Assen beleeft geslaagd DTM-debuut: "Goede basis voor de toekomst"

Zandvoort fungeerde sinds 2001 als traditionele bestemming voor de Nederlandse DTM-ronde, maar werd voor dit jaar vervangen door de Drentse hoofdstad. Met de verplaatsing naar het TT Circuit kregen nagenoeg alle coureurs onbekend terrein voorgesteld en kon Assen zichzelf - naast de faam als motorsporttempel - ook bewijzen als geschikte plek voor snelheid op vier wielen.

Volgens Lee van Dam, voorman van promotor LDP International, is dat laatste uitstekend gelukt. Zowel van het publiek als van de teams ontving hij positieve signalen. Het maakt de conclusies dan ook een hele simpele: "Het evenement is geslaagd, wij zijn heel tevreden. Alles is goed verlopen, de races zelf en ook onze samenwerking met DTM-organisatie ITR", trapt Van Dam af tegenover Motorsport.com. "Ik heb veel rijders en teams gesproken en die waren allemaal zeer tevreden. Wij dachten vooraf dat inhalen misschien een probleem kon worden, maar dat was volgens de betrokkenen niet het geval. Daarnaast vond men de faciliteiten, hotels en infrastructuur hier enorm goed."

Dit enthousiasme wordt overigens gedeeld door ITR-voorman en voormalig Formule 1-coureur Gerhard Berger. Sterker nog, de Oostenrijker toont zich onder de indruk. "Ik heb zaterdag tien ronden met hem over het circuit gereden en hij was inderdaad laaiend enthousiast", vervolgt Van Dam. "Ik moest de auto zelfs een paar keer draaien om alles goed te bekijken en hij vond het een geweldig circuit. Hij gaf ons ook een enorme pluim voor de organisatie."

Naast deze lovende kritieken van coureurs en organisatoren is vanzelfsprekend de publieke interesse van belang. Met de geschatte 38.000 toeschouwers kan Van Dam ook op dat vlak goed leven. "Ja, dat is een behoorlijk aantal en ook in lijn met onze verwachtingen. Het was 's ochtends nog niet heel druk en dat is op zich jammer gezien de mooie W Series-race. Het was sowieso jammer dat die race al zo vroeg op de planning stond. Maar goed, voor de DTM-race waren de tribunes wel een stuk meer gevuld, dus dat is positief."

Voor het huwelijk tussen de DTM en Assen geldt dus 'so far, so good'. Voor de editie van volgend jaar - het contract bindt beide partijen immers voor drie jaren - heeft Van Dam dan ook weinig te wensen. Hij hoopt enkel de BOSS GP vast te houden voor de benodigde F1-actie en waar mogelijk nog een DTM-gastrijder te strikken. Voor dat laatste punt staat één naam met stip bovenaan het lijstje: Valentino Rossi. "Voor dit jaar hebben er ook al gesprekken plaatsgevonden met coureurs, we hadden zelfs bijna Andrea Dovizioso via Ducati in Assen gehad. Rossi wil zelf ook graag een keer DTM-rijden, maar het schijnt dat Yamaha voor dit jaar geen toestemming wilde geven."

Dat is met andere woorden een doel voor 2020. "Daar zullen we wel achteraan gaan ja. En als Rossi volgend jaar DTM wil rijden, dan zal het waarschijnlijk hier in Assen zijn. Dit is namelijk zijn lievelingscircuit", weet Van Dam. Hij verwacht volgend jaar bovendien iets meer kans te maken, aangezien het evenement na het debuutjaar steviger in de schoenen staat. "Het werkt net als in de topsport: je moet eerst presteren voordat je de hand kunt ophouden." Dat 'presteren' is bij deze gelukt. De positieve reacties onderstrepen dat en maken Van Dam een tevreden man. "Het was best lastig om alles op te zetten en te organiseren, maar de voldoening is groot. Dit is bovendien een goede basis voor de toekomst, dus ik ben zeer tevreden."

Samenvatting van de allereerste DTM-race in Assen: