Breaking news

Achtergrond: zo vader, zo zoon

Toen Nico Rosberg een beetje leuk begon te presteren in de karts, en later in de auto's, schreven velen hem al een grote toekomst toe. Immers, zijn naam is Rosberg. Zoon van de wereldkampioen van 1982. Zoiets werkt meestal niet tegen je. Toch zijn er maar weinig zoons van succesvolle coureurs geweest die het presteren van hun vader konden herhalen. Winnen als zoon van een coureur die zélf Grand Prix-zeges op zak had, het is niet makkelijk.

De eerste 'zoon van', die net als pa een Grand Prix wist te winnen, was Damon Hill. En met Damon en Graham Hill hebben we gelijk het meest succesvolle vader en zoon-duo te pakken. De twee hebben drie wereldtitels gehaald. Twee voor Graham (1962 en 1968) en eentje voor Damon (1996). Damon Hill moest lange tijd weinig van de racerij hebben. De familie Hill was volkomen berooid toen Graham in 1975 met zijn privé-vliegtuigje in dichte mist crashte. De kosten van de nasleep plukten het gezin Hill helemaal kaal. Maar Damon belandde uiteindelijk toch in de Formule 1, was adjudant van Alain Prost en won in Hongarije in 1993 zijn eerste Grand Prix.

Hill kreeg een enorme last op zijn schouders gelegd toen teamgenoot Ayrton Senna een jaar later stierf. Opeens was de Brit de kopman van Williams en tot ieders verbazing (en dankzij de nodige schorsingen en diskwalificaties van Michael Schumacher) deed hij tot aan de laatste race mee om de titel. Die hoop vervloog toen Schumacher met zijn manke Benetton Hill wat resoluut van de baan reed. Twee jaar later won Hill alsnog het kampioenschap. Nooit meer vertoond. De zoon van een wereldkampioen, die zelf wereldkampioen werd.

Een jaar later was het de beurt aan Jacques Villeneuve, zoon van Gilles. Gilles Villeneuve kende aan het einde van de jaren '70 en het begin van de jaren '80 een absolute heldenstatus in Italië. Zijn rijstijl en moed, veelal afgewisseld met volkomen onnodige crashes, maakten hem tot misschien wel de meest geliefde Ferrari-coureur aller tijden. Hij won een handvol Grands Prix, maar nooit het kampioenschap. In 1982 stierf hij op het circuit van Zolder, nadat hij in één van zijn krankzinnige kwalificatierondjes vol op Jochen Mass was geknald. Gilles werd uit de auto geslingerd en overleed ter plekke.

Jacques begon zijn carrière aan de overkant van de oceaan, maar was direct succesvol toen hij in 1996 debuteerde in de Formule 1. Zo pakte hij pole-position bij zijn allereerste race in Melbourne en werd hij een jaar later wereldkampioen. In 1999 stapte hij over naar het belachelijk ambitieuze BAR en dat bleek een mislukking van jewelste. Villeneuve toonde af en toe nog flarden van zijn kunnen, maar winnen deed hij niet meer. Zo af en toe horen we nog wel eens wat van hem, maar dezelfde status als die van pa kon Jacques vergeten.

En dan hebben we nu Nico Rosberg. Zoon van Keke. Keke, de man zonder angst. De man die in 1985 kalm een peukje zat te roken in de pits van Silverstone, om vervolgens op een nog altijd vochtige baan het snelste kwalificatierondje ooit (meer dan 250 kilometer per uur gemiddeld) te rijden. Pas in 2002 verbeterde Juan Pablo Montoya dat gemiddelde. Keke was de wereldkampioen van 1982, mede dankzij slechts één Grand Prix-zege. De besnorde Fin stond symbool voor het vrijbuitersimago dat de coureurs in de jaren '80 hadden. Rammen als gekken in die gigantisch krachtige turbomachines, om vervolgens paffend de pers te woord te staan.

Dan is Nico veel meer een coureur van nu. Haartjes altijd mooi in de plooi (zijn bijnaam 'Britney' zegt meer dan genoeg) en altijd een vriendelijk woordje over voor een journalist. In zijn eerste race zette hij gelijk de snelste ronde neer, maar pas in zijn 111e poging wist hij er eentje te winnen. En als we de vorm van Mercedes zo een beetje zien, zal het niet zijn laatste zijn. Vader Keke zal er vast een fraai pintje op gedronken hebben.

Overigens is het hebben van een bekende achternaam geen garantie voor succes. Nelsinho Piquet was een beïnvloedbare jongen die weliswaar heus wel een beetje kon sturen, maar meer ook niet. Crashte opzettelijk in Singapore 2008 en werd een jaar later oneervol ontslagen bij Renault. Of de Brabham-zoons, die nooit ook maar een flard van hun vaders palmares wisten te evenaren. Michael Andretti, die stijf van de heimwee in Europa aan kwam en nog niet eens één seizoen kon volmaken. Cristian Fittipaldi, die we alleen nog kennen van die fantastische salto in Monza 1993. Kazuki Nakajima was ook geen gigantisch succes.

Het hebben van een beroemde achternaam is dus geen garantie voor succes. Maar ach, bovengenoemde heren hebben het toch nog altijd verder geschopt dan menig coureur. Allen reden Formule 1. Dat is een select clubje. Je naam kan je ver helpen, maar daarna moet je het echt zelf doen. Wat dat betreft maakt Rosberg deel uit van een nog veel selecter clubje. 

Sluit je aan bij de Motorsport community

Praat mee
Vorig artikel Lotus bekijkt mogelijkheden voor super-DRS
Volgend artikel Williams-rijders willen meer punten in Bahrein

Beste reacties

Er zijn nog geen reacties. Wil je er één schrijven?

Meld je gratis aan

  • Snel toegang tot je favoriete artikelen

  • Stel alerts in voor breaking news en je favoriete coureurs

  • Laat je horen met de reactiemodule

Motorsport prime

Ontdek premium content
Abonneer

Editie

Nederland