Het jaar van de waarheid voor Electric GT Championship

In december kondigde oprichter Mark Gemmell aan dat de klasse, wat ’s werelds eerste GT-kampioenschap met elektrische bolides moet worden, niet gebruikmaakt van de Tesla Model S P85+ maar de snellere P100D. Testwerkzaamheden zijn in volle gang, waarbij diverse verbeteringen zijn aangebracht om de auto geschikt te maken voor het circuitracen.

“Ik ben heel verheugd dat we de Tesla Model S P100D zullen gebruiken omdat deze ontzettend snel en innovatief is”, zei Gemmell. “Inmiddels kunnen teams zich inschrijven en met het vooruitzicht op de snellere bolide is dat aantrekkelijk.” 

Uiteindelijk moeten twintig coureurs aan de start verschijnen en deelnemen aan zeven evenementen op Europese circuits, waaronder Paul Ricard, Barcelona, Assen, Estoril en de Nürburgring. De kalender wordt naar verwachting in januari tijdens de Autosport International Show in Birmingham onthuld.

Interesse

Hoewel er nog geen teams en rijders zijn bevestigd, heeft de organisatie een zogenaamde rijdersclub opgericht om de internationale interesse aan te tonen. Het is een vergelijkbaar principe met dat van Formule E destijds, waarna officiële aankondigingen volgden. 

De EGT Drivers’ Club telt momenteel tien coureurs, waarvan twee Nederlanders: Jeroen Bleekemolen en Tom Coronel. Daarnaast hebben Kevin Ceccon, Dani Clos, Leilani Munter, Vicky Piria, Alice Powell, Ricardo Teixeira en Stefan Wilson hun steun toegezegd.

In de afgelopen maanden hebben verschillende rijders de kans gekregen om de ontwikkelingsauto te testen, waaronder voormalig F1-coureurs Heinz-Harald Frentzen en Karun Chandhok. “Ik was vereerd met het ontvangen van de uitnodiging van Electric GT om de auto te testen. Als coureur ben je altijd nieuwsgierig naar nieuwe en verschillende voertuigen en ik wilde graag een raceversie van de Tesla uitproberen”, reageerde Chandhok.

“De bestuurbaarheid van de auto is ontzettend goed en gebalanceerd ondanks dat het zich nog in de testfase bevindt”, voegde hij eraan toe. “Ik ben heel benieuwd naar de P100-versie, want die zou nog veel sneller zijn.”

Als het kampioenschap eenmaal van start gaat dan staat ieder raceweekend een training van twintig minuten op het programma, een kwalificatie van een uur en twee races over zestig kilometer. Een race wordt overdag verreden, de tweede ’s avonds. Maar tot die tijd moet de organisatie nog een aantal stappen maken.