Zo denkt de DTM nieuwe merken te kunnen aantrekken

Het nieuws over het vertrek van Mercedes kwam als een donderslag bij heldere hemel. Een DTM zonder de fabrikant uit Stuttgart, kan dat wel? Eén voordeel: Mercedes blijft tot eind 2018 actief in de klasse, zodat er voldoende tijd is voor Audi, BMW en organisator ITR om oplossingen te vinden. Maar er zijn wat obstakels om het veld al in 2019 aan te vullen: de Japanse Super GT500 is niet geheel compatibel en het tijdschema voor nieuwe fabrikanten is te krap. 

Met de komst van de viercilinder turbomotoren vanaf het seizoen 2019 heeft de DTM een eerste belangrijke beslissing genomen over de toekomst van de klasse. Daarnaast is men zeer te spreken over het Class One-reglement, waardoor een gerede overlap tussen de DTM en de Super GT gewaarborgd wordt. Tijdens de seizoensfinale op Hockenheim kan een volgende zaadje gepland worden: Nismo en Lexus geven namelijk een demo met hun Japanse racemonsters. Dat biedt bovendien voldoende tijd voor overleg tussen alle betrokken partijen gedurende het weekend. 

“We moeten er vaart achter zetten, het klokje richting 2019 tikt onophoudelijk verder”, zei BMW Motorsport-baas Jens Marquardt. “We moeten aan de toekomst blijven werken, nu moeten we opstaan en handelen. Het Class One-reglement is er al geruime tijd. Daar zijn we slechts minimaal van afgeweken. Op basis van deze regels is iedere fabrikant aan de slag gegaan. Het doel is om op deze basis voort te borduren.”

Slechts twee fabrikanten in 2019

Audi en BMW hebben duidelijk te kennen gegeven in 2019 actief te blijven in de DTM, ook zonder Mercedes. Maar dan moeten er wel knopen doorgehakt worden. Marquardt: “2019 wordt een overgangsjaar. We moeten de complexe situatie omtrent het Class One-reglement tegen die tijd nogmaals onder de loep nemen en mogelijk nog wat aanpassingen doorvoeren. Er kan sprake zijn van een korte overgangsperiode met twee fabrikanten, maar dat mag niet te lang duren.”

Het seizoen 2019 wordt naar alle waarschijnlijkheid een duel tussen Audi en BMW. Tijdens de IAA in Frankfurt werd er druk gesproken met hoogwaardigheidsbekleders van andere fabrikanten, om de potentiële belangstelling voor de DTM te polsen. De plannen van de Class One-regels, de nieuwe motorformule en een mogelijke integratie van hybridetechniek zijn enthousiast ontvangen. Het tijdschema voor een entree in 2019 lijkt echter te krap.

Regels gelijktrekken met Japan

Het is van groot belang dat gedurende het seizoen 2019 geanalyseerd wordt hoe de DTM in 2020 volledig compatibel kan zijn met de Japanse Super GT. Op motorisch gebied zijn er veel overeenkomsten maar de aerodynamica verschilt behoorlijk. Bovendien rijden de fabrikanten in Japan niet met eenheidsbanden van dezelfde producent en zijn de races doorgaans een stuk langer dan in de Duitse klasse het geval is. 

De BMW-topman zei: “Onze regels moeten overeenkomen met die van de Japanners. Maar dat niet alleen. Het gaat er ook om de obstakels voor de fabrikanten en teams uit de weg te ruimen om internationale uitbreiding mogelijk te maken.” Het idee is om componenten van de motor te koop aan te bieden om de kosten te beperken en het eenvoudiger te maken voor nieuwe partijen om in te stappen. Audi Sport-chef Dieter Gass legt uit: “Iedere fabrikant bouwt een eigen motor. Wanneer een bepaalde partij geïnteresseerd is in een entree, moeten we om de tafel om te bekijken of men misschien bepaalde componenten van de motor kan verkopen om de start wat soepeler te laten verlopen. Wanneer er sprake is van een motor met eenheidsonderdelen, is dat geen enkel probleem.”

Het draait niet alleen om kosten, maar ook om prestaties. Daarom moet 2020 het ideale seizoen worden om in te stappen: “We moeten ervoor zorgen dat nieuwkomers relatief snel op het sportieve niveau komen dat zij plezier beleven aan hun deelname”, benadrukte Marquardt. 

Er is dus nog heel wat werk aan de winkel, maar alle betrokken partijen hebben alle vertrouwen in een mooie toekomst.

Met medewerking van Julia Spacek, Motorsport.com Duitsland