Dutch Racing Academy stoomt jong talent klaar voor het hoogste niveau

Hoewel Nederland met Bo Bendsneyder en Michael van der Mark twee hoofdrolspelers heeft op het hoogste niveau van de motorsport, droogt de doorstroom de laatste jaren wel op. In aanloop naar de Dutch TT in Assen werd de Dutch Racing Academy gelanceerd om talent door te laten breken op het hoogste niveau.

Voorstelling Dutch Racing Academy

Voorstelling Dutch Racing Academy

Motorsport.com Global

Oranje boven

Alles over de nationale coureurs!

Vanuit de hele wereld zijn initiatieven opgestart om talent te begeleiden op de lange weg naar de MotoGP. Neem als voorbeeld de VR46 Academy van Valentino Rossi, waarvan Franco Morbidelli dit seizoen als eerste debuteerde in de MotoGP. Ook in Azië en Spanje zijn er dergelijke projecten opgezet, maar in Nederland blijft de doorstroom van talent achter. Dat was de conclusie van het Dutch Racing Team, actief in het Junior WK in Spanje, en RACE-KIDS.

De beide partijen hebben de handen ineengeslagen om de Nederlandse jeugd een kans te geven om door te stoten naar wereldniveau. “Dit initiatief moet de laatste stap worden binnen de Academy richting de Grands Prix of het WK Supersport”, vertelde woordvoerder Max de Vries in gesprek met Motorsport.com. “Het wordt momenteel wel ingevuld met verschillende kampioenschappen zoals het Molenaar NSF250 kampioenschap, maar je ziet dat dat voornamelijk gericht is op de competitie en niet zozeer op de trainingen. Het hangt dus af van wat ouders hebben aan geld, kennis en tijd die ze eraan willen besteden. Wat wij graag willen is dat de tussenruimte tussen de RACE-KIDS en Dutch Racing Team opgevuld wordt.”

WK Superbike-rijder Michael van der Mark vertelde eerder dit jaar in gesprek met Motorsport.com dat het opleidingstraject anno 2018 al een stuk beter op orde is dan in zijn tijd. Gevraagd waar de taak ligt voor de Dutch Racing Academy, zei De Vries: “Puur op het vlak van trainingen. Er zijn verschillende klassen waar de jeugd kan rijden en waar het niveau enorm hoog ligt. Zoals het CEV Junior WK, als je daar vooraan meedoet, rijd je ook vooraan in de GP’s. Dat zijn allemaal initiatieven die in de afgelopen jaren zijn ontstaan en waardoor talent steeds beter wordt, daar kan ik me wel in vinden. Wij richten ons niet op de competitie, maar puur op de training ernaast. In de NSF-klasse zijn bijvoorbeeld acht raceweekenden, maar wat doen de rijders de andere 44 weekenden in het jaar? Wij hebben veel verschillende motoren beschikbaar, daar kunnen ze heel veel op trainen. Niet alleen op het circuit, waar ze kunnen oefenen met ervaren trainers, maar ook daarbuiten. We bieden een heel pakket met mentale training en fysieke training, het regelen van de sponsoring, schoolprestaties, het verkrijgen van een status bij NOC*NSF. Het is een heel pakket.”

Wat betreft de trainingen krijgen rijders specifieke begeleiding. Daar speelt de Junior Track nabij het TT Circuit in Assen een grote rol in. “Je ziet dat de jeugd veel gerichter gaat trainen. Je ziet op de Junior Track in Assen veel jongens die zes sessies van een kwartier rijden’, vervolgde De Vries. “Ze rijden hun rondjes, stappen af en gaan dan maar wat ouwehoeren. Dan maak je geen echte stappen natuurlijk. Met een ervaren trainer erbij kun je gericht zaken uitproberen en dan wordt een rijder pas echt beter. Als je bezig bent met een trainer heb je daar later ook weer profijt van bij de races. Dan werk je met data en het team om de motor af te stellen, maar ook met kennis van het circuit. Dan weet je meer hoe je daar mee om moet gaan. In de [Red Bull] Rookies Cup zijn ze daar ook heel erg mee bezig, daar moeten rijders allerlei lijsten invullen waardoor ze feedback kunnen geven.”

In tegenstelling tot Azië, Italië en Spanje is de wegracerij in Nederland een relatief kleine sport. Op de vraag of Nederland genoeg talent in huis heeft voor een dergelijk programma, antwoordde De Vries: “Ik denk het wel. Tuurlijk is het in Nederland moeilijker dan in Italië of Spanje, daar is de sport veel groter. Je hebt veel minder aandacht, je hebt minder mensen die geïnteresseerd zijn. Het is natuurlijk moeilijker, maar ik weet zeker dat hier genoeg talent rondloopt. Je ziet het op de Junior Track, maar ook RACE-KIDS is in heel Nederland actief door circuits uit te zetten op bedrijventerrein en daar te rijden met de kleintjes. Daar zijn dan honderden aanmeldingen voor. Ik denk zeker dat het talent er is.”

Hoewel rijders als Bendsneyder en Van der Mark over een uitzonderlijk talent beschikking, zijn zij uitzonderingen binnen de Nederlandse sport. “Er komt zo nu en dan talent door zoals met Van der Mark en Bendsneyder, maar het zijn eenlingen. Zij hebben ouders die al in de wereld actief waren en wat betreft de financiën, trainingen en kennis alles weten over de sport. Ze weten wat ze moeten doen om op het hoogste niveau te kunnen komen. Als wij dat voor iedereen zo kunnen organiseren, kunnen we zeker een aantal talenten naar de Grands Prix brengen.”

Voorstelling Dutch Racing Academy

Voorstelling Dutch Racing Academy: Initiatiefnemers Henk Schotman (Race-Kids) en Hans van den Oever (Dutch Racing Team)

Foto: Dutch Racing Academy

Sluit je aan bij de Motorsport community

Praat mee
Vorig artikel MotoE World Cup maakt meer details over races bekend
Volgend artikel Herlings over Zwarte Cross: “Je moet het meemaken, anders geloof je het niet”

Beste reacties

Er zijn nog geen reacties. Wil je er één schrijven?

Meld je gratis aan

  • Snel toegang tot je favoriete artikelen

  • Stel alerts in voor breaking news en je favoriete coureurs

  • Laat je horen met de reactiemodule

Motorsport prime

Ontdek premium content
Abonneer

Editie

Nederland