Alonso heeft top-zes nog niet binnen handbereik: "Topteams zijn klasse apart"

McLaren voorzag de auto van een grote update in Barcelona en Alonso prees het team voor de progressie die is geboekt. De Spanjaard haalde op zaterdag in de kwalificatie voor de eerste keer dit jaar de Q3 en eindigde uiteindelijk als achtste. Het verschil met polesitter Lewis Hamilton bedroeg echter wel anderhalve seconde.

Zodoende blikte Alonso na afloop met gemengde gevoelens terug op zijn prestatie en gaf aan het verschil met de top nog te groot te vinden. “Het was een goede kwalificatie en daar ben ik heel blij mee, laat daar geen twijfel over bestaan”, zei hij. “Drie keer op rij waren we dertiende en vandaag namen we de stap die nodig was. Nu moeten we er nog eentje maken om het gat naar de topteams dicht te rijden. Het positieve is dat alles wat we naar Spanje hebben gebracht ook werkt. Nu moeten we zo snel mogelijk nog meer updates doorvoeren.”

“Het jammere aan deze positie is nog altijd het verschil met de eerste zes rijders, zij zijn een klasse apart. We moeten alles op alles zetten om iedere race het verschil kleiner te maken”, voegde hij eraan toe.

De technische updates in Spanje:

Hoopt op regen

Alonso benadrukte dat hij graag bij de start van het seizoen over deze auto had beschikt. “Dit pakket maakt mij blij. Met andere woorden hadden we met deze auto in Australië aan de start moeten verschijnen”, vertelde hij aan Sky. “Het niet tot onze beschikking hebben van dit pakket heeft ons in de eerste wedstrijden in een moeilijke positie gebracht. Maar we hebben op de zondagen met een beetje geluk en goede races punten kunnen scoren. Nu is het zaak om iedere wedstrijd de auto te verbeteren.” 

Alonso is de enige coureur in de top-tien die de wedstrijd op de supersoft start, terwijl de concurrentie met de soft begint. De Spanjaard hoopt op regen. “Ik start de race op de rode band omdat ik met deze in Q2 reed. Maar als het morgen regent dan beginnen we allemaal op intermediates of regenbanden en dan maakt het allemaal niet uit.”

Met medewerking van Pablo Elizalde en Glenn Freeman