Preview

Preview: Vijf redenen om juist in 2019 de DTM te volgen

Aankomend weekend begint op de Hockenheimring het DTM-seizoen 2019. Alhoewel het Duitse merkenkampioenschap na het vertrek van Mercedes enigszins in onmin is geraakt, heeft de klasse nog altijd voldoende te bieden. Motorsport.com blikt vooruit met vijf dingen om naar uit te kijken.

Ferdinand Habsburg, R-Motorsport, Aston Martin Vantage AMR, Bruno Spengler, BMW Team RMG, BMW M4 DTM, René Rast, Audi Sport Team Rosberg, Audi RS 5 DTM

ITR eV

Nieuwe auto's: mooier, sneller en luider

Allereerst moeten we het hebben over de nieuwe reglementen. De DTM lijkt op dat vlak een goede stap te hebben gezet, zeker voor de puristen onder ons. Qua geluid komt die doelgroep in de Formule 1 steeds minder aan zijn trekken, maar de Duitsers verzaken nog niet echt. Met de terugkeer van de turbo en een slordige honderd pk meer dan voorheen zijn de voortekenen goed.

Dat geldt ook voor de snelheid. Door het toegenomen vermogen moeten de nieuwe bolides met gemak driehonderd kilometer per uur halen. Deze ingrepen maken de DTM-bolides van dit jaar tot ware racemonsters. Een 'monster' is overigens niet het juiste woord voor het uiterlijk van de auto's. In dat opzicht hebben de aerodynamische veranderingen voor een fraai aanblik gezorgd. Dit heeft vooral te maken met de verbrede achtervleugels, hetgeen met de vernieuwde DRS en de geïntroduceerde 'push-to-pass' (kortstondig 30 pk extra) ook meteen het inhalen moet bevorderen.

 

Aston Martin als aantrekkelijke instapper

Toch moet het bij traditionele DTM-volgers ergens pijn doen dat dergelijke bolides niet meer met de befaamde ster uit Stuttgart zullen schitteren. De dominantie van Mercedes is in deze merkenklasse verleden tijd, althans voorlopig. Na het eerdere vertrek van Opel roept het ook meteen de vraag op wat er dan nog van een echte Duitse merkenklasse overblijft. Het cynische antwoord zou 'bijzonder weinig' zijn, maar een meer optimistische blik leert dat men met Aston Martin wel een aansprekende vervanger heeft gevonden.

Lees ook:

De Aston Martin-bolides zullen weliswaar onder Zwitserse vlag - van R Motorsport - strijden, maar het merk spreekt bij autoliefhebbers wel degelijk tot de verbeelding. Daarnaast heeft de formatie aardige coureurs weten te strikken voor het project. Een goede mix tussen ervaring en jong talent. Zo moeten Paul di Resta en Daniel Juncadella voor kwaliteit in die eerste categorie zorgen en mogen we Jake Dennis (F1-testcoureur bij Red Bull Racing) en Ferdinand Habsburg zeker als DTM-talenten bestempelen. Als Aston Martin een competitieve wagen levert, dan lijken alle ingrediënten voor een succesvol debuutjaar aanwezig. Het zou voor de DTM ook een zegen zijn, aangezien iets meer spanning aan de kop tussen verschillende merken absoluut gewenst is.

Hollands glorie: Frijns als serieuze kanshebber

Een ander veelbelovend aspect is dat in 2019 weer een Nederlander serieus kans maakt op eremetaal. Robin Frijns mag na een lastig eerste seizoen met Audi nu echt hopen op resultaten in klinkende munt. Audi lijkt de zaken namelijk aanmerkelijk beter voor elkaar te hebben dan vorig jaar om deze tijd. Zo was het merk met de vier ringen tijdens de testdagen steevast vooraan te vinden en beloofde motorsportbaas Dieter Gass eerder al dat Audi 'vanaf het begin competitief zal zijn'.

 

Als het beschikbare materiaal goed genoeg is, komt het vooral op de Limburger zelf aan. Ook op dat vlak lijkt Frijns zich niet meteen zorgen hoeven maken. Sterker nog, hij boekte in Parijs zijn eerste Formule E-zege en bezet momenteel zelfs de eerste stek in dat kampioenschap. Frijns is met andere woorden uitstekend in vorm en hoopt dat momentum ook richting de DTM mee te nemen. Zijn ervaring van vorig jaar en goede optredens in de pre-season test moeten daarbij helpen. Het zet de hoge verwachtingen allemaal extra kracht bij. Met deze goede voortekenen van zowel Audi als Frijns is de #4 zeker een pion om rekening mee te houden voor dagzeges en de felbegeerde titel.

TT Circuit Assen verwelkomt Duitse vrienden

Een dergelijke ontwikkeling zal men in Assen alleen maar met gejuich begroeten. Nederlands succes is voor ieder evenement een welkome bijkomstigheid en zal het DTM-debuut op de Drentse hei nog net iets meer cachet geven. Nog los van Frijns belooft het Duitse toerwagenweekend in Assen sowieso interessant te worden, voor beide partijen.

Enerzijds zal de DTM in juli ondervinden hoe de overstap vanuit Zandvoort uitpakt. De voortekenen lijken alvast goed. Assen is qua faciliteiten verder dan het duinencircuit en kan vanwege de ligging ook nog een graantje meepikken van Duitse fans in het grensgebied. Anderzijds kijken het TT Circuit en de bijbehorende promotor ook reikhalzend uit naar de bulderende machines. Na de Champ Car-race van 2007 is het weer eens een groot autosportevenement in Assen. Aangezien het circuit zich met kleine aanpassingen meer en meer voor auto's wil lenen, is het DTM-weekend van 2019 op voorhand een zeer interessante testcase.

Bijprogramma's op de schop: W Series en Super GT

Het laatste punt om naar uit te kijken betreft de verdere aankleding van de DTM-weekenden en dan vooral het feit dat men daarin baanbrekend durft te zijn. Toegegeven, het wegvallen van het Europese kampioenschap Formule 3 - met Mick Schumacher als laatste kampioen - is een groot gemis en een extreem zware klap voor het bijprogramma. Maar dat neemt niet weg dat toeschouwers in onder meer Assen nog voldoende overhouden om naar uit te kijken.

Lees ook:

Het meest voorname aspect daarvan bestaat uit de W Series, een uniek initiatief waarin 's werelds beste vrouwelijke coureurs in een Formule 3-bolide tegen elkaar strijden. Dat Nederland met Beitske Visser meteen titelkansen heeft, maakt het geheel nog net iets interessanter. Daarnaast werkt de DTM zelf steeds meer aan een samensmelting met de Japanse Super GT. Door het min of meer gelijktrekken van de reglementen staat er voor dit seizoen al een mooie kruisbestuiving op de rol, hetgeen meer spektakel moet opleveren en bovendien een opmaat lijkt naar meer.

Wie hiermee nog niet voldoende aan zijn trekken is gekomen, kan misschien nog zijn heil zoeken in de historie. Zo stapt Jan Lammers op de Norisring in voor een demo met de iconische BMW Procar, komt de BOSS GP met historische F1- en F2-auto's in actie in Assen en kan het Belgische Zolder zich verheugen op Tourenwagen Classics met befaamde parels uit het DTM-verleden. Zo probeert het kampioenschap op creatieve wijze de eigen geschiedenis in ere te houden en continu een brug tussen heden en verleden te slaan. Moraal van het verhaal: Mercedes mag dan wel vertrokken zijn, maar voor echte raceliefhebber is de DTM in 2019 nog steeds het aanschouwen waard.

Sluit je aan bij de Motorsport community

Praat mee
Vorig artikel Van underdog naar kanshebber: hoe Aston Martin haar DTM-rivalen verbaasde
Volgend artikel BMW verwacht "veel uitvalbeurten" met nieuwe DTM-motor

Beste reacties

Er zijn nog geen reacties. Wil je er één schrijven?

Meld je gratis aan

  • Snel toegang tot je favoriete artikelen

  • Stel alerts in voor breaking news en je favoriete coureurs

  • Laat je horen met de reactiemodule

Motorsport prime

Ontdek premium content
Abonneer

Editie

Nederland