Special feature

Interview: Achter de schermen bij de brandstofleverancier van Red Bull

De coureurs en teambazen vormen altijd het meest zichtbare gedeelte van een Formule 1-team. Bij Red Bull Racing gaat vanzelfsprekend veel aandacht uit naar Max Verstappen als blikvanger. Een F1-team bestaat echter uit veel meer waardevolle krachten dan deze ‘usual suspects’ in de schijnwerpers. Motorsport.com gaat achter de schermen bij Red Bulls brandstofpartner ExxonMobil.

Max Verstappen, Red Bull Racing RB15

Max Verstappen, Red Bull Racing RB15

Steven Tee / Motorsport Images

Terwijl een aangeslingerde Honda-motor de pitboxen van Red Bull Racing vult met een oorverdovend kabaal, maakt Dario Izzo zich op voor zijn eerste kunstje van het raceweekend. Als de Japanse krachtbron tot bedaren komt en de achtergrondmuziek weer de overhand neemt, maakt de Italiaan aanstalten. Izzo werkt als technisch adviseur bij ExxonMobil en is in die hoedanigheid fulltime gestationeerd bij het F1-team van Red Bull. Het betekent concreet dat hij op het circuit verantwoordelijk is voor alle brandstoffen en smeermiddelen in de bolides van Verstappen en diens teamgenoot Alexander Albon.

Nadat de Honda-krachtbron van Verstappen de eerste test van het weekend heeft doorstaan, neemt Izzo een monster voor zijn onderzoek. “Dat doen we aan het begin en aan het eind van iedere sessie. We hebben hier een mobiel laboratorium bij ons, waarmee we de kwaliteit van onze brandstoffen en smeermiddelen snel controleren. Die gegevens stuur ik dan meteen door naar Honda”, licht Izzo zijn werk in de Red Bull-pitbox toe aan Motorsport.com. Hij heeft daarmee een verantwoordelijke taak, de controles dienen namelijk meerdere doeleinden. “Allereerst doen we deze kwaliteitscontroles vanwege de strenge eisen vanuit de FIA. Aan het begin van iedere raceweek moeten wij onze formules, de samenstelling van onze brandstoffen en motorolie doorgeven aan de FIA. Daar moeten we ons vervolgens de hele week strikt aan houden.”

Lees ook:

Om bij steekproeven van de FIA niet tegen de lamp te lopen, wil Red Bull de autosportbond voor zijn met talloze eigen controles. “Wij mogen tijdens raceweekenden niets meer veranderen aan de samenstellingen. Anders zou je tijdens de kwalificatie bijvoorbeeld met een dunner oliemengsel kunnen rijden voor betere prestaties en voorafgaand aan de race overschakelen naar een dikker mengsel voor meer bescherming van de motor.” Voor de brandstoffen zijn dergelijke trucjes of vormen van gesjoemel evenmin toegestaan. “De FIA pikt er steekproefsgewijs enkele auto’s uit voor controles van de brandstof en olie. Dat gebeurt zowel na de kwalificatie als ook na de race. Daarom voeren wij tijdens het weekend altijd al onze eigen controles uit.”

Naast het risico van een straf, dienen de werkzaamheden van Izzo nog een veel belangrijker doel: de betrouwbaarheid van de Honda-motoren monitoren. “Het werkt een beetje zoals een bloedanalyse. Wij weten natuurlijk hoe het originele product eruit ziet en vergelijken dat met een monster nadat het door de motor is gegaan. Tijdens dat gebruik pikt de olie kleine deeltjes metaal op door frictie. Wij weten inmiddels precies wat de normale hoeveelheid daarvan is. Als we iets abnormaals zien bij een controle, weten we dus dat we tegen een mechanisch probleem aan zitten.” Mocht zo’n probleem zich daadwerkelijk voordoen, is Izzo trouwens ook van belang. “Ik ben dan één van de eersten die bij de motor komt. Ik moet direct een monster nemen en die analyseren, omdat Honda snel feedback wil hebben. Zij kunnen dan eerder vaststellen in welk component het probleem precies zit.”

 

Groot contrast met de Renault-tijd 

Saillant detail is overigens dat Izzo in de Renault-tijd nog veel meer met de betrouwbaarheid bezig moest zijn. Dat bleek onder meer uit extra controles, noem het uit angst of voorzorg. “Renault wilde dat we een monster namen op ieder moment dat er een auto in de pitbox kwam. Dat betekende in de praktijk dat we na een paar ronden in de vrije training steeds weer een nieuwe controle moesten uitvoeren.” Op de vraag waarom Renault dit eiste, hapert en lacht de welbespraakte Italiaan even. “Dat heeft alles met hun eigen verwachtingen van de slijtage en de betrouwbaarheid te maken. Bij Honda hebben ze waarschijnlijk meer vertrouwen in het eigen materiaal. En dat is niet zonder reden, Honda doet het gewoon goed.”

De overstap van Renault naar Honda heeft ExxonMobil sowieso geen windeieren gelegd.  Zo bevestigt Izzo dat de samenwerking tussen motorleverancier en brandstofpartner nu gesmeerder verloopt dan voorheen. “Ja, het is nu wel makkelijker voor ons. Vorig jaar werkten er nog twee brandstofleveranciers aan dezelfde motor”, bevestigt hij desgevraagd. Izzo wijst met zijn uitspraak op het feit dat Renault met BP/Castrol een eigen brandstofpartner had. “Daardoor waren er wachttijden voor de testbank. Als wij een nieuw product wilden ontwikkelen, moesten we eerst wachten tot de andere partner klaar was met testen. Nu is iedereen gefocust op één partij en dat werkt veel beter. We hebben de neuzen dus allemaal dezelfde kant op staan.”

De grenzen opzoeken

Dat proces moet Verstappen en co een beloofde tijdwinst van ongeveer anderhalf tiende opleveren. Om dat te bewerkstelligen begint men al ver voor het seizoen met de ontwikkeling van nieuwe mengsels. Wie denkt dat men overal één samenstelling voor ontwikkelt, heeft het mis: voor ieder product worden meer dan dertig samenstellingen getest. “Na de zomerstop gaat de focus meestal al op het volgende jaar. Daarna vervoeren we alle testmengsels naar Japan, waar Honda ze analyseert op de testbank. Zij testen dan welke brandstof voor hun motor het best presteert qua performance en betrouwbaarheid.” Daar zit volgens Izzo ook meteen de kern: want wat voor de ene motor werkt, kan bij een andere krachtbron juist verkeerd uitpakken. “De beste brandstof is altijd de brandstof die bij een bepaalde motor past. Daardoor kun je onze brandstof ook niet vergelijken met die van andere teams, alles hangt van de krachtbron af.”

Vergelijkingen met Ferrari – die volgens Helmut Marko winst boeken met een ‘vreemd ruikende’ brandstof – acht hij zinloos. “De geur zegt niet alles over de prestaties. Nu lijkt de geur bij Ferrari weer normaal te zijn en doen ze het nog steeds goed. Wij kijken natuurlijk wel naar onze concurrenten, maar misschien hebben wij wel iets wat ze niet kunnen ruiken”, lacht Izzo een tikkeltje geheimzinnig. Hij zoekt net als alle concurrenten naar de perfecte balans tussen betrouwbaarheid en prestaties. In samenwerking met Honda lukt dit volgens de Exxon-analist steeds beter. Net als het Japanse merk verschuift de focus van Exxon steeds meer richting performance. “Dat zou je wel kunnen stellen, ja. Maar goed: het gaat natuurlijk om kleine stapjes. Als je de prestaties ook maar iets wil opkrikken, moet je eerst checken of er qua betrouwbaarheid geen onvoorziene zaken gebeuren. Als je dan toch een probleem met de betrouwbaarheid ziet, zal de volgende update daar weer op gericht zijn. Zo moet je steeds de grenzen opzoeken in ons werk.”

De motorische ontwikkeling van Red Bull-Honda in beeld:

Sluit je aan bij de Motorsport community

Praat mee
Vorig artikel Russell: "Ben blij met mijn debuutjaar bij Williams"
Volgend artikel Waarom een korter F1-weekend volgens de coureurs kan werken

Beste reacties

Er zijn nog geen reacties. Wil je er één schrijven?

Meld je gratis aan

  • Snel toegang tot je favoriete artikelen

  • Stel alerts in voor breaking news en je favoriete coureurs

  • Laat je horen met de reactiemodule

Motorsport prime

Ontdek premium content
Abonneer

Editie

Nederland