Van Oranje hoopt DTM te behouden: “Maar wel met een vol veld”

De DTM opereerde van 2006 tot en met 2011 met twee merken, waarna BMW zich voegde bij Audi en Mercedes-Benz. Als onderdeel van kostenbesparing werd het aantal in te zetten auto's vanaf het huidige seizoen gereduceerd van acht naar zes per merk. Als er niets zou veranderen en er geen derde merk bij komt, zou het veld na 2018 nog maar twaalf auto's tellen.

“Ik vind het jammer”, zei Van Oranje in gesprek met Motorsport.com over de terugtrekking van Mercedes-Benz. “Vorig jaar was ik hier voor het eerst bij de DTM en ik vond het zelf veel gaver dan ik eigenlijk had gedacht. Die auto’s zien er supercool uit en als je ziet hoe snel het gaat, ja, ik vind het een hele gave klasse.”

Gevraagd naar de overlevingskansen van de DTM met twee merken, twijfelt Van Oranje over het voortbestaan van de klasse wanneer alleen Audi en BMW zijn vertegenwoordigd. “Volgend jaar is Mercedes er nog bij en ze zijn druk bezig om nieuwe merken binnen te halen. Je hebt merken nodig om het kampioenschap levend te houden en Mercedes is een goed merk om erbij te hebben”, vervolgde hij.

Ook in 2018 is de DTM te gast in Zandvoort. Circuiteigenaar Van Oranje is hoopvol gestemd dat de Duitse toerwagenklasse een derde automerk aan zich kan binden en op het Noord-Hollandse circuit actief blijft. “We hebben voor volgend jaar nog een afspraak en dan is Mercedes er nog bij. In de tussentijd kijken we wel hoe het zich ontwikkelt. De DTM heeft het altijd overleefd in de autosport en blijft populair, dus ik hoop wel dat het de goede kant opgaat”, zei hij. “Bij de rijders is dit het populairste circuit en wij hebben hen ook graag. Maar natuurlijk wel met een vol veld.”