Breaking news

Achtergrond: Alfa Romeo, een iconisch merk keert terug

Tweëndertig jaar. Zolang duurde de afwezigheid van Alfa Romeo in de Formule 1. Het roemrijke Italiaanse merk, dat in de begindagen van de koningsklasse van de autosport de lakens uitdeelde, keert in 2018 via Sauber terug. GPUpdate.net belicht de F1-historie van de in Turijn gevestigde autobouwer.

Ver voordat de Formule 1 werd geïntroduceerd werd er al geracet. In de jaren '20 en '30 van de vorige eeuw was Alfa Romeo een toonaangevend racemerk, dat met grote vooroorlogse namen als Tazio Nuvolari, Giuseppe Campari en Achille Varzi aan de start verscheen. De befaamde, in Hongarije als Viktor János geboren teamleider Vittorio Jano zwaaide de scepter binnen het sterrenteam. Tussen 1931 en 1934 wordt bovendien viermaal gewonnen in de 24 uur van Le Mans.

Kampioenschappen in F1 en sportscars

Het valt tegenwoordig amper meer voor te stellen, maar in de eerste seizoenen van de Formule 1 stond er geen enkele maat op Alfa Romeo. Met gewezen topcoureurs als Nino Farina, Juan Manuel Fangio en Luigi Fagioli was het samenwerkingsverband tussen Anonima Lombarda Fabbrica Automobili (ALFA) en Nicola Romeo uiterst succesvol. In 1950 en '51 werd het rijderskampioenschap veroverd, dat er geen constructeurstitels in de prijzenkast staan is te wijten aan het feit dat er destijds niet een dergelijk kampioenschap bestond.

Na de topjaren in de nieuwe raceserie besloot Alfa zich te richten op het ontwikkelen van straatauto's, wat de eerste versie van de welbekende Giulietta opleverde. De Formule 1-werkzaamheden werden een halt toegeroepen – voormalig Alfa-teamleider Enzo Ferrari en zijn eigen team hielden samen met Maserati de Italiaanse eer hoog. Met de introductie van Autodelta, de sporttak van Alfa Romeo, werd na ruim tien jaar afwezigheid de terugkeer op de mondiale circuits gemaakt. Van 1967 tot en met 1977 verschenen er met wisselend succes Alfa's in het World Sportscar Championship. Aanvankelijk moest men haar meerdere erkennen in Porsche en Ferrari, in de laatste drie seizoenen werd echter tweemaal de titel veroverd.

Kinderziekten bij terugkeer

Als motorleverancier van Brabham maakt Alfa Romeo in 1976 haar herintrede in de Formule 1. Een logge, veel te zware V12 wordt achterin de wagens van teameigenaar Bernie Ecclestone gehangen: in het eerste seizoen van de samenwerking worden slechts drie vierde plaatsen gescoord, in de overige wedstrijden komen de door Carlos Reutemann (die gedurende het seizoen vertrekt naar Ferrari en wordt vervangen door eerst Rolf Stommelen en later Larry Perkins) en Carlos Pace bestuurde wagens niet in puntenposities over de eindstreep.

1977 verloopt al een stuk voortvarender: Pace opent het seizoen met een tweede plaats, een prestatie die later in het seizoen wordt geëvenaard door John Watson. De Noord-Ier heeft in mogen stappen bij Brabham-Alfa Romeo, nadat Pace tragisch om het leven is gekomen bij een vliegtuigongeluk. Watson krijgt in 1978 regerend kampioen Niki Lauda naast zich, de Oostenrijker scoort een veelbesproken zege in Zweden met de zogenaamde 'fan car'.

Via Autodelta keert Alfa Romeo als volleerd constructeur terug. Aan Bruno Giacomelli en Vittorio Brambilla de eer om in 1979 de 177 en de 179 haar eerste sporen op de circuits te geven, een grote sponsordeal met Marlboro en de komst van de Franse topcoureur Patrick Depailler worden voor het daaropvolgende jaar bewerkstelligd. Echte successen blijven door meerdere factoren uit. Depailler verongelukt tijdens zijn debuutseizoen voor de Italiaanse stal, die ondanks enkele uitschieters de middenmoot niet kan ontstijgen. Hoogtepunten zijn de polepositions van Giacomelli (Watkins Glen 1980) en Andrea de Cesaris (Long Beach 1982). Riccardo Patrese helpt het team in 1984 aan haar vijfde en laatste podiumplek in de tweede F1-periode.

Grootmacht in toerwagenwereld

Alfa Romeo verlaat de sport door de achterdeur – er wordt nog even aangemodderd als motorbouwer, de gloriedagen van weleer zijn ver uit beeld. Een spectaculaire overstap naar de IndyCars wordt ingezet, maar ook dat blijkt geen vetpot. In drie seizoenen tijd komt het team tot een handjevol puntenfinishes – nimmer wordt er een bokaal gescoord. In de jaren '90 en '00 moet Alfa het hebben van de toerwagens, waarin dankzij Nicola Larini (DTM, 1993), Fabrizio Giovanardi (ETCC, 2000-2002) en Gabriele Tarquini (ETCC, 2003) kampioenschappen aan de erelijst worden toegevoegd.

Geruchten omtrent een terugkeer van Alfa Romeo bestonden al langer en als sponsor van Ferrari had de befaamde autobouwer ook al even haar gezicht laten zien in de Formule 1. Volgend jaar wordt de exposure dus vergroot als titelsponsor van Sauber, dat in 2018 als Alfa Romeo Sauber door het leven zal gaan - men rept over een 'commerciële alsmede een technische samenwerking'. Volgt er een nieuwe periode als volleerd F1-wagenbouwer?

Door: René Oudman

[photo,318523,left,]

Sluit je aan bij de Motorsport community

Praat mee
Vorig artikel Spyshots: De belangrijkste tech updates van de F1-test in Abu Dhabi
Volgend artikel Stroll en Frijns samen van start in 24 uursrace Daytona

Beste reacties

Er zijn nog geen reacties. Wil je er één schrijven?

Meld je gratis aan

  • Snel toegang tot je favoriete artikelen

  • Stel alerts in voor breaking news en je favoriete coureurs

  • Laat je horen met de reactiemodule

Motorsport prime

Ontdek premium content
Abonneer

Editie

Nederland