Zeven dingen die we geleerd hebben van de eerste Dakar-week

Honda mag – ondanks uitstekende uitgangspositie – niet te vroeg juichen

Een jaar geleden had Honda ook een goede uitgangspositie voor de tweede week van de Dakar Rally, maar toen ging het allemaal mis in de tweede helft van de wedstrijd. Het eerste deel van de vorige zin is ook van toepassing op deze editie. Ricky Brabec heeft op de rustdag een voorsprong van twintig minuten op Pablo Quintanilla en Toby Price. Maar men zal er bij HRC Honda allesbehalve gerust op zijn met het oog op de loodzware tweede week. Dat bewijs werd al tijdens de zesde etappe geleverd toen Kevin Benavides zijn blok op 44 kilometer van de finish in de soep draaide. Er mogen blokken gewisseld worden, maar hier staat wel 15 minuten tijdstraf op. Vraag is of Honda zich dat kan en wil veroorloven. Honda heeft een goede uitgangspositie en het wordt heel interessant om te zien of ze het deze keer om kunnen zetten in winst.

Brabec gaat net als een jaar geleden aan de leiding bij het ingaan van de tweede week. Kan Honda de voorsprong deze keer wel omzetten naar winst?

KTM kwetsbaarder dan andere jaren

Dat de betrouwbaarheid bij KTM wel op orde is, bewijst de Oostenrijkse formatie al achttien jaar. Toch hebben de rijders her en der al wat steken laten vallen. Sam Sunderland crashte uit de wedstrijd en Matthias Walkner, Toby Price en Luciano Benavides hebben allen al iets meegemaakt. Honda staat er dus goed voor, of komt de grootste bedreiging ook dit jaar weer van Quintanilla? De Chileen (die op een KTM met Husqvarna-stickers rijdt) staat nu tweede, maar lijkt op pure snelheid niet de sterkste van het veld. Conclusie is dat KTM iets kwetsbaarder is dan eerdere edities en dat de concurrentie daar nu van kan profiteren. Of beter gezegd: van moet profiteren.

Mini-buggy sterker dan voorgaande jaren

Mini kwam er tijdens de vorige Dakar eigenlijk niet aan te pas en dat was het teken dat er hard gewerkt moest worden om de wagens voor dit jaar wel op punt te krijgen. We kunnen na een week in de Dakar wel concluderen dat het pakket een stuk sterker is geworden. Bovendien heeft de formatie een line-up waarin weinig fouten gemaakt worden. Carlos Sainz is bezig aan een buitengewoon sterke wedstrijd, maar het venijn zit voor El Matador vaak in de tweede week. Stephane Peterhansel kende wat opstartproblemen met zijn navigator, die de Engelse taal niet helemaal machtig is. Toen dat opgelost werd pakte de dertienvoudig winnaar van de Dakar Rally twee overwinningen.

Stephane Peterhansel had door de taalbarrière problemen met zijn navigator, maar het duo is inmiddels sterk onderweg.

Lekke banden kosten Toyota veel tijd

Met de top-drie binnen zestien minuten, Nasser Al-Attiyah staat in zijn Toyota op iets minder dan acht minuten van Sainz, belooft het bij de auto’s een bijzonder spannende week te worden. Vraag is wel of Al-Attiyah op hoog tempo risico’s kan blijven nemen als de banden van de Hilux zo snel de geest geven. De Qatari heeft in de eerste paar dagen van de rally zes banden moeten wisselen die kapotgesneden werden door de scherpe rotsen. Hij was niet de enige. Ook de andere rijders van Toyota moesten regelmatig uit de wagen om banden te vervangen. Bernhard ten Brinke heeft zijn portie lekke banden ook gehad in de eerste week, maar hij en navigator Tom Colsoul hebben zich knap hersteld in de laatste dagen voor de rustdag. Ten Brinke heeft nog geen grote fouten gemaakt en ligt normaal gesproken op koers voor een top-zes finish, aannemende dat er nog wel wat gaat gebeuren.

Alonso redt zich heel aardig bij debuut in Dakar Rally

Fernando Alonso heeft zich de laatste maanden eigenlijk alleen geconcentreerd op zijn debuut in de Dakar Rally. Al die arbeid moest bijdragen aan een succesvolle deelname aan de zwaarste rally ter wereld. Tot nu toe kunnen we wel stellen dat Alonso een heel aardig debuut in de Dakar achter de rug heeft. Grote fouten heeft de coureur nog niet gemaakt en de snelheid zit er over het algemeen ook heel aardig in. De Spanjaard heeft weliswaar drie uur achterstand op koploper Carlos Sainz, maar het was voorafgaand aan de rally ook nagenoeg onmogelijk om van Alonso te verwachten dat hij top-tien zou rijden. Met een paar uitschieters in de eerste week heeft de tweevoudig F1-kampioen zich alvast van de goede kant kunnen laten en er komen nog momenten in de tweede week waarop hij zich kan onderscheiden. Een dagsucces is wellicht te hoog gegrepen, maar een top-drie lijkt op een goede dag toch zeker haalbaar.

Fernando Alonso heeft een goede eerste week achter de rug.

Er staat wederom geen maat op de Russische armada van Kamaz

Bij de trucks bezet de Russische firma Kamaz de eerste twee plaatsen. Verrassend? Niet bepaald. Het is zo’n beetje het enige echt professionele team dat meedoet in de Dakar en dat is te zien in de snelheid die de coureurs behalen, maar ook de risico’s die ze durven te nemen. Dat is niet iets waar de Nederlanders van bijvoorbeeld Team de Rooy aan kunnen tippen, maar ook Siarhei Viazovich van MAZ heeft grote moeite dat langere tijd vol te houden. Janus van Kasteren, de best geklasseerde Nederlandse vrachtwagencoureur, zei daarover in gesprek met Rallymaniacs.com: “Die Kamazzen zijn gewoon niet bij te houden. Die gaan gewoon overal plank gas over die paden. Het kan niet anders dat ze overal voluit gaan. Op van die paden met stenen begint onze auto te dansen en moet je een beetje voorzichtiger gaan rijden, maar die jongens van Kamaz houden ‘m volledig aan. Die zijn zo afgetraind, daar hebben wij thuis geen tijd voor en zin in.”

Van Kasteren op schema voor top-vijf

Diezelfde Van Kasteren doet het overigens lang niet slecht. Aanvankelijk moest hij het kopmanschap bij Team de Rooy delen met Vick Versteijnen, maar die kende een dusdanige pechreeks in de eerste week dat hij nu alleen nog voor spek en bonen meedoet. Van Kasteren kijkt uit naar de tweede week, als er nog veel meer zand komt. “Ik denk dat ik in dat terrein ook nog wel kan inlopen op Loprais en Macik [de naaste concurrenten in het klassement]”, zei hij. “Vandaag stak ik Macik ook voorbij. Ik heb het voordeel dat ik nog drie Iveco’s achter me heb. Zij hebben niemand en zullen ook zeker elkaar niet gaan helpen.”

De andere Nederlandse trucks presteren te wisselvallig om vooraan mee te doen. Pascal de Baar had erbij kunnen staan, maar viel tijdens de zesde etappe uit met een kapot differentieel. Martin van den Brink begon slecht aan de Dakar en verloor ook op de dag voor de rustdag weer 46 minuten na een aanrijding met een auto. Gert Huzink overkwam hetzelfde. In de breedte zijn de Nederlandse truckers niet zo sterk als andere jaren.