Albon kreeg jaar geleden ‘een duidelijk nee’ van Marko

Een dag na de Grand Prix van Abu Dhabi kreeg hij Marko opnieuw aan de lijn, dit keer met het nieuws dat hij dit jaar wél bij Toro Rosso kon rijden. De Brits-Thaise rijder imponeerde vervolgens dermate tijdens het eerste deel van het seizoen dat hij in de zomerstop als de vervanger werd aangewezen van Pierre Gasly, die niet goed uit de verf kwam bij Red Bull Racing.

“Voordat ik mijn handtekening zette onder het Formule E-contract, had ik nog gebeld [met Marko] om te vragen of er nog een mogelijkheid was dat ik in de Formule 1 kon komen. En toen kreeg ik een ‘nee’ te horen. Het was een vrij duidelijke ‘nee’. Dat is het dan, dacht ik bij mezelf, en vervolgens ben ik verder gegaan met de Formule E”, aldus Albon in de Beyond the Grid-podcast. “Toen ik in Abu Dhabi aankwam [voor de laatste Formule 2-race], werd er al wat gefluisterd, maar dat kwam niet bij mij vandaan. Ik had niet de verwachting dat er nog iets ging gebeuren, ook al hoopte ik daar wel op. Ik had in Sochi een heel goed Formule 2-weekend gedraaid, maar er speelde verder niets.”

Albon had de Formule 1 eigenlijk al lang en breed opgegeven. “Ik weet nog dat ik het contract voor de Formule E ondertekende. Het was op de zaterdagavond in Hongarije. Sinds mijn vierde droomde ik ervan om Formule 1 te rijden, dus daar werkte ik de hele tijd naar toe. Maar als je er dan bijna bent en er blijkt niets mogelijk te zijn, moet je toch iets anders gaan doen. Op het moment dat ik mijn handtekening zette, wist ik diep van binnen dat de Formule 1 klaar was. Een Formule 1-team gaat niet in zee met een Formule E-coureur. Ik liet mijn droom op dat moment dus varen. Ik was blij dat ik zover was gekomen en het had geschopt tot een professionele rijder met een contract in de Formule E, maar tegelijkertijd had ik het gevoel dat ik mijn Formule 1-droom vaarwel zei.”

Vervolgens kwam alsnog het telefoontje van Marko. “Dat was op de maandagochtend in Abu Dhabi. Ik had geluk dat ik daar nog was, want meestal vlieg ik op zondagavond naar huis." Zodoende kon hij nog wel bij de test zijn, al was het te laat om nog te kunnen rijden. "Het gesprek duurde ongeveer een minuut”, aldus Albon, die geen nadere uitleg kreeg van Marko over waarom de keuze een half jaar later alsnog op hem was gevallen. “Als coureur hoef je de redenen erachter ook niet te weten. Je weet dat jouw moment is gekomen en dat je je moet gaan bewijzen. Dat is genoeg.”

‘Goede relatie met Verstappen dankzij kartverleden’

Sinds twee races is Albon de teamgenoot van Max Verstappen bij Red Bull Racing. De in Londen geboren coureur zegt erg veel van de Nederlander te leren, al vraagt hij zijn collega niet direct om advies. “Het is niet zo dat Max me gaat vertellen hoe ik een bepaalde bocht moet nemen. Maar hij gaat voor in briefings en ik luister dan naar zijn opmerkingen, hoe hij de auto interpreteert en wat hij van de wagen wil om sneller te kunnen gaan. Alleen al door te luisteren naar de manier waarop hij met het team praat, leer ik, want elk team heeft zijn eigen vocabulaire”, legt Albon uit.

Volgens Albon helpt het dat de twee elkaar al kennen sinds de karting. “Ik heb Max leren kennen in 2009. Max was toen nog zo jong dat hij dat jaar niet tegen mij mocht rijden”, neemt Albon een flinke sprong terug in de tijd. “Hij testte voor het team waarvoor ik op dat moment racete. Hij kwam samen met zijn vader naar het circuit en was ontzettend snel, maar ging na donderdag weer naar huis omdat hij te jong was om mee te kunnen doen aan de wedstrijden. Zo heb ik hem voor het eerst leren kennen. In 2010, toen ik mijn tweede jaar in de KF3 reed, was ik degene met ervaring en Red Bull-support. Ik was de coureur die iedereen wilde verslaan en Max was de jonge hond. We hebben zo’n beetje dat hele jaar met elkaar gevochten. Er waren crashes, maar dat was verder allemaal prima. Hij versloeg me in de WSK Series, maar ik won het Europees kampioenschap en het wereldkampioenschap, dus je zou kunnen zeggen dat ik toen de betere was.” Dat de twee een geschiedenis met elkaar hebben, bevordert de onderlinge band nu de twee teamgenoten zijn bij Red Bull. Albon: “Dat denk ik wel. Er worden geen spelletjes gespeeld of iets dergelijks. Ik weet hoe Max is en wat voor persoon hij is. Niet alleen door dat jaar dat we tegen elkaar reden in de karting, maar ook in de jaren daarna zijn we elkaar nog een paar keer tegengekomen.”