Analyse

Analyse: Waarom Renault niet rouwig is om verlies van F1-klanten

Renault heeft momenteel nog één klantenteam in de Formule 1: McLaren. Met het aangekondigde vertrek van die voormalige grootmacht komt het Franse merk vanaf 2021 zonder klanten te zitten. Het verliezen van klanten lijkt voor nagenoeg ieder bedrijf problematisch, maar niet voor de stal van Cyril Abiteboul. Motorsport.com analyseert waarom Renault niet eens zo rouwig is om het vertrek van diens klantenteams.

Daniel Ricciardo, Renault F1 Team R.S.19

Foto door: Mark Sutton / Motorsport Images

Als Christian Horner en Cyril Abiteboul elkaar in Spa - de eerste race nadat Daniel Ricciardo zijn vertrek richting Renault heeft aangekondigd - in de paddock tegen het lijf lopen, straalt het ongemak er bij beide heren vanaf. De Fransman probeert de lachers op zijn hand te krijgen door de Brit toe te sneren: "Zo, nu heb je naast een nieuwe motor ook nog een nieuwe coureur nodig." Maar zoals in de Netflix-serie Drive to Survive al te zien is, dient Horner hem gevat van repliek. "Tja, maar heb jij nu nog wel geld over om aan een motor te besteden?", duidt hij op het exorbitante salaris van de Australiër.

Deze scene van slechts twintig seconden zegt eigenlijk alles over de vechtscheiding tussen Renault en Red Bull Racing. De sfeer was verziekt. De partijen leefden steeds meer op gespannen voet, totdat Red Bull vorig jaar de stekker uit de samenwerking trok. Helmut Marko, die er tegen Renault vaak met gestrekt been inging, bracht zijn vlaggenschip ook onder bij een nieuwe vlam: Honda. Het leek een gevoelige klap voor het Franse merk te zijn. Het enige team waarmee ze sinds het hybride tijdperk eremetaal wisten te verzamelen, keerde hen immers de rug toe.

'Elk nadeel heb z'n voordeel'

McLaren bleef, nadat Red Bull met slaande deuren was vertrokken, als enige klantenteam over. Maar een jaar later komt ook het einde van dat huwelijk in zicht. Het team van Lando Norris en Carlos Sainz wordt op aanraden van teambaas Andreas Seidl in de armen van een oude liefde en ogenschijnlijk betere partner gedreven: Mercedes. Tel daar het eerdere vertrek van Toro Rosso bij op en Renault heeft in drie jaar tijd al haar klantenteams verloren. Of in het geval van McLaren de toezegging gekregen dat het een klant gaat verliezen.

Voor nagenoeg ieder bedrijf is dit verlies van klanten zorgwekkend. Geen klanten betekent immers geen inkomsten. Alhoewel dat laatste voor Renault ook geldt, lijkt men zich in Viry niet direct zorgen te maken. Sterker nog: men is tot op zekere hoogte niet rouwig om het verlies van de klantenteams. Of zoals Abiteboul het in Sochi zelf omschreef nadat het nieuws van McLaren wereldkundig werd gemaakt: "Dit besluit past bij de visie van Renault om weer een volwaardig fabrieksteam te worden, met als doel om terug te keren aan de top."

Video: Waarom McLaren Renault de rug toekeert

Het hoge woord is er daarmee uit: Renault wil zich allereerst en bovenal focussen op het eigen fabrieksteam. Alle klanten werden de afgelopen jaren als ballast en dus als afleiding beschouwd. Dit is ook meteen één van de redenen dat het vaak niet boterde met diezelfde klantenteams: Red Bull Racing wilde volgens het motto 'klant is koning' behandeld worden en in ieder geval waar voor hun geld krijgen. En dat terwijl Renault ze - zeker toen de grote successen uitbleven - vooral als een lastige partner met een veel te grote mond zag.

Red Bull als fabrieksteam, McLaren als partner

Het is dan ook geen toeval dat Renault in 2015 maar één manier zag om de samenwerking met Red Bull te continueren: men wilde de huidige werkgever van Max Verstappen tot het fabrieksteam van Renault maken. Het plan was helder: het budget van beide partijen op één hoop gooien om dan samen een zo goed mogelijke auto te bouwen. Zo moest Red Bull eigenlijk meebetalen aan de motorische ontwikkeling van Renault: "Wij hadden een constructie moeten bouwen waarin we maximale financiële middelen - of die nou van Renault of Red Bull kwamen - in de motorontwikkeling hadden kunnen steken. Daarmee kon je namelijk het verschil maken en races winnen", aldus Abiteboul.

Red Bull stak een stokje voor dit 'fabrieksteam', maar voor Renault werd steeds duidelijker dat een eenvoudige klantenconstructie ook geen toekomstmuziek meer had. De Fransen hekelden dat ze qua imago niets te zeggen hadden over de spullen die ze leverden, zoals dat tussen 2011 en 2015 (zonder fabrieksteam) al helemaal het geval was. "Voor ons was duidelijk dat de manier waarop we het toen deden, als motorleverancier zonder invloed op de gemaakte keuzes en het gecreëerde imago, niet langer zou werken", zei Abiteboul over die periode van afwezigheid.

De afloop van het huwelijk met Red Bull is bekend. De spanningen stegen tot een kookpunt, waarna beide partijen blij waren dat ze eind 2018 van elkaar af konden. Met McLaren krijgt het afscheid op een chiquere manier vorm, al is het mechanisme hetzelfde. Ook hier heeft Abiteboul aangegeven dat hij de krachten wilde bundelen en dat Renault geen heil meer zag in een gewoon klantenteam - spullen leveren in plaats van geld dus. Nee, Renault wilde de data op één hoop gooien en het liefst een Ferrari-Haas constructie bouwen. Het Franse merk hoopte met andere woorden niet alleen financieel, maar ook sportief te profiteren van diens partners. Op het moment dat eerst Red Bull en later McLaren een dergelijk voorstel van tafel veegde, was de liefde al grotendeels over.

Verslagen door de klant: lastig uit te leggen

Naast het gegeven dat de klantenteams (zonder een innige samenwerking) als lastig werden ervaren, speelde er nog iets: het eigen fabrieksteam kon de klanten meestal niet bijbenen. Dat Red Bull het Franse merk met exact dezelfde krachtbron verschalkte, mocht niet eens een verrassing meer heten. Maar dat McLaren inmiddels hetzelfde doet wel. Waar de opkrabbelende grootmacht uit Woking vorig jaar nog een abominabel chassis had, is het lek dit jaar boven en wordt het fabrieksteam bij vlagen achtergelaten of zelfs te kijk gezet.

Dit brengt Abiteboul in een lastig parket. Renault steekt namelijk miljarden in het F1-project en wil daar middels een meerjarenplan wel iets voor terugzien. De teambaas kon de steun van de Franse top nog lange tijd waarborgen door op een stijgende lijn in de WK-standen te wijzen. Waar Renault in 2016 nog negende werd bij de constructeurs, volgden in 2017 en 2018 respectievelijk een zesde en vierde plaats. De worst die het moederbedrijf werd voorgehouden, was dat Renault deze stijgende lijn zou voortzetten en op termijn (eerst 2020, later bijgesteld tot 2021) de drie topteams zou bedreigen. In 2019 is dat verhaal ineens een stuk minder geloofwaardig geworden.

Lees ook:

Allereerst doordat Renault niet op de vierde plek afstevent en de opmars dus stagneert. En bovenal omdat het team dat wel op de vierde plek afstevent, Mclaren is. Juist ja, uitgerekend het klantenteam. Dit maakt iedereen binnen (en buiten) Renault duidelijk dat de problemen van Abiteboul en zijn mannen veel verder gaan dan enkel de krachtbron. Het chassis van de RS19 is met andere woorden ook ondermaats. Dit maakt succes op de korte of middellange termijn onwaarschijnlijk, de worst die hij de Renault-top voorhield lijkt daarmee een luchtkasteel te zijn.

Dat juist McLaren het fabrieksteam van de titel 'best of the rest' lijkt af te houden, maakt de situatie voor Abiteboul lastig te verkopen. Hij noemde de verhouding tussen Renault en McLaren niet voor niets 'gênant'. Naast het uitblijven van een meer innige samenwerking vormt dit de tweede reden waarom de Fransman niet rouwig is om het vertrek van klantenteams. Het moet namelijk wel heel raar lopen wil Renault vanaf 2021 nog steeds worden verslagen door klantenteams, die zijn er dan immers niet meer. Zo is deze vorm van gezichtsverlies richting de top (en hoongelach van fans) alvast afgewend. Weliswaar niet op de manier die Abiteboul graag had gezien, maar toch.

Een tegenargument is dat Renault door het verlies van klantenteams ook inkomsten misloopt. Dat is waar, maar die constatering is op zichzelf niet desastreus. Het verandert namelijk weinig tot niets aan de positie van het Formule 1-team. Die bestaat nu namelijk ook al bij de gratie van de topmannen. Deelname aan de koningsklasse kost het Franse merk - ook in de huidige opzet - alleen maar geld, hetgeen in de toekomstige situatie zo zal blijven. Voor die topmannen lijkt het vooral van belang of Renault zelf kan scoren en of ze de sport als uithangbord kunnen gebruiken, zoals Mercedes al uitstekend doet. Voor het antwoord op die vraag kan Abiteboul het verlies van de klantenteams juist een positieve draai geven: als men toch niet wil samenwerken, kan Renault beter alle focus op de eigen formatie leggen. Voor de geloofwaardigheid van zijn verhaal is echter wel cruciaal dat het geboden vertrouwen eens in klinkende munt (lees: met sportief succes) wordt terugbetaald. De tijd dringt in dat opzicht wel enigszins voor Abiteboul. Of zoals men in de grootste havenstad van Nederland zou zeggen: hoog tijd voor 'geen woorden maar daden'.

Waarom het miljardenproject van Renault nog niets oplevert:

Sluit je aan bij de Motorsport community

Praat mee
Vorig artikel McLaren: "Kunnen ons niet meer verschuilen door Mercedes-deal"
Volgend artikel Hamilton: "Data van 2021-wagens met vuile lucht indrukwekkend"

Beste reacties

Er zijn nog geen reacties. Wil je er één schrijven?

Meld je gratis aan

  • Snel toegang tot je favoriete artikelen

  • Stel alerts in voor breaking news en je favoriete coureurs

  • Laat je horen met de reactiemodule

Motorsport prime

Ontdek premium content
Abonneer

Editie

Nederland