Analyse

Analyse: Vijf verliezers van de eerste seizoenshelft in F1

Het Formule 1-circus is na het spektakelstuk in Hongarije toe aan een welverdiende zomerstop. Maar hoe hebben de matadoren in de eerste helft van dit jaar gepresteerd? Motorsport.com maakt de balans op met de voornaamste winnaars en verliezers, met in deel één: vijf verliezers van de eerste seizoenshelft.

Valtteri Bottas, Mercedes W12, klimt uit zijn beschadigde auto na crash bij de start

Valtteri Bottas, Mercedes W12, klimt uit zijn beschadigde auto na crash bij de start

Jerry Andre / Motorsport Images

Valtteri Bottas

Ieder jaar tellen we er weer vrolijk een cijfertje bij op. Van Valtteri 1.0 zijn we inmiddels al bij de drie aanbeland, en wellicht is mij nog een nummertje ontgaan. Of er in dienst van Mercedes nog eentje bij gaat komen, valt zeer te bezien. Wel hebben de eerste maanden duidelijk gemaakt dat 2021 wederom niet het jaar van Valtteri Bottas gaat worden. De Fin houdt zichzelf ieder jaar voor dat hij kan afrekenen met teamgenoot Lewis Hamilton in een titelstrijd – en dat moet je als topsporter ook doen – maar het blijkt keer op keer ijdele hoop. Valtteri is en blijft nou eenmaal een ideale tweede man, de ideale wing-man zoals Toto Wolff zich al eens liet ontglippen. Op zich is daar niets mis mee, er valt immers een meer dan behoorlijke boterham mee te verdienen en als teamplayer doet Bottas het prima. Maar hij wil zelf zo graag meer en derhalve dienen wij hem ook langs die meetlat te beoordelen.

In dat licht bezien is de eerste seizoenshelft ondermaats te noemen. Geen enkele overwinning en slechts één pole-position in elf races. Dat hij in de titelstrijd een McLaren voor zich moet dulden in de strijd om P3 en maar liefst 87 punten achter zijn teamgenoot staat, zegt voldoende. Voor Sergio Perez is de achterstand op Max Verstappen niet veel kleiner, maar hij is nieuw in het team en aanpassing vergt nou eenmaal tijd. Voor Bottas gelden die verzachtende omstandigheden niet en mag er meer worden verwacht. Als Mercedes het enige logische besluit neemt en voor George Russell kiest in 2022, dan lijkt de droom van Bottas om ooit F1-wereldkampioen te worden vervlogen. In dat geval zal hij de boeken ingaan als een soort Rubens Barrichello: een ideale tweede rijder, maar niet de veelwinnaar die hij zelf zo graag wil zijn. De statistiek dat hij in vierenhalf jaar bij Mercedes slechts negen keer heeft gewonnen, spreekt boekdelen.

Daniel Ricciardo

Toen Daniel Ricciardo zijn krabbel onder een McLaren-contract zette, waren de verwachtingen hooggespannen. Het Britse team zit al langer in de lift met het eigen chassis en kan vanaf dit jaar rekenen op Mercedes-power. Ricciardo is op zijn beurt één van de beste inhalers van het veld en staat nog altijd te boek als snel over één ronde. Dus ja, wat zou er mogelijk zijn als je al die ingrediënten eens bij elkaar gooit? Analisten spraken voor dit seizoen van een outsider in de titelstrijd en van het aanvallen van zijn oude werkgever Red Bull Racing. Maar in de praktijk nog niets van dit alles. Sterker nog: na elf races bivakkeert Ricciardo tamelijk kleurloos in de middenmoot, op een negende stek om precies te zijn.

Het beeld na afloop van de Hongaarse Grand Prix is eigenlijk typerend voor zijn seizoen tot nu toe. Ricciardo klom na een teleurstellende zondag half uit zijn auto, nam daarna een moment van reflectie en liet zijn hoofd terneergeslagen op de halo rusten. Het leek een mix van teleurstelling en gelatenheid uit te beelden. De doorgaans goedlachse man uit Perth noemde het: “The sad new reality.” Natuurlijk moet hierbij worden aangetekend dat zijn auto in Hongarije zwaar beschadigd was en dat die race niet representatief is. Maar los daarvan gaat het nog niet van een leien dakje. Ricciardo heeft naar eigen zeggen moeite om zich aan te passen aan de McLaren en wordt overvleugeld door zijn jongere teamgenoot. Waar de Australiër P5 heeft staan als beste resultaat, mocht Lando Norris al tweemaal naar het podium en finishte hij – houd u vast – vijf maal in de top-vijf. Volgend jaar kan alles door het nieuwe reglement anders zijn, maar vast staat dat Ricciardo zijn eerste maanden in het papaya-oranje anders had voorgesteld.

Aston Martin

Anders voorgesteld had Aston Martin de eerste maanden van dit seizoen ook zeer zeker. Niet voor niets wilde Sebastian Vettel zijn carrière juist hier nieuw leven inblazen. Het merk Aston Martin was wel leuk, maar hij dacht vooral aan oogsten met de replica-Mercedes. Hij wilde ermee voor podiumplekken strijden en – eerlijk is eerlijk – met twee bezoekjes aan het ereschavot valt dat niet eens tegen. Maar goed, het is geen geheim dat teambaas Otmar Szafnauer zich veel meer van 2021 had voorgesteld. Vorig jaar greep zijn formatie net naast P3 bij de constructeurs, maar dit jaar speelt zijn team geen enkele rol in dat gevecht. Aston Martin heeft na Vettels diskwalificatie 48 punten op zak en dat zijn er welgeteld 115 minder dan McLaren en Ferrari. Een schrikbarend verschil voor de mannen in het British Racing Green.

De achteruitgang is volgens de kopstukken volledig toe te schrijven aan het technische reglement. Zo is de vloer voorafgaand aan dit seizoen aangepakt en ziet Szafnauer dat als een regelrechte aanval op Mercedes en in het kielzog daarvan ook op Aston Martin. De teambaas heeft met een hoop stampij verhaal gehaald bij de FIA en wilde de veranderingen in eerste instantie nog aanvechten, maar tevergeefs. Er zit weinig anders op dan het verlies nemen en erkennen dat de Mercedes-kopie onder de huidige regelgeving een stuk minder effectief is dan vorig jaar. Het verhaal kent trouwens ook enige ironie. Zo reed Racing Point vroeger nog met een hoge rake en is dat ingeruild concept voor een lage rake om Mercedes te kunnen kopiëren.  Drie keer raden welke filosofie meer last heeft van de aangepaste vloer? Juist ja…

Tekst gaat verder onder de foto:

 

Alfa Romeo

Waar het fabrieksteam van Ferrari de weg omhoog i ingeslagen en aan de andere kant van deze rubriek aan bod komt, gaat het de klantenteams nog niet voor de wind. Vorig jaar werd veel van die malaise op de inferieure Ferrari-motor gegooid. Maar inmiddels is duidelijk dat de problemen dieper zitten. Zo is de krachtbron van Ferrari aanmerkelijk verbeterd, maar worstelt Alfa Romeo nog steeds. Of eigenlijk moeten we zeggen: worstelt Alfa Romeo nog meer dan vorig jaar. Waar er vorig seizoen acht punten zijn verzameld in zeventien races, staat de teller dit jaar na elf krachtmetingen op slechts drie. De motor is verbeterd, het resultaat nog niet.

Het geeft aan dat de manschappen van Frederic Vasseur met het chassis en het aerodynamische pakket ook nog werk aan de winkel hebben. Niet voor niets heeft Kimi Raikkonen laten optekenen dat het team moet worden ‘wakkergeschud’. Het bevat een kern van waarheid, al moeten we toevoegen dat de coureurs ook bepaald geen wonderen verrichten. Raikkonen is met zijn ervaring nog altijd van belang, maar lijkt steeds minder in staat om heldendaden te laten zien. Het overigens geen schande gezien zijn leeftijd en imposante carrière, waarvoor niets dan respect. Grijze muis Antonio Giovinazzi is evenmin in staat om voor die heldendaden te zorgen. Zo heeft de Italiaan zich ontegenzeggelijk verbeterd en zegt het best iets dat hij 8-3 voor staat in het kwalificatieduel, maar hoogstaand is het verder niet. Met de Franse groeibriljant Theo Pourchaire komt er wel een groot talent aan voor Alfa, al krijgt iedere coureur in dat team met realiteit van dit moment te maken: in deze auto vallen er maar weinig potten te breken.

Haas

Dat laatste geldt nog meer voor een ander klantenteam van Ferrari: Haas. De Amerikaanse brigade sprak voor dit seizoen alvast de vrees uit dat 2021 een behoorlijk zwaar jaar zou worden en die voorspelling is werkelijkheid geworden. Met twee rookies en de focus al volledig op 2022 is dat geen verrassing te noemen. Zo liet teambaas Guenther Steiner al voor aanvang van het seizoen weten dat er geen enkele update zou komen. Haas heeft een auto op de grond gezet bij de wintertest in Bahrein en daar moeten de coureurs het maar mee doen. Die keuze valt op zich wel te rechtvaardigen en ook te begrijpen. Dit jaar valt er niks te winnen, terwijl de technische omwenteling van 2022 wel een kans biedt om naar voren te komen. Haas wil die kans terecht met beide handen aangrijpen en neemt alle consequenties in 2021 op de koop toe.

Die consequenties zijn dat Haas een kansloze campagne afwerkt. Extra nadeel is dat Williams een significant aantal punten heeft gescoord in Hongarije en dat het Amerikaanse team daardoor het hele jaar met de rode lantaarn zal lopen. Een auto die bijzonder lastig te besturen is, helpt niet en exact hetzelfde geldt voor de coureurs. Dat Mazepin inmiddels de bijnaam Mazespin heeft, zegt genoeg. De voorbije raceweekenden valt het mee met de malaise, al komt dat ook doordat de lat nu bijzonder laag ligt. Mick Schumacher doet het iets beter, al kent ook hij nog de momenten en crashes die bij een rookie horen. Niet voor niets heeft Steiner zijn coureurs recent tot de orde geroepen en laten weten dat het toch echt een tandje minder mag of eigenlijk moet met al die crashes. Iedere euro als het gevolg van schade valt namelijk onder het budgetplafond en doordat het bij Haas ‘alle ballen op 2022’ is, hebben ze liever niet te veel van die onnodige kostenposten. Wie het team in de voorbije maanden aan het werk heeft gezien, begrijpt wel waarom het van cruciaal belang is dat iedere euro goed wordt besteed.

Sluit je aan bij de Motorsport community

Praat mee
Vorig artikel Domenicali bevestigt: "Derde sprintrace vindt plaats in Brazilië"
Volgend artikel Waarom Ferrari’s nieuwe simulator een echte game-changer kan zijn

Beste reacties

Er zijn nog geen reacties. Wil je er één schrijven?

Meld je gratis aan

  • Snel toegang tot je favoriete artikelen

  • Stel alerts in voor breaking news en je favoriete coureurs

  • Laat je horen met de reactiemodule

Motorsport prime

Ontdek premium content
Abonneer

Editie

Nederland