Breaking news

Achtergrond: Verstappens voorgangers in de F1, slot

Nog 48 dagen en dan maakt Max Verstappen op zeventienjarige leeftijd zijn langverwachte debuut in de Formule 1. Veertien Nederlanders reden eerder een race in de koningsklasse van de autosport, waaronder vader Jos Verstappen. GPUpdate.net zet alle landgenoten in een drieluik van vijf man per keer op een rijtje. De vorige zondagen verschenen deel 1 en deel 2, vandaag is het tijd voor het slot.

Jos Verstappen (1994-2003)

Nederland moest er sinds de invoering van het officiële Formule 1-kampioenschap het langst op wachten (acht jaar sinds het afscheid van Huub Rothengatter), maar werd rijkelijk beloond toen Jos Verstappen op het toneel verscheen. Nadat de man uit Montfort in 1993 de Marlboro Masters won en Duits kampioen Formule 3 werd, bood topteam Benetton hem een job aan als test- en reservecoureur.

Tweede rijder JJ Lehto brak echter voor het seizoen een nekwervel, waardoor Verstappen tijdens de seizoensopener in Brazilië plaatsnam naast (toen) tweevoudig racewinnaar Michael Schumacher. Tijdens de race werd Verstappen na 34 ronden door Eddie Irvine over de kop geramd. De Limburger stond op de kaart. De tweede wedstrijd kwam voortijdig tot een einde doordat Verstappen met koude banden spinde en niet meer de grindbak uitkwam. Nadat de weer fitte Lehto het stuur voor vier Grands Prix overnam, was hij tijdens de zevende race van het jaar weer terug. In het restant van het seizoen vierde Verstappen misschien wel de mooiste dag van zijn leven: het podium in Hongarije. Ook in België werd hij als derde geklasseerd na de diskwalificatie van zijn teamgenoot. Tot op de dag van vandaag zijn het de enige podia die een Nederlander pakte in de Formule 1.

Tussen 1995 en 1999 worstelde Verstappen met noodlijdende teams en onbetrouwbaar materiaal. De enige punten werden in 1996 behaald in een Arrows van wijlen Tom Walkinshaw. De jaren bij Simtek, Tyrrell en Stewart waren geen gelukkige. Aan het eind van 1998 startte Verstappen een spannend project met Honda: een jaar lang een auto ontwikkelen en in 2000 een glorieuze rentree maken in de F1. Helaas voor 'Ons Jos' overleed de leider van het project, Harvey Postlethwaite, en trok Honda de stekker eruit. Walkinshaw haalde Verstappen in 2000 dankbaar binnen bij Arrows en gaf hem qua snelheid een prima auto mee. Vooral het optreden in de Canadese regen zal de autosportfan zich nog goed kunnen heugen. In de oranje helm stuurde Verstappen zijn eveneens grotendeels oranje wagen naar de vijfde plek. In Italië werd hij later dat jaar zelfs vierde. In 2001 reed hij weer voor Arrows, waar hij in Oostenrijk een punt pakte en na een heldhaftig optreden op Sepang de sympathie van het grote publiek. Na het seizoen werd Verstappen ondanks een getekend contract gedumpt voor Heinz-Harald Frentzen, die sponsorgeld meebracht. Hij zat een jaar op de reservebank.

Verstappens laatste kunstje in de F1 was in 2003 bij Minardi. Het hok was niet vooruit te branden en een negende plaats in Canada was zijn beste resultaat. Maar wat als hij niet uit de verregende Braziliaanse race was gespind? Op het moment van uitvallen reed hij goed en lag hij voor de uiteindelijke winnaar Giancarlo Fisichella. Niemand zal het ooit weten. Na zijn actieve carrière deed Verstappen nog een jaar mee in de A1 Grand Prix, waarin hij een race won. Ook won hij op Le Mans de race in de LMP2-klasse met Team Van Merksteijn. Sindsdien richt vader Jos zich op zoon Max, die zeer hoge ogen gooide in de karts, veelal geprepareerd door hem. Jos Verstappen is de meest succesvolle Nederlandse F1-coureur ooit, maar ontbeerde net als zijn manager Rothengatter de gunfactor en daarmee sponsorgeld. Toch kan de karaktervolle Verstappen trots zijn op zijn prestaties. In maart wordt hij 43.

Christijan Albers (2005-07)

Net als Verstappen won Albers het Duitse Formule 3-kampioenschap en wel in 1999. Het leverde hem de aandacht op van de Deutsche Tourenwagen Masters (DTM), waarin de Eindhovenaar zou uitgroeien tot een topcoureur. Tijdens zijn eerste twee seizoenen (2001-02) aldaar had de zoon van rallycrosser André Albers geen al te beste auto onder zijn kont, maar daarna reed hij twee jaar voor fabrieksteam HWA. Vijf overwinningen later was hij een keer tweede en een keer derde in de eindstand, wat hem een ticket naar de Formule 1 opleverde.

Heel best was de Minardi (op zijn zachtst gezegd) niet, maar Albers behaalde in 2005 wel de enige punten van zijn F1-loopbaan. In de Verenigde Staten gingen de Michelin-teams de baan niet op omdat de fabrikant de veiligheid niet kon garanderen. Ferrari, Jordan en Minardi raceten wel en Albers pakte de vijfde plaats en dus vier punten. De beelden van Jordan-rijder Tiago Monteiro met zijn tong uit zijn mond op het podium gingen ondertussen de hele wereld over. In 2006 zocht Albers het iets hogerop en tekende bij Midland F1, dat later in het seizoen Spyker ging heten. Een groot succes werd dat niet. Een jaar later hielp het hem niet toen hij met een tankslang in zijn auto wegreed na een pitstop op Magny-Cours. Op Silverstone mocht hij nog rijden, daarna werd hij vervangen.

Albers zocht zijn geluk weer in de DTM, waar hij eerder zo succesvol was. Bij het Audi-team Futurecom TME van Colin Kolles kwam hij niet in de buurt van die glorietijd en hij raakte geïnteresseerd in het langeafstandsracen. Tussen 2008 en 2010 reed Albers een paar races, waaronder twee keer de 24 uur van Le Mans. Afgelopen zomer werd hij plots aangekondigd bij het F1-team van Caterham, waar hij even teambaas was. Omdat het achter de schermen een rotzooi was stapte hij daar op. Ooit zal Albers ongetwijfeld wel weer opduiken in de autosport, maar voorlopig is de 35-jarige druk met andere zaken.

Robert Doornbos (2005-06)

De sympathieke Rotterdammer Doornbos was er laat bij. Pas op zijn achttiende begon hij met autoracen. Na een aantal sterke jaren in opstapklassen als de Formule 3 kwam hij in 2004 bij Arden terecht, een topteam in de Formule 3000. Een jaar later zou die serie worden omgedoopt in GP2. Achter Vitantonio Liuzzi en Enrico Toccacelo werd Doornbos knap derde in het kampioenschap. Vooral zijn zege in de regen van Spa-Francorchamps maakte indruk. Hij viel op bij Eddie Jordan, die hem tijdens de laatste drie races inzette als vrijdagrijder. Tijdens de seizoensafsluiting in Brazilië was hij al sneller dan de racecoureurs. Als Jordan het team had behouden was Doornbos in 2005 waarschijnlijk gepromoveerd tot racecoureur, maar de Ier verkocht de boel aan Midland. Wederom was hij genoopt tot een rol als testrijder.

Met een beetje hulp van Harry Muermans, die Doornbos jarenlang sponsorde (en die het geld later probeerde terug te krijgen), kwam hij halverwege het seizoen bij Minardi terecht als teamgenoot van Christijan Albers. Aansprekende resultaten bleven echter uit. Voor 2006 deed Doornbos een stap terug en tegelijkertijd vooruit: hij accepteerde het aanbod van Red Bull om daar derde rijder te worden. Ook daar werd hij nog tijdens het seizoen gepromoveerd en mocht hij Christian Klien vervangen in China, Japan en Brazilië. Het leverde hem buiten een rits aan promotionele activiteiten voor Red Bull weinig op in 2007.

Doornbos zocht zijn heil in Amerika, waar de Champcar World Series lonkte. Tijdens zijn debuut stond hij direct op het podium. Het leverde hem de bijnaam Bobby D. op. Na overwinningen in Mont-Tremblant en San Jose eindigde Doornbos als derde in het kampioenschap en werd hij Rookie van het Jaar. Toch durfden de Amerikanen het niet aan hem te behouden voor de klasse en Doornbos vertrok naar het Superleague Formula-team van AC Milan. Twee racewinsten later werd hij wederom derde in de eindklassering. Samen met Jeroen Bleekemolen 'deed' hij vervolgens een seizoen A1GP en ook daar won hij een maal. In 2009 pikte Newman/Haas/Lanigan hem weer op voor een trip naar Amerika, in de IndyCar deze keer. Een groot succes werd dat niet, net als een overstap naar HVM. Na nog twee jaar meehobbelen in de Superleague Formula, stopte Doornbos ermee. De inmiddels 33-jarige Doornbos schuift tegenwoordig regelmatig aan bij Sport1 om over Formule 1 te praten. Hij is tenslotte ervaringsdeskundige.

Giedo van der Garde (2013)

Net als Doornbos zat Rhenenaar Giedo van der Garde ruim in zijn sponsorgeld. Tevens laat hij al op jonge leeftijd zien een erg getalenteerd coureur te zijn, al blijft tot en met de GP2 het label 'wild' aan hem plakken. Door een aantal wereldtitels in de karts en zijn prestaties in de Formule Renault 2000 (in 2003) wordt hij door het F1-team van Renault opgenomen in het opleidingsprogramma. Een jaar later volgde al de overstap naar de Formule 3, waar hij drie jaar zou verblijven. Renault liet hem na een seizoen gaan.

Al in 2006 wordt hij gevraagd om tijdens het Formule Renault 3.5-seizoen testrijder te worden van Spyker, wat hij accepteerde. McLaren had hem in hetzelfde jaar opgenomen in het Young Drivers Programme. Ook toen Spyker Force India ging heten, bleef hij nog een jaar hangen. Tevens testte hij voor Super Aguri en Renault. In hetzelfde jaar, 2008, werd Van der Garde met gemak kampioen in de FR3.5, waarna hij het in de GP2 ging proberen. Zijn eerste jaar in dé opstapklasse voor de Formule 1 was wisselvallig: weliswaar boekte hij drie overwinningen (in Hongarije, België en Italië), ook finishte hij een aantal keer niet en eindigde hij domweg buiten de top-tien. Een zevende plaats in het kampioenschap was aan het einde van het jaar zijn deel, net als bij topteam Barwa Addax in 2010. Van der Garde hoopte inmiddels op te vallen bij F1-teams, maar dat is lastig wanneer je ook in je derde seizoen (vijfde) geen kampioen wordt en geen races wint. In 2012 kwam dat er wel weer van in het GP2-team van Caterham: in Spanje en Abu Dhabi stond Van der Garde op het hoogste treetje van het podium. Hetzelfde jaar zou hij een aantal tests uitvoeren voor het F1-team.

Met naar verluidt meer dan tien miljoen euro aan sponsorgeld is Van der Garde in 2013 racecoureur voor Caterham, een achterhoedeteam in de koningsklasse van de autosport. Het werd een loodzwaar seizoen. Een aantal opvallende resultaten waren er wel: zo kwalificeerde Van der Garde zich in Monaco als vijftiende, werd hij veertiende in Hongarije en kwalificeerde hij zich in België ook als veertiende. De topteams stonden evenwel niet te springen om de diensten van de Nederlander, die dacht een goede investering te doen door bij Sauber te tekenen als testcoureur. Hij had op dat moment niet kunnen bevroeden dat het Zwitserse team een draak van een auto had gebouwd en aan het einde van 2014 ook nog twee paydrivers moest aannemen om het hoofd boven water te houden. De 29-jarige Van der Garde moet oppassen dat zijn F1-carrière niet als een nachtkaars uitgaat, zeker omdat er genoeg Nederlandse talenten rondlopen in lagere klassen.

Max Verstappen (2015-)

En dan krijgen we op 15 maart Max Verstappen, het product van de meest succesvolle Nederlandse F1-coureur ooit en een bovenmatig getalenteerd karter, Sophie Kumpen. Het was niet verwonderlijk dat Max al op zijn zevende racete in karts en dat hij succesvol was verbaasde ook niemand. Vader Jos riep ondertussen in interviews dat Max mocht doen wat hij wilde, maar de jonge Verstappen koos voor het racen, net als zijn pa. Een jaar later won hij alle 21 races in de Miniklasse van het Belgische kampioenschap en ook in 2007 hoefde hij nooit lager dan eerste te staan op het podium van een hogere klasse. Op zijn tiende deed hij al mee aan drie kampioenschappen tegelijk: hij won ze allemaal. In 2009 herhaalde hij dat kunstje, ook doordat hij wegens zijn jeugdige leeftijd niet in zwaardere karts mocht rijden. Daarna was het hek van de dam en deed hij vanaf 2012 mee aan verschillende series, zoals de KF2, KF1 en KZ2. In het eerste jaar kwam het er niet helemaal uit, maar 2013 was weer zo'n jaar waarin hij alles won waaraan hij meedeed.

Jos wilde zijn zoon in de hype die de karttitels meebrachten rustig de autosport inbrengen en stuurde zijn pupil eind 2013 naar de Formule Renault 2.0, een lichte Formule-klasse. Hij imponeerde en werd gevraagd door F3-teams, waar hij wederom verbluffende tijden neerzette. De nog altijd pas zestienjarige Max racete voor het eerst in een auto in de Florida Winter Series, georganiseerd door Ferrari. En jawel, Verstappen won twee van de twaalf wedstrijden. Jos besloot de Formule Renault maar over te slaan en Max onder te brengen bij Van Amersfoort in de Europese Formule 3. Zijn zesde race werd gevierd als overwinning, op Spa-Francorchamps en de Norisring won hij alle drie de races van het weekend en ook op de Nürburgring won hij. Vervolgens schreef hij de Masters of Formula 3 op Zandvoort heroïsch op zijn naam. Verschillende F1-teams waren na Spa al overtuigd en gingen eens informeren bij het kamp-Verstappen. Red Bull won de strijd en kondigde halverwege augustus aan dat Max in het Red Bull Junior Team was opgenomen. Nog geen week later werd hij bevestigd als racecoureur voor 2015 bij Scuderia Toro Rosso. Het leek bijna vanzelfsprekend voor het zestienjarige wonderkind Max Verstappen. Toen hij drie dagen zeventien was, werd hij de jongste deelnemer aan een Grand Prix-weekend ooit.

Velen dichten Verstappen door zijn snelle voortgang in lagere series een glorieuze toekomst toe in de F1, anderen vragen zich af of hij niet te jong is voor de meest complexe autosport op aarde. De voortekenen zijn in elk geval goed. Nu is de vraag of Max net zo'n 'killer' kan zijn als in de F3. Met een gezonde instelling zal hij zeker aan de start verschijnen. Net als alle andere Nederlandse voorgangers weet hij dat hij het, zeker in de Formule 1, niet cadeau krijgt. En anders zal vader Jos hem dat met liefde nog eens inpeperen. 

Door: Ilja Hilhorst

Sluit je aan bij de Motorsport community

Praat mee
Vorig artikel Van de Laar: "Hopelijk zitten er mooie dingen aan te komen"
Volgend artikel Lotus geeft eerste beelden nieuwe E23 Hybrid vrij

Beste reacties

Er zijn nog geen reacties. Wil je er één schrijven?

Meld je gratis aan

  • Snel toegang tot je favoriete artikelen

  • Stel alerts in voor breaking news en je favoriete coureurs

  • Laat je horen met de reactiemodule

Motorsport prime

Ontdek premium content
Abonneer

Editie

Nederland