Buurman pakt toch nog een punt

Yelmer Buurman wist na een flinke inhaalrace toch nog in Mugello een puntje te pakken in de tweede race. Hoewel één punt wellicht een teleurstellend resultaat was na het weekend in Italië was de inhaalrace op zondag veelbelovend.

Na een diepgaand onderzoek naar Yelmers auto, zaterdag na afloop van de eerste race, bleek dat een monteur per abuis zijn achtervleugel tien graden teveel had gegeven. Geen wonder dat zijn auto zo onderstuurd was. Op zondag zou alles beter moeten gaan, zo beloofde men in het team. En dat lukte, al was de balans van zijn Dallara nog steeds niet goed. "In de opwarmronde bleek de auto wat overstuurd zodat de we achtervleugel nog snel even wat meer hebben gegeven. Ik had voor deze race nog een setje nieuwe banden over en die bleken bij de start zoveel grip te hebben dat de koppeling zelfs begon te slippen. Gelukkig kon ik zonder plaatsverlies wegkomen. Eigenlijk was het zelfs een gelukkig toeval, want ik was van plan om in de eerste bocht buitenom te rijden. Nu moest ik wel de binnenkant kiezen en ik zag in mijn ooghoek hoe ze aan de buitenzijde op elkaar vlogen. Daar kwam ik dus goed weg", vertelde Buurman.

Op dat moment lag hij dertiende, een ronde later twaalfde, twee verderop elfde, en in de achtste ronde lag hij al achtste. "Die eerste inhalen was niet zo moeilijk maar toen begon het pas echt. Helemaal toen ik achter Sebastien Buemi kwam te zitten. Ik kwam sneller een chicane uit en zette mijn auto er naast maar hij drukte me in het gras. Daardoor moest ik even liften en had hij meteen weer een gaatje geslagen. Ik heb toen Dani Clos nog wel ingehaald maar dat was het dan ook. Op zich was deze race best gaaf omdat ik flink strijd heb kunnen leveren. En ook nog eens de derde snelste tijd heb kunnen rijden. Maar in feite kan dat het verloren weekend niet meer goedmaken. Ik heb hier veel te veel punten laten liggen".