Analyse

Analyse: F1 moet niet kunstmatig ingrijpen voor spannende finales

Voor het derde jaar op rij kunnen Formule 1-fans niet verlekkerd uitkijken naar een bloedstollende finale van het Formule 1-seizoen. Beide titels zijn al vergeven en dus gaat het in Abu Dhabi weer om de spreekwoordelijke keizers baard. Verschillende kunstmatige ingrepen passeren de revue om het tij te keren, maar moet de F1 dat eigenlijk wel willen? Motorsport.com analyseert.

Pre-race

Foto door: Erik Junius

De laatste 'title decider' dateert alweer van 2016, het jaar waarin Nico Rosberg zich na een fraaie strijd tot wereldkampioen Formule 1 kroonde. De Duitser sloeg zijn slag in het begin van dat seizoen waardoor hij in de laatste fase van het jaar genoegen kon nemen met meerdere tweede plaatsen. Maar doordat Hamilton de smaak in de tweede seizoenshelft extreem goed te pakken kreeg, bleef de titelstrijd tot in Abu Dhabi in leven. 'Down to the wire' dus, zoals de Engelsen zeggen.

Het leverde spanning en klamme handjes bij nagenoeg alle F1-liefhebbers op. Eerst kreeg Rosberg over de boordradio te horen dat het 'critical' was om Max Verstappen te passeren en uiteindelijk werkte de toen leidende Hamilton zijn laatste ronden in een slakkengang af om Rosberg nog meer plaatsen te laten verliezen. Tevergeefs, maar goed: wel prachtige taferelen in een race die alleen al vanwege de spanning gedenkwaardig bleek. Zoals dat eigenlijk voor alle 'title deciders' uit het recente verleden gold. Denk maar eens aan de heerlijke voorstellingen van Abu Dhabi 2010 en bovenal Brazilië 2008. Vooral die laatste race is een spektakelstuk voor de eeuwigheid te noemen.

De afgelopen twee jaren hebben we niet meer zo'n feest mogen beleven en ook dit jaar is ons de spanning van een bloedstollende ontknoping niet gegund. Een wat gezapige finale op een plek die nauwelijks sfeer noch historie heeft, lijkt een logisch gevolg. En dus is de roep om verandering weer eens onvermijdelijk gebleken. Om fans wel te trakteren op een beklijvend einde van het seizoen, zijn recentelijk twee voorstellen de revue gepasseerd in de F1-paddock: één over de omvang van de kalender en één over een al dan niet aangepast puntensysteem.

Inkrimpen van kalender zou symboolpolitiek zijn

Laten we eerst maar eens beginnen met de kalender. In dat opzicht is het streven van Liberty Media wel bekend. De Amerikaanse eigenaren van de sport willen op termijn naar 25 races per jaar, met idealiter een verkort raceweekend. De kritiek tegen verdere uitbreiding van de kalender is ook bekend. Het zou voor teams en aan F1-gelieerde werknemers tot een hogere werkdruk leiden en voor fans tot verzadiging. Het argument van een gebrek aan spannende finales is daar recentelijk bijgekomen en vooral in de media geopperd. Meer races zou (naast een hogere werkdruk) immers tot een verkleinde kans op 'title deciders' leiden.

Statistisch gezien klopt dit als een bus en is er geen speld tussen te krijgen. Je hoeft geen wiskunde te hebben gestudeerd om te weten dat je met slechts twee races een kans van honderd procent op een beslissende finale hebt. En het is ook niet zo moeilijk om te snappen dat die kans met vijftig races per seizoen (een extreem voorbeeld) nagenoeg miniem is. Zo'n rekensommetje zou pleiten voor inkrimping van de kalender in plaats van de door Liberty gewenste uitbreiding. Op zich geen gekke gedachtegang, al gaat dit voorbij aan het belangrijkste gegeven: het is allemaal symboolpolitiek en maskeert de belangrijkste reden waarom mooie finales nu even uitblijven.

Wel of geen 'title decider' hangt namelijk in eerste instantie met één vraag samen: hoe gelijkwaardig is het speelveld in de Formule 1? Met meerdere titelkandidaten en allerlei aan elkaar gewaagde concurrenten vergroot je de kans op een spannend slot namelijk meer dan met welke kalender dan ook. En juist daar schort het aan. Mercedes deelt de lakens uit in het hybride tijdperk en de tweede man Valteri Bottas is niet in staat om het vuur bij Hamilton aan de schenen te leggen. Heel simpel. Met het aanpassen van de kalender specifiek voor mooiere afsluiters pak je alleen het symptoom aan en niet het ware probleem. Het zou een denkfout zijn en maakt de media-pleidooien ergens wat onzinnig.

Dit is overigens allerminst een betoog om de kalender dan maar zo vol mogelijk te proppen. Kern is alleen dat de keuze voor meer of minder races een weloverwogen besluit moet zijn op basis van meerdere aspecten. En zeker niet alleen maar ingegeven door het bovenstaande element van de afsluitende races. Als de sportieve voorwaarden (aerodynamica en vooral een competitiever veld) goed voor elkaar zijn, valt er vanuit zowel commercieel als ook sportief oogpunt best iets te zeggen voor het huidige aantal races.

Aangepaste puntentelling gaat tegen de kernwaarde van sport in

Voor het tweede gespreksonderwerp zou de Formule 1 haar lesje al wel geleerd moeten hebben. In 2014 besloot men namelijk in alle wijsheid om dubbele punten uit te delen voor de laatste race van het seizoen. Dit om de titelstrijd langer levend te houden en Rosberg, die voor de afsluitende GP tegen een achterstand van zeventien punten aankeek, nog iets meer kansen toe te dichten. Het plan sorteerde maar weinig effect en werd voor het jaar daarna alweer in de ban gedaan.

Alhoewel vele voorstellen ten onrechte worden afgeschoten omdat ze tegen 'het DNA van de Formule 1' zouden zijn, is dat hier wel een valide argument. Sterker nog: het gaat eigenlijk in tegen veel van wat topsport is. We hebben nu namelijk geen beslissende seizoensafsluiters meer omdat er één team - of één coureur daarvan - met kop en schouders bovenuit steekt. Alle maatregelen om daar qua puntentelling verandering in te brengen, zijn dus eigenlijk initiatieven om uitzonderlijke sportprestaties te bestraffen. Vergelijkbaar met vijftig punten voor de afsluitende speelronde in de Eredivisie, om achtervolgers een extra kans te geven om de koploper te achterhalen.

Het eveneens in de media geopperde voorstel om voor de laatste drie of vijf races van het F1-seizoen dubbele punten uit te delen, snijdt om die reden dan ook maar weinig hout. Want als de Formule 1 een sport is waarin mens en machine continu de grens opzoeken en naar perfectie streven, waarom zou je een dominante factor dan willen straffen met een extra 'spanningselement'? En nog los daarvan: waarom zou een overwinning in Brazilië of Abu Dhabi meer waard moeten zijn dan eentje op Spa-Francorchamps?

Daar valt tegenin te brengen dat sport voor een groot gedeelte amusement is en dat een spannende afsluiter daar bijhoort. Dat is ontegenzeggelijk waar. Alleen gaat het om de wijze waarop dat moet worden bereikt. En daar moeten betere manieren voor zijn dan de tamelijk lompe voorstellen die hierboven behandeld zijn. De meest ideale aanpak zou zijn via de 2021-reglementen. Daarvan kun je zeggen dat het budgetplafond een even kunstmatige ingreep is, maar dan wel eentje waar de Formule 1 gedurende het hele seizoen van kan profiteren. En bovendien eentje die andere kunstmatige ingrepen (zoals gemor met de punten) kan voorkomen. Want als de nieuwe auto's elkaar daadwerkelijk beter kunnen volgen en het veld op termijn (nog niet in 2021) in elkaar schuift, wie pleit er dan nog voor een andere puntentelling laat staan voor minder races? Laat de nieuwe reglementen ons in de juiste richting helpen en alle symboolpolitiek overbodig maken.

Sluit je aan bij de Motorsport community

Praat mee
Vorig artikel Liveblog Grand Prix van Abu Dhabi - Woensdag
Volgend artikel Marko bevestigt: Honda blijft ook in 2021 actief in de Formule 1

Beste reacties

Er zijn nog geen reacties. Wil je er één schrijven?

Meld je gratis aan

  • Snel toegang tot je favoriete artikelen

  • Stel alerts in voor breaking news en je favoriete coureurs

  • Laat je horen met de reactiemodule

Motorsport prime

Ontdek premium content
Abonneer

Editie

Nederland