Special feature

Eindrapporten MotoGP 2022: Alle coureurs beoordeeld

Het MotoGP-seizoen 2022 gaat de boeken in als het jaar waarin de grootste achterstand omgezet werd in een wereldtitel. Was het daarmee een goed seizoen? Presteerden de rijders en hun machines naar behoren? Maar liefst acht rijders scoorden een onvoldoende in 2022. En de topscorer? Een 9 voor Enea Bastianini. Lees hieronder het eindoordeel van Motorsport.com.

Alex Rins, Team Suzuki MotoGP leidt bij de start.

Dorna

Francesco Bagnaia – 8,5/10

Valentino Rossi heeft een opvolger, Casey Stoner heeft een opvolger. Francesco Bagnaia heeft de vloek van Ducati eindelijk weten te doorbreken. Met zeven overwinningen is Bagnaia de terechte wereldkampioen, al kende hij natuurlijk een seizoen met twee gezichten. Want tegenover die zeven overwinningen staan ook vijf nulscores. Dat Bagnaia dat nog kon herstellen, ligt natuurlijk ook aan de algehele kwaliteit van de rest van het veld. Die is misschien wat minder dan we aan het begin van dit seizoen dachten. Feit is dat Bagnaia de immense druk die er intern toch wel was bij Ducati heeft kunnen weerstaan. Hij slaagde er bovendien in om zijn aanstaande teamgenoot Enea Bastianini van repliek te dienen. De onverschrokken Gresini-rijder had geen enkele boodschap aan de titelambities van Bagnaia en liet het management peentjes zweten. Bagnaia, wars van teamorders, had er geen boodschap aan. Hij deed zijn ding en sleepte de wereldtitel binnen. Aan de klasse van Rossi en Stoner kan de nieuwe wereldkampioen nog niet tippen, maar de weg ligt vrij voor meer succes.

Fabio Quartararo, Yamaha Factory Racing, MotoGP-wereldkampioen Francesco Bagnaia, Ducati Team, Enea Bastianini, Gresini Racing.

Fabio Quartararo, Yamaha Factory Racing, MotoGP-wereldkampioen Francesco Bagnaia, Ducati Team, Enea Bastianini, Gresini Racing.

Foto: MotoGP

Fabio Quartararo – 7,5/10

Heeft Francesco Bagnaia de wereldtitel gewonnen of heeft Fabio Quartararo de titel verloren? Er zit een kern van waarheid in beide. Quartararo ging met een voorsprong van 91 punten op Bagnaia de tweede helft van het seizoen in. Waar de Fransman in de eerste tien races regelmatig uitblonk en boven de malaise bij Yamaha uitsteeg, lukte hem dat in de tweede helft van het seizoen nauwelijks meer. Alleen in Oostenrijk, waar Yamaha op papier kansloos was, scoorde hij een verrassende tweede plaats. Na drie nulscores in vier races deed Quartararo in Maleisië nog wat terug met een podiumplek. Het kalf was echter al verdronken. Quartararo moet weer op de trom slaan om Yamaha in beweging te krijgen, op basis van de post-race test in Valencia nog geen sinecure. Voor de zomer tekende Quartararo nog vol overtuiging voor twee jaar bij, maar in 2023 zal heel snel blijken of de rijder daar spijt van zal krijgen.

Enea Bastianini – 9/10

The Beast deed zijn naam eer aan. Zijn overwinning in Qatar was zonder twijfel het mooiste moment van dit MotoGP-seizoen, ook meteen het meest emotionele. Enea Bastianini scoorde vier overwinningen op een ouder Ducati-model en claimde meer dan terecht de derde plek in het kampioenschap plus de bijbehorende bonus. Gresini kan trots zijn op wat het bereikt heeft met Bastianini, op zijn beurt kan de rijder heel trots zijn op hoe hij zich dit seizoen in de markt gezet heeft. Onverschrokken noemden we hem eerder al, vooral omdat hij een signaal wilde afgeven richting toekomstig ploegmaat Bagnaia. Na een kleine dip in de zomerperiode had Bastianini de smaak gauw weer te pakken. De races in Misano, Aragon en Maleisië, waar Bagnaia telkens de tegenstander was, zullen bij de MotoGP-liefhebbers in het geheugen gegrift staan. Het wordt alleen daarom al heel interessant om te zien wat 2023 gaat brengen. Met de steun die Ducati hem volgend jaar kan geven, lijkt ook Bastianini een titelkandidaat te kunnen worden.

Aleix Espargaro – 8/10

Jantje lacht en Jantje huilt. Zo kunnen we het seizoen van Aleix Espargaro wel samenvatten. Na een geweldige eerste overwinning en nog eens vijf podiums stond Espargaro er riant voor bij het ingaan van de tweede seizoenshelft. Hij werd alom zelfs gezien als titelkandidaat. Zover kwam het niet. Espargaro blesseerde zichzelf op een tamelijk onschuldig moment op Silverstone en vanaf dat moment werd het verval ingezet. In Aragon haalde Espargaro nog een podium, maar de onervarenheid met de nieuwe machine en de terugkeer naar circuits waar de MotoGP drie jaar niet geweest was, bleek kostbaar. Aprilia schiet qua ervaring nog wat tekort. Bovendien werden er kostbare menselijke fouten gemaakt in de laatste races van het seizoen. Dat frustreerde Espargaro – sportief op zijn hoogtepunt – behoorlijk, al had hij met zijn blunder in Barcelona zelf ook een aandeel. Het is in zekere zin ook wel te begrijpen. Maar als je ziet waar Aprilia op sportief en organisatorisch vlak vandaan komt, dan kun je niet anders dan concluderen dat het een geweldig jaar is geweest voor de formatie uit Noale. De tijd moet uitwijzen of het een structurele stap is richting meer succes.

Aleix Espargaro lag in zijn thuisrace op het circuit van Barcelona op koers voor een korte uitslag tot hij een ronde te vroeg stopte.

Aleix Espargaro lag in zijn thuisrace op het circuit van Barcelona op koers voor een korte uitslag tot hij een ronde te vroeg stopte.

Jack Miller – 8/10

Dat Jack Miller dit jaar geen wereldkampioen zou worden, schreven we deze zomer al in het tussenrapport. De houding van de Australiër was echter voorbeeldig. Hij stelde zich op als de ideale teamplayer, was een belangrijke schakel voor Bagnaia én hij liet zijn toekomst bij Ducati niet afhangen van de beslissing van het management. Desondanks was Miller tot het eind van dit seizoen een gewaardeerde kracht, kreeg hij van Ducati het beste materiaal en de behandeling die elke rijder verdient tot het eind van zijn contract. Zijn zege in Japan was magistraal, zonder twijfel hét hoogtepunt uit de loopbaan van Miller. Het dieptepunt volgde in Phillip Island, waar de Aussie nota bene in de naar hem vernoemde bocht van zijn sokken gereden werd. Miller heeft zijn waarde bij Ducati dit seizoen bewezen en begint nu aan een nieuw hoofdstuk in zijn loopbaan. Na stints bij Honda en Ducati gaat hij aan de slag bij KTM.

Brad Binder – 8,5/10

Geef Brad Binder een fatsoenlijke motor en hij doet op wekelijkse basis mee om de prijzen en uiteindelijk de wereldtitel. Het is kritiek op KTM, maar meteen ook een aanmoediging. Met Binder heeft het merk namelijk een coureur van wereldklasse in huis die zich kan meten met de toprijders van deze wereld. KTM zit nog niet op dat niveau. Binder heeft het wat dat betreft heel aardig gedaan. Hij was een constante factor in de top-tien met een paar uitschieters in Qatar, Japan en Valencia. Feit is echter dat de kwalificatie beter moet voor Binder én KTM. De RC16 is niet best op de zachte banden in korte runs en het betekent dat de Zuid-Afrikaan op zondag vaak van ver moet komen om een korte uitslag te rijden. Dat maakt hem tot een gevreesde klant in de openingsronden, maar is anno 2022 niet de manier om echt succes te hebben in de MotoGP. Er is werk aan de winkel voor KTM, Binder moet op zijn beurt proberen die laatste stap te zetten. Misschien wordt 2023 dan het jaar van Brad Binder.

Alex Rins – 7,5/10

Suzuki lag op koers voor een roemloos afscheid uit de MotoGP. Na de bekendmaking dat het team er mee zou stoppen na de GP van Valencia, raakte het volledige team in een wak. Aan de hand van Alex Rins kroop de formatie er in de afgelopen maanden langzaam weer uit. De zege op Phillip Island was prachtig, zijn overwinning in Valencia een passend moment voor een spreekwoordelijke middelvinger richting de directie van het Japanse bedrijf. Suzuki hoort in de MotoGP thuis, bewees Rins. De Spanjaard was dit seizoen de beste man in het Suzuki-blauw en bracht het team de opkikkers die hard nodig waren. Aan het begin van het seizoen werd Rins nog getipt als mogelijke wereldkampioen, maar dat kwam er niet van. Dat hij zijn seizoen als zevende afsloot mag desondanks een knappe prestatie genoemd worden.

Alex Rins sloot het Suzuki-hoofdstuk af met een spreekwoordelijke middelvinger aan het adres van de directie.

Alex Rins sloot het Suzuki-hoofdstuk af met een spreekwoordelijke middelvinger aan het adres van de directie.

Foto: Dorna

Johann Zarco – 7/10

Winnen in de MotoGP is een voorrecht, het hoogst haalbare voor veel coureurs. Johann Zarco werkte in 2022 zijn zesde seizoen af op het hoogste niveau. Haalde hij een overwinning? Neen, weer niet. Zarco is een belangrijke spil in het succes van Ducati, maar zou een eigen succes inmiddels wel een keer verdiend hebben. In Silverstone was hij er nochtans dichtbij. Na de vierde vrije training, de sessie waarin coureurs hun racetempo testen, was hij de favoriet. Weer ging het mis. En toch scoort Zarco dit seizoen weer een dikke voldoende. De Fransman is namelijk precies de rijder die Ducati goed kan gebruiken. Hij pikt zijn podiumplekjes mee, test voor de fabriek veel nieuw spul en bewijst daarmee zijn waarde voor de fabriek. Die overwinning is nog zeker een wens, maar 2022 was niet het jaar voor Zarco. In 2023 dan maar…

Jorge Martin 6,5/10

Voor het seizoen leek Jorge Martin dé kandidaat om teamgenoot te worden van Bagnaia bij de hoofdmacht, maar zover kwam het niet. Natuurlijk werd hij in Qatar omver gereden door diezelfde Bagnaia, maar de punch die Martin in zijn debuutseizoen had, liet hij dit jaar te weinig zien. Ten opzichte van Bastianini leverde Martin niet genoeg om kans te maken op promotie. Het nieuws dat hij (in ieder geval) nog een jaar bij Pramac Ducati moet rijden kwam toch vrij hard aan. Martin herpakte zich in het laatste kwart van het seizoen met een paar podiumplekken, ook in de kwalificaties toonde hij zijn klasse. Afgezien van alle rumoer is hij op pure snelheid een van de beste rijders in de MotoGP. Het op zondagmiddag omzetten in goede resultaten is geen sinecure gebleken. Dat is iets waar Martin voor volgend seizoen aan moet werken.

Miguel Oliveira – 6/10

Met twee magistrale overwinningen in Indonesië en Thailand is Miguel Oliveira de meest succesvolle KTM-rijder in de MotoGP. En toch is de Portugees vertrokken bij de formatie. Waarom? Omdat hij zich in zijn twee seizoenen bij de hoofdmacht van KTM nooit helemaal heeft kunnen ontpoppen tot de rijder waarvan iedereen dacht dat hij het was. Dit seizoen werd dat ook weer duidelijk. In de regenraces was hij een klasse apart, maar daarbuiten kon hij de middelmaat niet ontstijgen. Dat heeft net zoals bij Binder te maken met (het gebrek aan) snelheid in de kwalificaties, maar in de races kwam Oliveira ook niet zo sterk naar voren als zijn teamgenoot. Het is zonde dat Oliveira niet alles uit zijn periode bij KTM heeft kunnen halen, maar het vooruitzicht van een sterke coureur met een goed Aprilia-pakket is aanlokkelijk.

Miguel Oliveira is ijzersterk in de regen, maar dat ziet hij niet als eretitel.

Miguel Oliveira is ijzersterk in de regen, maar dat ziet hij niet als eretitel.

Foto: MotoGP

Maverick Viñales – 6,5/10

Even leek Maverik Viñales de Aprilia RS-GP helemaal uitgevogeld te hebben. In Assen, kort voor de zomerstop, behaalde hij zijn eerste podium in Italiaanse dienst. In Silverstone eindigde hij op de tweede plek, in Misano stond hij nogmaals op het podium. Dat kwam na een weifelende start van het seizoen waarin Viñales veel tijd nodig had om de RS-GP naar zijn hand te zetten. Maar na die drie podiums zakte het in rap tempo in bij Viñales. Hij scoorde nog tweemaal een top-tien in de laatste zes races. Op Phillip Island viel hij uit, in Maleisië kwam hij ten val en in Valencia werd het team getroffen door grote technische problemen. Weer een nulscore. Viñales heeft dit seizoen verbetering laten zien, maar is nog niet de coureur die we allemaal zo graag zien.

Luca Marini – 7/10

Als vijfde fabrieksrijder van Ducati lag er dit seizoen best wel wat druk op de schouders van Luca Marini. De Italiaan had aan het begin van het seizoen moeite die belofte in te lossen. Na een test halverwege het seizoen zette de coureur een stap en werd hij een vaste waarde in de top-tien. Hij slaagde er als een van de weinige Ducati-rijders niet in om een podium te scoren. Dat is een gemis, maar Marini eindigde wel zes keer in de top-zeven van een race. Het gebrek aan directe successen heeft er onder meer voor gezorgd dat Marini het volgend seizoen moet doen met een GP22, de machine waar hij dit jaar mee eindigde. Dat dat geen probleem hoeft te zijn, liet Enea Bastianini dit jaar meermaals zien.

Marc Marquez – 7/10

Maar liefst acht races stond Marc Marquez dit seizoen aan de kant. In het voorjaar met diplopie, een aandoening aan zijn ogen die terugkwam na een flinke crash in Indonesië. Na de GP van Italië lag hij er nog eens zes races uit door een vierde operatie aan zijn arm. In Aragon speelde Marquez bij zijn terugkeer direct een rol in de val van Fabio Quartararo én even later Takaaki Nakagami, maar sindsdien heeft de Spanjaard duidelijk beterschap getoond. Natuurlijk was het podium in Australië een belangrijke opsteker, maar de verbetering is vooral zichtbaar in de maniertjes die Marquez kan gebruiken op de Honda RC213V. Hij is er nog niet, geeft Marquez zelf ook toe. Maar het geloof dat hij kan terugkeren op topniveau is weer terug. Nu Honda nog.

Marco Bezzecchi – 7,5/10

Rocksterren in de motorsport, ze bestaan nog. Met zijn haardracht doet Marco Bezzecchi een beetje denken aan de bekende gitarist Slash. In tegenstelling tot Guns ’N Roses scoort Bezzecchi echter nog wel regelmatig een hit. Zijn eerste top-vijf kwam in Mugello, maar de doorbraak volgde op het TT Circuit. Een racerscircuit pur sang, Bezzecchi genoot met volle teugen. Hij zette opleidingsgenoot Bagnaia nog even onder druk, maar nam genoegen met de tweede plek. Nog indrukwekkender waren de twee vierde plekken op Phillip Island en Sepang, circuits waar het wereldkampioenschap enige tijd niet was geweest en waar Bezzecchi nauwelijks ervaring had. De rookie van het jaar heeft gewoon een prima seizoen achter de rug. Een 7,5.

Marco Bezzecchi eerde de oude meester na zijn eerste MotoGP-podium in Assen.

Marco Bezzecchi eerde de oude meester na zijn eerste MotoGP-podium in Assen.

Foto: Gold and Goose / Motorsport Images

Joan Mir – 5/10

De woede die Joan Mir voelde na het schokkende bericht dat Suzuki uit de MotoGP zou vertrekken, heeft hij niet om kunnen zetten in positieve energie. Een vervelende enkelbreuk hield hem een aantal races aan de kant, maar ook na zijn terugkeer kon Mir de middelmaat niet ontstijgen. Met slechts een vijftiende plek in het eindklassement presteerde Mir dit seizoen ondermaats, ook als we de omstandigheden in acht nemen. Mir kreeg het dit seizoen niet bepaald cadeau, een tweejarig contract bij Honda stemt in deze fase van de Japanse fabrikant ook al niet heel erg positief. Het is te hopen dat Mir de handschoen volgend seizoen kan oppakken, maar het gaat een grote uitdaging worden voor de wereldkampioen van 2020.

Pol Espargaro – 4,5/10

Het MotoGP-seizoen duurde heel erg lang, maar voor Pol Espargaro duurde het nog wel iets langer. De Repsol Honda-coureur stond op het podium in Qatar en dacht aan grote dingen, maar het kwam er geen moment van. Het werd een vreselijke lijdensweg voor de Honda-man, die zich niet serieus genomen voelde bij Honda. De updates die Honda bracht kreeg hij niet meer; toen Marquez weer van de partij was schoven alle engineers weer richting de oud-wereldkampioen. Espargaro raakte op een zijspoor en sprokkelde hoogstens nog wat punten in de tweede helft van het seizoen. Verrassend dat hij het tij niet kon keren bij Honda? Neen, niet bepaald. De problemen bij Honda zijn veel groter dan we tot voor kort dachten. Espargaro was niet het antwoord op de vraag om het te veranderen, zoveel is duidelijk. De Spanjaard was meteen enthousiast bij zijn terugkeer op de KTM RC16. Hopelijk kan hij daar in 2023 weer iets van zijn klasse tonen.

Alex Marquez – 4/10

Naast Pol Espargaro raakte ook Alex Marquez op een zijspoor bij Honda. De LCR-rijder vond vroeg in het seizoen een gaatje om over te stappen naar Gresini Ducati en dat hield hem op de been in zijn laatste races met Honda. Het seizoen kon niet snel genoeg afgelopen zijn voor de Spanjaard, die snakt naar een nieuwe uitdaging. Op de momenten dat hij nog enigszins vooraan mee dreigde te doen ging het hopeloos mis. Op Phillip Island reed hij in een vlaag van verstandsverbijstering Jack Miller overhoop. We kunnen er kort over zijn, het seizoen was ondermaats van Marquez. De overstap naar Gresini Racing komt als geroepen, hopelijk kan Marquez daar tonen uit welk racehout hij echt gesneden is.

Alex Marquez reed Jack Miller omver op Phillip Island en verontschuldigde zich vrijwel meteen.

Alex Marquez reed Jack Miller omver op Phillip Island en verontschuldigde zich vrijwel meteen.

Foto: Gold and Goose / Motorsport Images

Takaaki Nakagami – 3,5/10

Het seizoen van LCR-rijder Takaaki Nakagami is er ook al een om snel te vergeten. Scoorde hij in de eerste helft van het seizoen nog een paar top-tien plekken, zijn meest memorabele moment was het aanstichten van een zware crash in de eerste bocht op het circuit van Barcelona. Nakagami liep daarbij zelf een blessure in zijn gezicht op. De tweede helft van het seizoen was helemaal slecht voor de Japanner. In Aragon was hij het ongelukkige slachtoffer van Marc Marquez, die met een stuk carbon in zijn achterwiel van de baan probeerde te komen. Nakagami ging onderuit en raakte geblesseerd aan zijn vinger. Hij keerde na een operatie terug in Japan, maar dat was geen handige beslissing. Inmiddels is Nakagami voor de derde keer onder het mes geweest en wacht hem in de winter een revalidatie. De Japanner heeft zijn plek in de MotoGP behouden, maar dat lijkt alleen maar te komen omdat er geen betere optie is. En Ai Ogura, de Honda-junior in Moto2, bedankte vriendelijk voor promotie. Nakagami moet volgend jaar fit blijven en beterschap tonen, dat is duidelijk.

Franco Morbidelli – 3/10

Franco Morbidelli keerde aan het eind van 2021 terug na knieproblemen. Die terugkeer is nog geen moment geslaagd geweest. Slechts twee keer eindigde Morbidelli dit seizoen in de top-tien. Dat is simpelweg ondermaats voor een Yamaha-fabrieksrijder. Hij heeft zijn stijl niet kunnen aanpassen op de machine die steeds meer naar de hand van Fabio Quartararo gezet is. Dat Yamaha daardoor nu al in een Honda-achtige situatie verkeert, is een veelgehoorde opmerking in de paddock. Of dat echt zo is, moet komend jaar blijken. Morbidelli had bepaalde momenten van optimisme, maar een doorbraak is er nooit gekomen. De reservekampioen van 2020 heeft nog tot eind volgend jaar een contract en moet er meteen staan om zijn plek te houden. Maar of het hem nu wel gaat lukken?

Fabio di Giannantonio – 6/10

Het debuutseizoen van Fabio di Giannantonio in de MotoGP was zoals je ‘m verwacht. Hoogte- en dieptepunten volgden elkaar op. De Gresini Ducati-rijder kende een aardige start met de pole-position in de Grand Prix van Italië als onbetwist hoogtepunt. Di Giannantonio moest van alle Ducati-rijders het meeste leren en had in theorie de minste ondersteuning bij Gresini Ducati. Met name halverwege het seizoen leek de Italiaan de smaak aardig te pakken te hebben, maar de stijgende lijn werd niet doorgezet. Hij kon niet tippen aan Marco Bezzecchi, maar was zijn andere rookies over het algemeen wel de baas. Aan het eind van het seizoen leek de rijder het helemaal gehad te hebben met de GP21, die ten opzichte van de huidige machine nog wel wat gebreken had. Niet geheel toevallig noemde ‘Diggia’ zijn eerste testdag met de GP22 de mooiste dag uit zijn carrière. Hopelijk kan hij de stijgende lijn volgend seizoen weer pakken.

Raul Fernandez – 4/10

Raul Fernandez begon het seizoen op een plek waar hij niet wilde zijn en dat hebben we het hele seizoen gezien. De Spaanse debutant wilde voor zijn KTM-dienstverband overstappen naar Yamaha, maar had nog een Oostenrijks contract en die zijn strikter dan andere contracten. Er zat niets anders op voor de reservekampioen uit het Moto2-kampioenschap dan zich te schikken in zijn rol bij Tech3. Daar beleefde hij zichtbaar weinig plezier. In zijn interactie met de media was de jonge Spanjaard nors, na een overwegend positieve dag kon er amper een glimlach af. Over de uitslagen kunnen we kort zijn. Twee keer een twaalfde plek, verder een paar puntjes gesprokkeld. Het was niet om over naar huis te schrijven. Bij RNF Aprilia gaat Fernandez zijn carrière vervolgen en het is te hopen dat hij daar beter voor de dag zal komen. Om met de woorden van zijn nieuwe teammanager Wilco Zeelenberg af te sluiten: “We gaan er werk aan krijgen om hem op te vrolijken.”

Remy Gardner –  4,5/10

Het was huilen met de pet op voor KTM Tech3-teambaas Hervé Poncharal want ook Fernandez’ teamgenoot presteerde bitter weinig in zijn eerste seizoen. Remy Gardner had als Moto2-wereldkampioen hoge verwachtingen van zijn debuut op het hoogste niveau, het niveau waar zijn vader Wayne in 1987 wereldkampioen werd. Er kwam weinig van terecht. Al snel bleek de KTM RC16 niet zo goed te zijn en Gardner had moeite zich aan te passen op de machine. Dat hij zich al vroeg in het seizoen negatief uitliet over de machine, hielp hem niet aan een langer verblijf. Dat zijn manager er later nog een schepje bovenop deed, was misschien wel de druppel die de emmer voor KTM deed overlopen. Het merk heeft inmiddels een reputatie dat het jonge, getalenteerde rijders uiterst discutabel behandelt. Met Gardner is het niet anders. De Australiër heeft zijn kop laten hangen en heeft met zijn houding misschien niet het beste signaal afgegeven, maar een debutant in de MotoGP verdient toch wel een tweede seizoen? Het zit er niet in en dus slaakte Gardner een zucht van verlichting toen hij in Valencia voor het laatst van de motor stapte. Volgend jaar rijdt hij voor Yamaha in het WK Superbikes.

Zie ook:

Darryn Binder – 6/10

Bij geen enkele andere rijder waren de verwachtingen dit seizoen zo laag als bij Darryn Binder. Vanuit de Moto3 opstappen naar de MotoGP is een flinke klus en dan ook nog met een motor die – met alle respect – niet meer voldoet aan wat nodig is op het hoogste niveau. Binder stond bovendien niet bekend als het grootste talent, maar had door contractuele zaken met het ter ziele gegane Sepang Racing Team nog een verbintenis en dus een plek in de MotoGP. In het licht van de genoemde omstandigheden en de extreem lage verwachtingen heeft Binder het vrij aardig gedaan. In de regenrace op Mandalika vocht hij met oudere broer Brad Binder en haalde hij zijn beste resultaat. Een tiende plek. Daartegenover staat dat Binder vaak tegen de vlakte ging, iets wat we van hem kennen uit eerdere Grand Prix-jaren. Over het algemeen heeft Binder wel redelijk gepresteerd, maar zijn MotoGP-avontuur is al na een jaar weer ten einde gekomen.

Darryn Binder was in 2022 de coureurs met de meeste crashes, maar deed het gezien de lage verwachtingen helemaal niet onaardig.

Darryn Binder was in 2022 de coureurs met de meeste crashes, maar deed het gezien de lage verwachtingen helemaal niet onaardig.

Foto: Gold and Goose / Motorsport Images

Iets aan te merken op de beoordeling? Zijn we te streng of juist te mild voor bepaalde rijders? Laat het weten in de reacties onder dit artikel.

Sluit je aan bij de Motorsport community

Praat mee
Vorig artikel Poncharal ziet keerzijde van MotoGP-sprintraces: “We bereiken de limiet”
Volgend artikel VIDEO: F1-coureurs krijgen spoedcursus MotoGP van Marc Marquez

Beste reacties

Er zijn nog geen reacties. Wil je er één schrijven?

Meld je gratis aan

  • Snel toegang tot je favoriete artikelen

  • Stel alerts in voor breaking news en je favoriete coureurs

  • Laat je horen met de reactiemodule

Motorsport prime

Ontdek premium content
Abonneer

Editie

Nederland