Breaking news

Achtergrond: het geheim achter het 'wonder' van Force India

Sinds de Grand Prix van Singapore, waar Sergio Perez achtste werd, is Force India weer de nummer vier van het constructeurskampioenschap in de Formule 1. Ontstaan op de wankele fundamenten van Spyker heeft het team zich de laatste jaren, met beperkte middelen, opgewerkt naar de subtop van de sport. Maar hoe is het eigenlijk mogelijk dat Force India, met al zijn beperkingen, teams met veel grotere budgetten kan verslaan? En is de voorlopige vierde plek een wonder op wielen? Het bijzondere verhaal van een bijzonder team: "Het is misschien wel de meest succesvolle ommekeer van een team in de geschiedenis van de sport."

Even terug in de tijd: in 2005 viel het doek voor Jordan Grand Prix, misschien wel één van de leukste teams uit de recente geschiedenis van de sport. Het kleurrijke team van de excentrieke Eddie Jordan was op dat moment al afgezakt naar de achterhoede van de Formule 1 en overnames door Midland en Spyker hielpen de renstal niet vooruit. Beide jaren eindigde het relatief roemloos als tiende bij de constructeurs. In oktober 2007 was daar vervolgens Vijay Mallya, een zakenman uit India. Hij kocht het team, doopte het om in Force India en ging aan de slag. Met aan zijn zijde Bob Fernley, met wie hij al jaren werkte.

Een blik op de resultaten van Force India sinds het debuut in de Formule 1 in 2008 laat iets moois zien. Van plek tien bij de constructeurs klom het in 2009 op naar P9, een jaar later gevolgd door een zevende plek. In 2011 zette deze stijgende lijn door met een zesde stek, een klassering die het ook in 2013 en 2014 behaalde. Vervolgens ging het in 2015 weer een stapje beter met een vijfde plaats en dit seizoen staat Force India voorlopig vierde in het wereldkampioenschap. Langzaam, maar heel zeker, is Force India opgeschoven in de pikorde. Van lelijk eendje is het door de jaren heen de luis in de pels van de topteams geworden.

"Force India leeft niet boven zijn stand"

Om die reden vindt Fernley, bij absentie van de in een rechtszaak verwikkelde Mallya de waarnemend teambaas, dat de huidige vierde plek van zijn team geen 'wonder' is. "Dat denk ik niet, nee. Ik denk ook niet dat we boven onze stand leven of presteren. We hebben de afgelopen jaren geleidelijk progressie geboekt en dat komt niet uit de lucht vallen. Dat is een gevolg van investeringen en visie. We hebben een groep zeer getalenteerde en toegewijde mensen aan boord. Dus eigenlijk brengen we wat we moeten brengen."

Maar toch: dat Force India erin slaagt om teams met veel grotere budgetten te verslaan of uit te dagen, is op zijn minst opmerkelijk te noemen. "Het klopt dat andere teams grotere budgetten hebben. Maar ik geloof er heilig in dat je een team 'lean and mean' (vrij vertaald: heel efficiënt, red.) moet runnen", zegt Fernley. "Je hoeft niet onbeperkt met geld te smijten om succes te kunnen hebben. Ons geheim: wát we doen, doen we heel goed. Kijk, we hebben bijvoorbeeld niet de middelen om op technisch gebied verschillende kanten op te werken en verschillende varianten te ontwikkelen. Wij moeten heel goed kijken wat volgens ons de beste manier is en gaan daar vol voor. We worden niet afgeleid door andere opties. Dat is voor mij de sleutel: houd het simpel en doe hetgeen je doet gewoon heel, heel goed."

Dit seizoen lijkt Force India daarin beter geslaagd dan ooit. Al twee keer stond er dit jaar een Force India-coureur op het podium, waarmee het totale aantal podiumplaatsen uit de historie van het team bijna verdubbeld is. Tot 2016 stond de teller op drie, inmiddels op vijf. Wat Fernley betreft was de podiumplek in Baku, waar Sergio Perez derde werd, de mooiste. "Omdat we onze podiumplaats daar echt op eigen kracht behaalden. In andere races profiteerden we van omstandigheden, maar het is eigenlijk nog mooier als je op eigen kracht tot zo'n resultaat komt. In Baku waren we echt de nummer drie", verwijst hij naar de snelheid van zijn team gedurende het weekend in Azerbeidzjan.

Reorganisatie en McLaren

Dat Force India puur op eigen kracht het podium zou kunnen halen is iets dat niemand in 2008 had durven dromen. Fernley legt uit hoe Force India zich vanaf de bodem van het Formule 1-veld heeft kunnen opwerken tot het team dat het nu is. "Het eerste jaar was heel lastig. Vijay kocht Spyker in het najaar van 2007, ik kwam meteen daarna aan boord. We zijn vervolgens gaan evalueren. De visie van Vijay is altijd geweest dat je moet investeren in het managementteam en de ontwikkeling daarvan. Maar gedurende het eerste jaar werd duidelijk dat het management dat er zat, niet in die visie paste. Het team was aan het overleven, meer niet."

"Dus Vijay en ik kwamen tot de conclusie dat we hulp van een ander, groter team nodig hadden. Ons eerste vijfjarenplan bestond zodoende uit een samenwerking met McLaren. We gingen hun versnellingsbak gebruiken en kregen een Mercedes-motor, dezelfde die McLaren gebruikte. Daarmee werden we het allereerste klantenteam van Mercedes. Die samenwerking leverde resultaat op, maar leidde er ook toe dat we de top van ons oude managementteam moesten ontslaan. We zijn helemaal opnieuw begonnen en McLaren stuurde één van hun topmensen naar ons, zodat wij tijd hadden om de boel te reorganiseren. Vervolgens kwam Otmar Szafnauer (chef operationele zaken, red.) bij het team en in het vierde of vijfde jaar van de samenwerking met McLaren, konden we op eigen benen staan", vertelt Fernley.

Het gevolg: een nieuwe fase in de ontwikkeling van Force India. "We gingen over naar een complete power unit van Mercedes, inclusief versnellingsbak, en konden investeren in de aspecten die wij belangrijk achtten. Een voorbeeld: wij zijn ervan overtuigd dat simulaties de toekomst van de Formule 1 zijn. Daar hebben we veel in geïnvesteerd, minder in windtunnels. We gebruiken de windtunnel van Toyota, deze huren we. Daar zit geen geld in. Onze investeringen zitten in de simulatoren. Wij zijn ervan overtuigd dat simulatietechnologie op middellange termijn het werk van windtunnels gaat overnemen. Die richting gaan wij met Force India al op."

Anders denken

Fernley hoopt dat Force India zo over enkele jaren voorop loopt, qua technologie. "Weet je, we zijn altijd heel innoverend geweest. We waren het eerste team dat een deal met een ander team sloot, McLaren dus, we waren het eerste team dat zijn reservecoureur vrije trainingen op vrijdag liet rijden. Als je terugkijkt, is Force India altijd innovatief geweest. Als klein team moesten we anders denken en dat is vandaag de dag nog steeds zo."

"We kunnen heel trots zijn op de historie van Force India", vindt Fernley. "Het is misschien wel de meest succesvolle ommekeer van een team in de geschiedenis van de sport, zeker gezien de beperkte financiële mogelijkheden waarmee we het moesten doen. We konden niet met geld smijten. Dat is ook de reden dat we geleidelijk omhoog komen. Het is een langzaam proces."

Force India is een team met een heldere aanpak: iedereen weet wie de baas is. De sfeer lijkt ontspannen en familiair, maar Fernley benadrukt dat het team veel van zijn werknemers vergt. "Het is niet makkelijk om bij ons te werken, dat is niet aan iedereen besteed. Bij ons draagt iedereen een bepaalde verantwoordelijkheid. En hoewel mensen altijd roepen dat ze verantwoordelijkheid willen, is de realiteit dat bij verantwoordelijkheid ook verantwoording hoort. Als je bij Force India wil werken, moet je bereid zijn om dat op je te nemen. Niemand kan op zijn lauweren rusten. Dat is het verschil. We hebben geen 'passagiers', iedereen is gemotiveerd."

"Papier wint geen races"

De opmars van Force India heeft één nadeel: hoe hoger het komt, hoe moeilijker het wordt om deze prestatie het jaar erna te overtreffen. Fernley erkent dat, maar blijft de lat steeds hoger leggen. "Vierde worden bij de constructeurs zou voor ons voelen als een kampioenschap. Ten opzichte van de drie teams voor ons komen we tweehonderd miljoen per jaar tekort aan budget. Dus kunnen we de strijd met ze aan? Realistisch gezien niet. Maar aan de andere kant: je moet erin geloven. Als de grote teams steken laten vallen, moet je er staan. Op papier kunnen we ze niet verslaan. Maar wie weet. Papier wint geen races", lacht de Brit.

Het nieuwe seizoen, 2017, biedt volgens Fernley dan ook vooral nieuwe kansen. "We zijn bij Force India gezegend met een uitstekende groep mensen waar ik enorm veel vertrouwen in heb. Daarom ben ik ook optimistisch over volgend seizoen. Iedereen heeft dezelfde hoeveelheid tijd om een compleet nieuwe auto te ontwerpen. Waarom zouden wij dan niet beter werk kunnen leveren dan bijvoorbeeld Ferrari? Die denkwijze past bij onze visie. We leggen onszelf geen beperkingen op, maar leggen de lat steeds hoger."

Door: Roland Mather

[photo,291292,left,]

Sluit je aan bij de Motorsport community

Praat mee
Vorig artikel Tech rapport: De updates uit Singapore die de race niet haalden
Volgend artikel Tech analyse: Hoe Mercedes optimaal profiteerde van concessies Manor

Beste reacties

Er zijn nog geen reacties. Wil je er één schrijven?

Meld je gratis aan

  • Snel toegang tot je favoriete artikelen

  • Stel alerts in voor breaking news en je favoriete coureurs

  • Laat je horen met de reactiemodule

Motorsport prime

Ontdek premium content
Abonneer

Editie

Nederland