Van Buren: "In virtuele Le Mans kwamen twee werelden bij elkaar"

Rudy van Buren kwam sterk voor de dag in de virtuele 24 uur van Le Mans. Het eindresultaat viel weliswaar tegen voor de #38-bolide van JOTA en Team Redline, maar Van Buren liet zich individueel wel van zijn beste kant zien. Nog belangrijker is dat het simracen weer op de kaart is gezet: twee werelden kwamen fraai bij elkaar.

#38 Jota Team Redline Oreca 07 LMP2: Antonio Felix Da Costa, Felix Rosenqvist, Rudy Van Buren, Kevin Siggy

Foto door: Xynamic

De virtuele 24 uur van Le Mans werd aangekondigd als 'de grootste simrace ter wereld'. Onder meer Max Verstappen en Fernando Alonso werden getroffen door technisch malheur, maar dat neemt niet weg dat de eindbalans positief uitvalt. "De mensen hebben volgens mij echt iets moois gezien. Het zag er super uit, grafisch maar ook met het commentaar erbij – zeker de Engelse variant. Het was net alsof je naar een echte wedstrijd zat te kijken", reageert Van Buren tegenover Motorsport.com.

Het is een veelgehoorde reactie, het virtuele spektakel is overwegend positief ontvangen - zelfs door criticasters. "Zeker. De beste graadmeter is om het aan familieleden te vragen die er niet veel kennis van hebben. Ik kwam beneden en mijn vriendin zei meteen ‘dit lijkt net echt joh, heel cool’. Dat zijn de eerlijke meningen. Het gedeelte voor TV-kijkers was extreem goed verzorgd", vervolgt de simracer uit Lelystad. "Waren er achter de schermen dan geen strubbelingen? Ja absoluut wel, zo eerlijk moet je ook zijn. Maar is dat een reden om alles af te branden? Nee, zeker niet. Er was twee keer een rode vlag, maar dat kan in het echt ook gebeuren. Dat viel eigenlijk best mee. Verder waren de gevechten spannend en lag het niveau erg hoog, dit was absoluut geen wedstrijdje in de botsauto’s. Iedereen nam het bloedserieus en dat heeft het tot een succes gemaakt."

Lees ook:

Dat succes bleef voor het simteam van Van Buren overigens wel uit. Hij kwam met zijn teamgenoten Antonio Felix da Costa, Felix Rosenqvist en Kevin Siggy als vijftiende aan de meet. "Maar dat lag absoluut niet aan onze snelheid hoor", countert hij. "De pace was gewoon goed. In dat opzicht had er veel meer ingezeten. We vertrokken met het idee 'we gaan minimaal voor het podium' en dat is best reëel gebleken." Ware het niet dat de equipe Van Buren werd getroffen door technisch malheur. "In het begin hadden we een probleem met een rijderswissel, dat werkte niet goed. Daardoor lagen we meteen anderhalve ronde achter. 's Nachts hield de computer van een teamgenoot het tijdelijk voor gezien, waardoor we nog eens twee ronden verloren."

De podiumambities waren daarmee om zeep, al heeft men de race wel keurig uitgereden. "Dat hoort ook zo, dat doe je ook voor JOTA waarmee wij er samen veel tijd in hebben gestoken. En verder stel je jezelf op een gegeven moment andere doelen." Dat laatste leidde tot een aanval op de snelste raceronde en een bijzondere statistiek na de race. Op basis van twintig snelste ronden bleek Van Buren de sterkste rijder van het hele veld. Sneller en constanter dan wie dan ook. "Daar haal je natuurlijk nog wel wat voldoening uit. Dat is gaaf om te zien, een mooi lichtpuntje. En dit bewijst ook dat het bij ons zeker niet aan de snelheid lag, maar aan andere dingen."

 

Van Buren heeft zichzelf aan een miljoenenpubliek getoond en precies hetzelfde geldt voor simracen als geheel. Het evenement bracht de virtuele en echte racewereld bij elkaar. In het geval van Van Buren zelfs letterlijk. Zijn Team Redline werkte samen met de 'echte' formatie van JOTA. "Zij zijn de koningen van het endurance-racen in de LMP2. Samen hebben we dit event 'next level' aangepakt. Zij hebben met hun eigen engineers een unieke kijk op endurance-racen en wij hebben dat als simteam ook, dus dat versterkt elkaar mooi." Dat laatste geldt ook voor coureurs onderling. Van Buren heeft zijn collega's Felix da Costa en Rosenqvist mooi kunnen begeleiden. "Die gasten hebben een bepaald idee van hoe een normale auto werkt en een strategie om daarmee hard te gaan. Maar in de sim missen ze een stukje gevoel in het achterwerk. In het echt krijgen ze op die manier feedback van de auto en weten ze wat ze moeten doen. Maar in de sim is dat allemaal vager. Dat vangen wij vangen op door allerlei data te bekijken en te laten zien wat wij als simracers anders doen. En zodra je die echte racers een handvat geeft, pakken ze dat ook meteen op."

De virtuele Le Mans smaakt voor alle betrokkenen dus naar meer. Maar komt er een vervolg of bloedt alles dood als de coronacrisis voorbij is? "Nee, ik zie een vervolg best wel voor me. Dat kan na de coronacrisis alleen niet meer in het zomerseizoen. Dat kan pas vanaf het najaar, als iedereen richting de winterstop zit. Maar er is absoluut animo voor, dat weet ik honderd procent zeker. Als de timing klopt, kan het absoluut." Tot die tijd lonkt het echte werk, ook voor Porsche-piloot Van Buren. "Nu snakt iedereen weer naar echte autosport. In het begin was het simmen dé uitkomst, maar nu wordt het soms een beetje teveel van het goede. Je hoort steeds meer mensen zeggen ‘het is weer tijd voor echte brandstof’. Daar ben ik het wel mee eens en gelukkig begint dat nu weer. Daarna zullen we het simracen ook weer meer waarderen, want dat is altijd een wisselwerking geweest."

VIDEO: Hoogtepunten van de virtuele 24 uur van Le Mans

Sluit je aan bij de Motorsport community

Praat mee
Vorig artikel Directeur rFactor: "We begrijpen de frustratie van Verstappen"
Volgend artikel Directeur rFactor: "Virtual Le Mans was mijlpaal in simracen"

Beste reacties

Er zijn nog geen reacties. Wil je er één schrijven?

Meld je gratis aan

  • Snel toegang tot je favoriete artikelen

  • Stel alerts in voor breaking news en je favoriete coureurs

  • Laat je horen met de reactiemodule

Motorsport prime

Ontdek premium content
Abonneer

Editie

Nederland