Analyse

Terugblik: Abt ijzersterk, maar Frijns en Müller lopen DTM-titel mis

René Rast staat in de annalen van de DTM als laatste kampioen van het Class One-tijdperk genoteerd. Lange tijd zag het er anders uit. Niet Audi-kroonprins Rast, maar het dominante Abt-duo Nico Müller en Robin Frijns deelde de lakens uit. Hoe heeft het tij nog kunnen keren? Motorsport.com blikt met de voornaamste hoofdrolspelers terug op het laatste seizoen van deze auto's.

Robin Frijns, Audi Sport Team Abt Sportsline, Audi RS5 DTM

Foto door: ITR eV

Daarvoor eerst terug naar 5 september 2020. Die dag stapte Robin Frijns uitgelaten, maar ook zichtbaar opgelucht de persconferentiezaal van het TT Circuit Assen binnen. Waar het gezicht een jaar ervoor nog op onweer stond na een pechweekend, was er nu volop reden tot juichen in Drenthe. Even daarvoor wist hij onder verraderlijke omstandigheden zijn eerste DTM-triomf te pakken. Een langverwachte zege. En dat in eigen land en zelfs in coronatijd nog met publiek erbij, kon het mooier? "Het is een grote opluchting om eerlijk te zijn. Ik ben vaak in de positie geweest, maar telkens ging er iets mis. Dit keer viel alles samen. Om hier in Assen te kunnen winnen, ik had eigenlijk geen betere plek kunnen bedenken."

Het is ook tekenend voor zijn goede start van 2020. Waar het vorige seizoen dankzij pech nog grotendeels door het putje spoelde, nestelde Frijns zich dit jaar tussen de groten van de Duitse merkenklasse. Met de pure snelheid zat het meteen wel snor en dat zijn Audi RS5 niet om de haverklap de geest gaf - in tegenstelling tot 2019 - hielp ook een handje. De Limburger wist vijf maal pole-position te pakken, hetgeen al veelzeggend is. Waar een hoge bandendegradatie hem op Spa en op de Lausitzring nog parten speelde, viel het in Assen allemaal op z'n plek. Frijns won op zaterdag en moest zondags enkel Sheldon van der Linde voor zich dulden na een tactisch huzarenstukje van BMW. Maar de ban bleek gebroken.

Lees ook:

Razende Rast raakt radeloos, maar niet reddeloos

Op datzelfde TT Circuit gebeurde er nog iets anders tekenends: René Rast droop teleurgesteld af. Zelfs zozeer dat hij geen TV-interview gaf en alsnog leegliep toen ondergetekende hem later te pakken kreeg: "Ik weet echt niet wat er aan de hand is, maar op die mannen van Abt staat nu geen enkele maat." Zucht. Rast, die zijn zege op Spa ook al kwijtraakte, was radeloos. Vreemd was die teleurstelling allerminst. Na een extreem dominant 2019 werd hij ditmaal om de oren gereden door de mannen van Abt Sportsline. Frijns had zijn hoogvorm te pakken en Müller deed het met drie zeges in de eerste vier krachtmetingen nog iets beter. Doordat de Zwitser zich ook bijzonder constant toonde, voerde hij het kampioenschap soeverein aan.

Frijns kon worden opgeschreven als voornaamste belager, Rast klampte vooral aan. De rest stond niet eens op de kaart. Drie tenoren en daarachter heel lang niks. Na vertrek uit de Drentse hoofdstad zette die lijn zich voort en bleef het crescendo gaan voor de mannen van Abt. Zo verdeelden teamgenoten Frijns en Müller de buit tijdens twee raceweekenden op de Nürburgring. Laatstgenoemde consolideerde zijn voorsprong, maar de Nederlander klopte geregeld op de deur. Een ludieke tweet toonde de onderlinge dynamiek en ook de verwachte titelstrijd tussen twee teamgenoten. "Ik voel me niet opgejaagd", liet Müller in een interview weten, waarna Frijns met een knipoog reageerde: "Maar dat word je echt wel hoor."

Abt-duo krijgt geen loon naar werken door sensationeel slot Rast

Fundamenteler was echter dat beide collega's tezamen werden opgejaagd door een kampioen met revanchegevoelens. Rast wenste zich terug te knokken en vond in Zolder, met enig gevoel voor drama in de achtertuin van Frijns, geliefd jachtterrein. De Duitser had echter nog wel 'a mountain to climb' zoals de Britten dat mooi zeggen. Rast keek tegen een achterstand van 47 punten aan op Müller en dat met nog zes races voor de boeg, verdeeld over drie weekenden.

Tamelijk veel, maar de Zwitser zag zijn voorsprong als sneeuw voor de zon verdwijnen. Waar hij door povere kwalificaties achter pakweg Harrison Newey en Jamie Green belandde, deed Rast vooraan stoïcijns zijn ding. Foutloos en met veel machtsvertoon. Een ongelukkige timing van de safety car gooide voor Müller nog meer roet in het eten. Zijn voorsprong van 47 punten was bij het verlaten van België al omgetoverd in een achterstand van 19 punten. Müller was voor het eerst de leiding van het kampioenschap kwijt en dat met het slotweekend in zicht. "Erg zuur, behoorlijk balen. We hebben het hele jaar zo hard gevochten en dan krijg je dit... We hebben misschien één of twee foutjes gemaakt en verder nog een paar keer pech gehad. Voor de rest hebben we zo'n beetje een optimaal seizoen gedraaid, maar ja daar koop je nu niks voor."

Tekst gaat verder onder de foto:

 

Maar goed: Abt had toch twee ijzers in het vuur, dus hoe verging het Frijns ? Het antwoord luidt 'niet veel beter'. Waar Müller in Zolder snelheid tekortkwam, ging Frijns ten onder aan twee DNF's. Tijdens het eerste raceweekend liet hijzelf een grandioze kans onbenut. Met Rast aan de leiding leek hij op weg naar een belangrijke P2. De meest kostbare fout van zijn nog jonge DTM-loopbaan gooide echter roet in het eten. Bij het uitkomen van de pitstraat crashte hij op koude banden. Juist doordat het zo'n vreemd moment was, dachten velen aan technisch malheur. Frijns was echter zo chique om de hand in eigen boezem te steken. "Een rijdersfout. Ik crashte zelf, dat is het hele verhaal. Ik ben enorm teleurgesteld, maar kan alleen naar mezelf kijken." Waarvoor hulde. Een week later werd hij tot overmaat van ramp de dupe van het vechtende duo Fabio Scherer en Jonathan Aberdeen. Een aanrijding van achteren betekende een nieuwe DNF en bovenal einde oefening voor zijn titelaspiraties: "Mission impossible", wist hij ook.

Rast maakt het karwei af, Abt treurt: "We hadden de titel verdiend"

Waar de Abt-rijders om uiteenlopende redenen kopje onder gingen, verzamelde Rast in Zolder - houd u vast - 109 van de 112 haalbare punten. Dat is nog eens 'de laatste strohalm met beide handen aangrijpen'. Het bleek, om met een mooi Duits woord te spreken, zelfs een 'Vorentscheidung'. De mannen van Abt waren van onfeilbaar in één klap verworden tot furieuze achtervolgers. Kansloze achtervolgers ook, zo bleek. Voor de verlaten tribunes in Baden-Württemberg weerde Müller zich nog wel kranig, maar kon hij de verloren zaak niet meer rechtzetten. Net zoals in 2019 moest de coureur uit Thun genoegen nemen met de titel 'best of the rest'. Een hard gelag. "Ik ben verschrikkelijk teleurgesteld. We zijn steeds blijven dromen en ook blijven vechten tot de meet. Maar als de vlag eenmaal valt, dan weet je dat het over is en komt de teleurstelling. Ik heb echt wel een paar nachtjes nodig om dit te verwerken."

Dit is zo'n beetje de definitie van het Duitse woord 'Enttäuschung'. Aan de andere kant van het spectrum kon Rast zijn geluk niet op. Met winst en een tweede plek greep hij zijn derde titel in een tijdsbestek van vier jaar. En dat alles in stijl. De normaal zo koele Duitser werd na afloop overmand door emoties. Met tranen in de ogen deed hij zijn verhaal: "Als iemand mij vijf of zes weken geleden had verteld dat ik kampioen zou worden, dan had ik gezegd dat die persoon totaal geen verstand van autosport had. Ik dacht drie raceweekenden geleden al dat de zaak verkeken was. Ik ging naar Zolder met het idee 'de titelstrijd is toch om zeep, maar ach laten we kijken wat we kunnen doen'. En dan dit... Deze titel is erg emotioneel voor mij. Nu ben ik ook nog eens de meest succesvolle Audi-coureur ooit in de DTM, het is niet te bevatten."

Die laatste woorden zijn ook van toepassing op de renstal van Müller en Frijns, maar dan iets anders. "De klap van dit seizoen komt bijzonder hard aan. Rast verdient de titel, maar het doet extra pijn omdat wij dit jaar geweldig werk hebben verricht. We wisten het kampioenschap voor teams bijvoorbeeld nog nooit zo vroeg te pakken. Maar in de titelstrijd voor coureurs hebben we alles verloren in Zolder", mijmert Abt-teambaas Thomas Biermaier. "Met onze geweldige prestaties hadden we die titel ook zeker verdiend. Maar ach: ondanks dat de grootste beker hier nu niet staat, vind ik de coureurs naast mij wel grote kampioenen", looft hij Müller en Frijns. Laatstgenoemde betreurt naast het mislopen van de titel vooral het afscheid van de bloedsnelle Class One-bolides. "Ik vind het inderdaad jammer dat ik derde ben geworden, maar ook zeker dat het nu afgelopen is met deze auto's. Naarmate je ouder wordt, denk je toch terug en kijk je wat je allemaal hebt gedaan. Nu is het even balen, maar over een paar weken kan ik misschien wel terugkijken op een aardig seizoen." Terugkijkend op dit inmiddels afgesloten Class One-tijdperk kunnen wij vooral tot slot concluderen: DTM went out with a bang in 2020.

VIDEO: DTM-tijdperk afgesloten met prachtig eresaluut van Audi

Sluit je aan bij de Motorsport community

Praat mee
Vorig artikel VIDEO: DTM-tijdperk afgesloten met prachtig eresaluut van Audi
Volgend artikel Berger verwacht topcoureurs in GT Plus-DTM: “Vettel meldde zich”

Beste reacties

Er zijn nog geen reacties. Wil je er één schrijven?

Meld je gratis aan

  • Snel toegang tot je favoriete artikelen

  • Stel alerts in voor breaking news en je favoriete coureurs

  • Laat je horen met de reactiemodule

Motorsport prime

Ontdek premium content
Abonneer

Editie

Nederland