Pittige kritiek: 'BMW won constructeurstitel met slechtste auto'

Paffett is geen voorstander van de nieuwe reglementen die dit seizoen werden ingevoerd, waarbij de organisatie de snelste rijders ‘bestraft’ met succesgewicht. Daardoor zou volgens organisator ITR de spanning in de klasse terug moeten komen en zouden meer rijders en teams mee moeten kunnen doen om de overwinning. Toch schort er nog het nodige aan de reglementen, zo stelt de ervaren Mercedescoureur.

“Succesgewicht is een belangrijk discussieonderwerp”, stelde hij tegenover Motorsport.com. “Niets ten nadele van BMW maar zij wonnen het constructeurskampioenschap met de slechtste auto. Dus de resultaten vertellen niet het gehele verhaal.”

BMW onder basisgewicht

BMW stond laatste in het constructeurskampioenschap toen organisator ITR het succesgewicht invoerde. In de zeven kampioenschapronden die volgden, was het gemiddelde gewicht van een BMW 11096 kilo, ruim onder het basisgewicht van 1120 kilo. Mercedes kwam tot een gemiddelde van 1123,8 kg, Audi zat daar nog een stukje boven: 1127,2 kg.

BMW scoorde 52% van de punten in slechts twee ronden – Zandvoort en Oschersleben – waar de meeste auto’s van het Beierse merk met het minimumgewicht van 1105 kg reden.

Gary Paffett hecht daarom veel meer waarde aan de titel bij de rijders: “Dat vertelt het ware verhaal. De rijder die het kampioenschap  gewonnen heeft, heeft over het gehele seizoen genomen het beste gepresteerd. De jongens op de tweede en derde plaats, Jamie Green en Mattias Ekstrom, hebben ook geweldig gereden. Naar mijn mening is het rijderskampioenschap veel relevanter.”

Reglementswijziging voor 2016

Volgens de ervaren coureur moet de rijdersvereniging van de DTM ingrijpen om de reglementen voor komend jaar te wijzigen: “Als rijders weten we wat we willen. Ook den ik dat we goede ideeën hebben hoe we de show kunnen verbeteren voor de fans. Volgens mij is dat nodig. De DTM moet spannende races leveren, leuk om naar te kijken. Maar uiteindelijk moet de beste rijder van het beste team de race winnen. Die balans moeten we vinden.”

Interview door Sergey Bednaruk