Herlings positief na comeback, maar ‘nog niet de oude’

Voor de crosser uit Oploo was het geen verrassing dat hij de zege aan Romain Febvre moest laten. “Iedereen verwacht dat je gelijk wint als je terugkomt, maar dat is niet realistisch”, analyseerde de KTM-coureur de verwachtingen van het massaal toegestroomde publiek tegenover onder andere Motorsport.com. “Dat is wel mooi om te zien. Ze hebben me natuurlijk lange tijd niet zien rijden. Ik vind het wel jammer dat ik niet meer heb kunnen laten zien. Ik ben gewoon nog niet in mijn oude doen.”

Aanvankelijk streed Herlings ook in de tweede manche mee om de zege, maar hij moest het laten lopen. “In de tweede manche stortte ik fysiek helemaal in elkaar”, gaf de crosser toe. “Dat is iets waar we nog aan moeten werken en dat gaat ook wel goed komen, maar dat duurt nog even.”

“Ik had de motor gewoon niet meer goed vast en dit is dan niet het moment om risico’s te nemen. Of ik ze bij had kunnen houden? Natuurlijk had ik dat kunnen doen, maar het was beter om even rustig aan te doen.”

Ook in de eerste manche, die Herlings won, had hij het zwaar. “Na drie of vier rondes was het licht al bijna uit. Ik moest ook echt mijn best doen om mijn voet niet weer te stoten. Dit is sowieso al een baan waar ik erg mijn best op moet doen.”

Het glooiende parcours in Rhenen zat vol met sprongen en hoogteverschillen, wat dus extra belastend was voor Herlings zijn voet. “Dit was inderdaad niet de meest fijne baan, maar wanneer had ik dan wel moeten terugkomen?” vroeg Herlings zich hardop af. “Ik kan niet blijven uitstellen, al ben ik eigenlijk al zo snel mogelijk op de motor gesprongen. Ik heb niet echt fatsoenlijk kunnen trainen.”

De KTM-coureur is pas twee weken in training, zo vertelde hij. “We hebben nu zeven keer gereden. Het is ook pas de tweede keer dat ik twee keer 35 minuten op een dag rij”, legde Herlings uit, die positief bleef. “De rest van de jongens zitten middenin het seizoen en dit is mijn eerste wedstrijd in negen maanden. Dat ik ze bij kan houden is denk ik iets waar we niet ontevreden over mogen zijn.”