Racing Team Nederland zet kleine stapjes: “Het gaat elke dag beter”

In de European Le Mans Series trekt de LMP2-klasse de meeste aandacht. Enkele teams, zoals G-Drive Racing, Graff en United Autosports nemen naast een schat aan technische ervaring ook zeer ervaren topcoureurs mee naar de circuits. Voor Racing Team Nederland was dat een ander verhaal. Voor het team is het racen met de gloednieuwe Dallara P217 een nieuw avontuur en ook de coureurs Jan Lammers en Frits van Eerd, beiden ingedeeld in de bronzen categorie, moesten wennen aan de omstandigheden. Een zevende plaats op de Red Bull Ring bleek in de eerste vijf wedstrijden de beste klassering.

“Als er rijders met veel ervaring actief zijn, dan zijn er ook teams die veel ervaring hebben. Wij moesten wat dat betreft natuurlijk een beetje vanaf nul beginnen. Ik moest weer aan dit niveau van competitie wennen bijvoorbeeld. Op zich gaat dat wel goed, maar je probeert de gedrevenheid effectief te gebruiken. Soms probeer je veel te hard en ben je te geforceerd aan het rijden, op andere momenten ben je te rustig. Dus je moet even je draai vinden”, legde Lammers in gesprek met Motorsport.com uit.

Niet veel later voegde teammanager Mark Koense eraan toe: “In zo’n situatie roep je altijd de standaardtekst ‘het is een leerjaar’ en dat wordt natuurlijk altijd afgedaan als een soort voorschot nemen op het feit dat het niet gemakkelijk zal worden. Maar het is ook niet gemakkelijk, dat zie je aan de deelnemende teams en rijders.”

Lammers merkte wel veel verbetering. Niet alleen dankzij de kennis die voormalig F1-coureur Rubens Barrichello tijdens de 24 uur van Le Mans inbracht, maar ook dankzij de routine die werd opgebouwd. “We beginnen beter te rijden en de auto op belangrijke aspecten te leren kennen. Als rijder ontdekken we de auto en als team worden we ook allemaal wat scherper. Frits komt van een grotere achterstand en die vecht zich er heel goed in.”

Meestrijden om de overwinningen zit er dan ook niet in, maar is ook eigenlijk nooit het doel geweest. Lammers vertelt dat hij zich met name op de andere rijders van de bronzen categorie richt: “Ik moet mezelf een beetje spiegelen aan [Anders] Fjordbach en Frits aan [Dennis] Andersen. "In principe moeten we daar in de buurt van kunnen zitten. Natuurlijk is het nooit de insteek dat je net zo hard wilt rijden als iemand want je wilt het natuurlijk beter doen, maar het feit dat we in die contreien komen is fijn.”

Stapje voor stapje

Van Eerd is dankzij zijn ervaring in onder meer de Dakar Rally en de BOSS GP geen onbekende achter het stuur. Maar de snelle LMP2-wagen is van een heel ander kaliber waardoor het team zich vooral richt op de progressie die wordt geboekt. “Voor Frits is het doel om aan de race te beginnen en dan aan het einde van de vier uur er weer beter uit te komen. Het klinkt vreselijk, alsof ik een motivatieverhaal wil houden, maar we hebben als team echt de instelling om er het beste uit te halen en iedere keer weer een stapje te zetten in plaats van naar de setup van de Russen te kijken en dat over te nemen”, lichtte Koense toe. “Wij proberen het echt stapje voor stapje te doen en Frits speelt daar ook een rol in. Afgezien van een spinnetje staat hij er nooit naast want hij houdt zich nog in. Hij probeert niet plots twee seconden harder te gaan maar hij probeert het in halve secondes en zet kleine stapjes.”

“Frits is heel analytisch, dus die ziet wat hij kan doen al zegt het verstand misschien van niet. We pakken het methodisch aan. Ik moet er wel aan toevoegen dat er nog meer te leren valt. Sommige teams hebben bijvoorbeeld al twee dagen getest [voordat het weekend begint] en wij komen op vrijdag aan voor de eerste trainingen en Frits moet dan de baan leren. Dan offert Jan zich op en hij rijdt dan weinig.”

Delen van data

Het team is overigens niet helemaal op zichzelf aangewezen. Dallara zorgt ervoor dat de data tussen Racing Team Nederland, Cetilar Villorba Corse en High Class Racing – allen rijdend met de Dallara P217 – met elkaar wordt gedeeld. “Zo kwamen alle engineers na de training in Paul Ricard naar Jan omdat hij flat out door Signes ging. Daar leren zij weer van en wij zien waarom zij bijvoorbeeld betere tractie hebben bij het uitkomen van La Source”, legde Koense uit.

“Als je ziet waar we in Silverstone stonden en waar we op Spa terecht zijn gekomen – en we hebben best veel issues gehad – is het gewoon heerlijk om te zien hoe het eruit komt.  Het is fijn om te zien dat het elke dag dat we rijden beter gaat.”

Afgelopen week werd bekend dat onder meer Dallara verbeteringen mag doorvoeren in een poging om het verschil met rivaal Oreca te verkleinen. Ook dat moet tijdwinst opleveren.