Analyse

Analyse: Hoe de FIA probeert slimme trucs met de F1-motoren te voorkomen

De kleine verschillen tussen Mercedes en Ferrari in de strijd om de Formule 1-titel in 2017 zorgden ervoor dat elk detail invloed had op het eindresultaat van de Grands Prix.

Lewis Hamilton, Mercedes AMG F1 W08, Max Verstappen, Red Bull Racing RB13, Valtteri Bottas, Mercedes

Foto door: Steven Tee / Motorsport Images

Een van de meest interessante gevechten tussen de twee iconische merken gedurende het seizoen 2017 vond plaats op motorisch vlak. Mercedes domineerde de eerste jaren van het huidige V6 Turbo hybride-tijdperk, maar Ferrari was afgelopen jaar in staat om het gat aanzienlijk te dichten. De intense strijd resulteerde erin dat de beide fabrikanten meer en meer de grenzen gingen opzoeken. Een van de belangrijkste discussiepunten van het jaar was de olieverbranding. 

Wedstrijdleider Charlie Whiting stuurde gedurende het jaar meerdere richtlijnen rond over de wijze waarop motorolie gebruikt mocht worden. Dat resulteerde in een schommeling in de prestaties van de scharlakenrode en de zilveren bolides, ook al is nooit aangetoond dat een van hen daadwerkelijk de regels heeft overtreden. De olieverbrandingscontroverse heeft gevolgen voor 2018. De FIA heeft op verzoek van de teams de regels aangescherpt zodat de grijze gebieden niet langer uitgebuit kunnen worden. De wedstrijdleiding heeft niet alleen maatregelen genomen om de olieverbranding terug te dringen, ook op andere motorische vlakken zijn de regels aangepast. Dat duidt erop dat bepaalde teams slimme trucs toepasten om de prestaties te verbeteren. Hieronder een samenvatting van de regelwijzigingen voor 2018. 

Jo Bauer, FIA, Lewis Hamilton, Mercedes-Benz F1 W08 met de halo
Jo Bauer, FIA, Lewis Hamilton, Mercedes-Benz F1 W08 met de halo

Foto: Sutton Motorsport Images

Olieverbranding

Begin 2017 klaagde Red Bull Racing bij de internationale autosportfederatie over concurrent Mercedes. De kampioensformatie zou tijdens de kwalificaties olie verbranden als brandstof, wat resulteert in een vermogensboost. Dat is in strijd met de reglementen en dus greep de FIA in. Vanaf de Grand Prix van Italië mocht er nog maar 0,9 liter olie per 100 kilometer verbruikt worden. Motoren die eerder in het jaar waren geïntroduceerd, mochten nog 1,2 liter verbruiken. Vanaf komend jaar wordt de limiet nog strenger: 0,6 liter olie per 100 kilometer is toegestaan. Om de boel nog beter in de gaten te kunnen houden, heeft de FIA nieuwe regels opgesteld om overtredingen tegen te gaan.

Vanaf aankomend seizoen moeten de teams op elk moment tijdens een evenement het oliepijl van de hoofdtank kunnen overleggen aan de FIA. De massa van olie in de overige oliereservoirs moeten een uur voor de start van de race worden overhandigd aan de wedstrijdleiding. Daarnaast zijn actieve regelkleppen tussen enig component van de krachtbron en de motorluchtinlaat verboden. Hiermee worden slimme systemen voorkomen waarmee gebruikte olie terug kan vloeien in de motor voor een vermogensboost. Tot slot mag er per motor per Grand Prix maar één specificatie olie gebruikt worden. Deze moet voor de start van het evenement bekend zijn bij de FIA. Dit voorkomt dat teams in de kwalificatie een specificatie gebruiken die zorgt voor meer vermogen, en voor de race overstappen naar een zuinigere variant. Daarnaast zijn er regels opgesteld waaruit de olie mag bestaan. 

Daniel Ricciardo, Red Bull Racing RB13, Kimi Raikkonen, Ferrari SF70H, Max Verstappen, Red Bull Racing RB13, Nico Hulkenberg, Renault Sport F1 Team RS17 bij de start
Daniel Ricciardo, Red Bull Racing RB13, Kimi Raikkonen, Ferrari SF70H, Max Verstappen, Red Bull Racing RB13, Nico Hulkenberg, Renault Sport F1 Team RS17 bij de start

Foto: Andrew Hone / LAT Images

Overige vloeistoffen

Naast de maatregelen om olieverbranding te voorkomen, heeft de internationale autosportfederatie regels opgesteld om het gebruik van andere vloeistoffen om eenzelfde vermogensboost te genereren terug te dringen. In de technische reglementen is een nieuw artikel 5.1.12 opgenomen waarin staat vermeld dat ontluchtingsvloeistoffen niet gerecycled mogen worden in de motor: “Alle ontluchtingsvloeistoffen mogen enkel ontsnappen via de atmosfeer en moeten een opening passeren die zich achter de centrale lijn van de achteras bevindt, minder dan 400 millimeter boven de referentieplaat en minder dan 100 millimeter naast de centrale lijn van de auto. Ontluchtingsvloeistoffen mogen niet terugkeren in de krachtbron.” Artikel 5.14.2 voegt toe: “De toevoeging van enige substantie anders dan brandstof in de lucht bedoeld voor verbranding is verboden. Recirculatie van uitlaatgassen is verboden.”

Engineers verplaatsen een auto in de garage
Engineers verplaatsen een auto in de garage

Foto: Steve Etherington / LAT Images

Motortemperatuur

Een van de meest intrigerende veranderingen aan de regelgeving voor dit jaar heeft betrekking tot de motortemperatuur. De aanpassing zorgde voor de nodige gefronste wenkbrauwen over waartoe de teams in staat waren waardoor de FIA zich genoodzaakt voelde om zo’n verandering door te voeren.

Het nieuwe artikel 5.6.8 van de technische regelgeving schrijft voor dat de lucht in de plenumkamer van de motor een minimale temperatuur moet hebben. De regel stelt: “De plenumtemperatuur van de motor moet meer dan tien graden Celsius boven omgevingstemperatuur liggen. Wanneer naleving beoordeeld wordt, moet de gemiddelde temperatuur van de lucht over een ronde gemeten door een door de FIA goedgekeurde en gesealde sensor bevestigd op een door de FIA goedgekeurde locatie in de plenumkamer tijdens elke ronde van de race aan de regels voldoen.”

Hoewel bepaalde ronden niet meegenomen worden (de eerste ronde, ronden achter de Safety Car en ronden waarin een pitstop plaatsvindt) blijkt de FIA graag te willen weten wat de teams doen met de lucht die door de motoren stroomt. De nieuwe richtlijnen lijken erop te duiden dat er in de oude regelgeving ruimte was om lucht te koelen, wat de prestaties van de motor ten goede komt. Warmere lucht bevat minder zuurstof dan koelere lucht, waardoor de turbo harder moet werken om dezelfde boost te produceren dan bij lagere temperaturen. Wanneer de turbo al aan zijn limiet zit, nemen de prestaties af naarmate de temperatuur stijgt. Daarnaast kan de warmere lucht erin resulteren dat de temperatuur binnenin de turbo toeneemt waardoor het vermogen nog verder afneemt, en ook de intercooler zal minder efficiënt zijn.  

Het is de vraag in hoeverre, en in welke mate, deze aanpassingen invloed hebben op de prestaties van de motoren in 2018. De strengere controle van het overkoepelend orgaan zal in elk geval zorgen voor minder beschuldigingen en moddergooien. Maar de Formule 1 zal de Formule 1 niet zijn als de teams wel weer een ander grijs gebied vinden waarop winst te behalen valt…

Jolyon Palmer, Renault Sport F1 Team RS17, Pascal Wehrlein, Sauber C36, Fernando Alonso, McLaren MCL32, Carlos Sainz Jr., Scuderia Toro Rosso STR12
Jolyon Palmer, Renault Sport F1 Team RS17, Pascal Wehrlein, Sauber C36, Fernando Alonso, McLaren MCL32, Carlos Sainz Jr., Scuderia Toro Rosso STR12

Foto: Charles Coates / LAT Images

 

Met medewerking van Jonathan Noble en Franco Nugnes

Sluit je aan bij de Motorsport community

Praat mee
Vorig artikel Legendarische races: De Grand Prix van Duitsland in 2000
Volgend artikel Abiteboul: “McLaren zal voor 2020 geen invloed op motor hebben”

Beste reacties

Er zijn nog geen reacties. Wil je er één schrijven?

Meld je gratis aan

  • Snel toegang tot je favoriete artikelen

  • Stel alerts in voor breaking news en je favoriete coureurs

  • Laat je horen met de reactiemodule

Motorsport prime

Ontdek premium content
Abonneer

Editie

Nederland