Analyse: Strijd om de toekomst, de F1-spagaat voor 2021

Wie eens rond een moderne Formule 1-auto loopt, kan de technische hoogstandjes nauwelijks meer tellen. De voorvleugels zijn weliswaar versimpeld, maar huis-tuin-en-keuken creaties kunnen we het nog niet noemen. Dat geldt al helemaal voor de bargeboards. Voor technici natuurlijk prachtig, maar het verhaal kent een belangrijke keerzijde. Dergelijke ontwerpen worden namelijk gemaakt om zo hard mogelijk te gaan in zo ideaal mogelijke omstandigheden, en dus getest in een windtunnel. Dit betekent dat de ontwerpen in vrije lucht perfect tot wasdom komen, maar ook dat men in duels - in vuile lucht dus - met de gebakken peren zit.

Juist dat laatste punt is het grote pijnpunt van de voorbije jaren gebleken. Ja we hebben allerlei beklijvende races gezien, maar dat neemt niet weg dat de Formule 1 met een tamelijk structureel probleem kampt. Het devies voor 2021 lijkt dan ook simpel: zorg ervoor dat de auto's beter gedijen in vuile lucht, waardoor fans weer meer en langdurige gevechten zien. Voor Liberty Media en de FIA geldt deze wens ook. Het voorstel dat inmiddels op tafel ligt, is daar ook min of meer een direct gevolg van. Downforce moet vanaf 2021 immers gegenereerd worden middels het grondeffect, waardoor allerlei aerodynamische componenten minder invloedrijk worden. Doordat de neerwaartse druk in het vervolg onder de eigen auto wordt gegenereerd, moet het verschil tussen theorie (vrije lucht) en praktijk (vuile lucht) ook minder groot worden.

So far, so good zou je denken. Nadeel is echter dat er restricties nodig zijn om dit gewenste plaatje af te dwingen. Zo kan men teams niet opnieuw de vrije hand geven op aerodynamisch vlak, want dan zijn we binnen de kortste keren terug bij af. Juist hier begint de schoen voor veel teams te wringen. Noem het een spagaat of duivels dilemma. Want hoewel iedereen inziet dat fans meer en vooral pure (zonder DRS) gevechten verdienen, zijn de hoofdrolspelers niet bereid om allerlei vrijheden op te geven. Of zoals Adrian Newey het met enig cynisme tegenover Motorsport.com verwoordt: "Waarom kopen we dan niet allemaal een Dallara? Dan is het toch ook opgelost?"

Met zijn opmerking raakt Newey het voornaamste punt van zorg: F1 moet geen eenheidsworst worden, dat zou namelijk het fundament onder de sport vandaan halen. "Ik ben absoluut niet voor een soort GP1", verduidelijkt Guenther Steiner namens Haas. "We mogen het DNA van deze sport nooit verliezen. En dat DNA bestaat juist uit een zekere mate van vrijheid." Red Bull en Haas staan bepaald niet alleen in hun zorgen. De meeste teams buitelen over elkaar heen om in alle toonaarden schande te spreken van een eenheidsklasse. "De voorgestelde regels zijn enorm beperkend voor ons. Daardoor zullen de auto's er identiek uitzien. Er blijft maar heel weinig vrijheid over", vult Andrew Green bijvoorbeeld namens Racing Point aan.

Zoeken naar de gulden middenweg

Een standaardklasse mag het dus nooit worden, maar tegelijkertijd blijft de roep om meer gevechten op de baan overeind. Het is met andere woorden zoeken naar de balans tussen beide zaken. En dat is exact één van de redenen dat het proces zo ellendig lang duurt. De FIA wil namelijk best rekening houden met deze wensen van teams, maar slechts tot op zekere hoogte. "Wij willen de aerodynamica wel overeind houden als een vlak waarop teams het verschil kunnen maken. Maar het kan niet zo zijn dat de lol van een beperkt aantal mensen [de ontwerpers] opweegt tegen het complete product dat we fans aanbieden", legt Nikolas Tombazis uit aan Motorsport.com.

Tombazis is vanuit de FIA benoemd tot 'head of single-seater technical matters' en draagt een grote verantwoordelijkheid voor 2021. "We hebben gewoon een aerodynamisch probleem wat betreft het volgen van een andere auto, dat is fundamenteel voor het spektakel dat we fans nu aanbieden", onderstreept hij de urgentie van verandering. Bovendien vindt hij de klachten van teams tot op zekere hoogte overtrokken. "De auto's zullen er echt niet hetzelfde uitzien. Dat hebben we allemaal wel geanalyseerd." Tombazis stelt daarnaast dat de Formule 1 op aerodynamisch vlak iets te ver is doorgeschoten. Ja de technologie moet vooruitstrevend zijn voor straatauto's, maar de Griek betwijfelt of dat tegenwoordig met alle innovaties het geval is. "De auto's zien er indrukwekkend uit, maar het is net alsof je de binnenkant van een horloge bekijkt. Vroeger hadden auto's al deze dingen ook niet en destijds hadden we ook indrukwekkende auto's die passie bij fans losmaakten."

Tombazis stuit met zijn plannen trouwens niet alleen maar op weerstand. Zo zijn McLaren en Renault best te spreken over de voorgestelde richting. "Ze doen bij de FIA wat ze hebben beloofd. Ze willen dat de auto's elkaar beter kunnen volgen en makkelijker kunnen inhalen. Met deze regels hebben ze dat volgens mij geweldig gedaan", komt Renault bij monde van Marcin Budkowski met lof. De soep worden volgens hem ook niet zo heet gegeten als zij wordt opgediend. "Als we de auto's ontwikkelen, belanden we vast ergens tussen het droomscenario en de huidige situatie in." De gulden middenweg ontstaat met andere woorden vanzelf. De Formule 1 zou de Formule 1 echter niet zijn als we eerst een hoop geschreeuw en commentaar van alle kanten krijgen. Juist in die fase zitten we nu, al is Tombazis ervan overtuigd dat hij alle neuzen dezelfde kant op krijgt. "Wij willen ook echt geen eenheidsklasse van de Formule 1 maken. We zijn ons bewust van het DNA van de sport en dat zal ook zo blijven. We kunnen het alleen niet laten zoals het nu is."

De gevolgen van het grondeffect onder de loep: