeft geduurd?
“Dit is een ingewikkelde kwestie. Ik denk dat er in de karting al een selectie plaatsvindt op basis van de financiële middelen waarover iemand beschikt. In de mini-kart loopt genoeg Italiaans talent rond dat de potentie heeft om het ver te schoppen, maar de stap naar de volgende categorie en het meedoen aan internationale evenementen kost erg veel geld. Niet iedereen kan dat betalen. Maar als je je goed laat zien, kunnen er zich nog steeds kansen voordoen.”

Waarmee zou je tevreden zijn aan het einde van dit jaar? Welke doelen heb je jezelf gesteld?
“We weten nog niets over de potentie van de auto, maar als ik naar mezelf kijk, is het belangrijk om elke race te groeien. Ik heb het geluk dat ik Kimi als teamgenoot heb. Dat ik mezelf met hem kan vergelijken, zal erg leerzaam zijn.”

Heb je Kimi al gesproken?
“In de laatste paar maanden al meer dan over de afgelopen twee jaar bij Ferrari!"

Het team heeft net zijn naam veranderd van Sauber naar Alfa Romeo.
“Alfa Romeo is een naam met een enorme historie. Ik ben trots dat ik ambassadeur mag zijn voor zo’n groot merk. Overal ter wereld kom je Alfafisti tegen en ik heb al een paar keer meegemaakt dat een fan zijn tattoo van de ‘Biscione’ aan mij liet zien!”

Lewis Hamilton heeft zich naarmate hij meer successen behaalde steeds meer een andere levensstijl aangemeten, terwijl Sebastian Vettel zich niet heel anders is gaan gedragen. Mocht jij ook zo succesvol worden, welke kant ga jij dan op? Meer de kant van Lewis of meer de kant van Seb?
“Over de jaren ben ik nooit vergeten waar ik vandaan ben gekomen en wat mijn roots zijn. Zelfs niet een seconde. Iedereen heeft het recht om alles op zijn eigen manier te doen en ik denk dat je daar altijd respect voor moet hebben, maar persoonlijk geef ik meer de voorkeur aan de kant van Seb.”

Houdt dat ook in dat je een meer gereserveerd persoon bent?
“Ik ben professioneel autocoureur. Het circuit is mijn kantoor. Normaal gezien neemt iemand ook niet zijn partner mee naar het werk. Ik breng mijn vrije tijd graag door met de mensen om wie ik geef, maar doe dat dus elders. Op het circuit wil ik volledig gefocust kunnen zijn op mijn werk, aangezien ik de mooiste baan ter wereld heb en ik er altijd van gedroomd heb om dit te doen.”

Interview door Roberto Chinchero

Sluit je aan bij de Motorsport community

Praat mee
Vorig artikel Leclerc kan Vettel tot grotere hoogten stuwen, denkt Horner
Volgend artikel Grosjean blij met gewichtsvrijheid F1: "Beter voor gezondheid"

Beste reacties

Er zijn nog geen reacties. Wil je er één schrijven?

Meld je gratis aan

  • Snel toegang tot je favoriete artikelen

  • Stel alerts in voor breaking news en je favoriete coureurs

  • Laat je horen met de reactiemodule

Motorsport prime

Ontdek premium content
Abonneer

Editie

Nederland