Horner: “Formule 1 snakt naar meer coureurs als Verstappen”

Verstappen stal anderhalve week geleden de show in de Grand Prix van Oostenrijk door zich na een slechte start terug naar voren te vechten en enkele ronden voor het einde Charles Leclerc te passeren voor de overwinning. De 21-jarige Red Bull-coureur bracht zijn aantal Formule 1-zeges daarmee op zes, terwijl hij en passant naar de derde plek in het kampioenschap klom. In de aanloop naar de Britse Grand Prix, die komend weekend plaatsvindt op Silverstone, sprak Christian Horner met de Britse pers, waarbij het ook even over het temperament van Verstappen ging.

Lees ook:

“Hij zit gewoon vol passie”, zegt Horner over Verstappen tegen onder andere Motorsport.com, op de vraag of de Nederlander wel eens boos wordt. De teambaas heeft de Limburger het incident met Esteban Ocon vorig jaar in Brazilië, waar hij de Fransman na de race een paar duwen gaf na tijdens de wedstrijd door hem in de rondte te zijn getikt, duidelijk vergeven. “Neem dat voorval met Esteban. Dat is een deel van de reden waarom mensen hem zo geweldig vinden. Hij is niet bang om het te zeggen zoals het is. Is dat iets slechts? Ik geef in ieder geval de voorkeur aan een coureur zoals hij, iemand met passie en vuur in zijn donder. De sport snakt naar meer coureurs zoals Verstappen.”

“Hij is anders dan alle andere rijders waarmee ik heb gewerkt”, vervolgt de Red Bull-teambaas zijn lofzang over zijn stercoureur. “Er zijn wel aspecten die vergelijkbaar zijn met andere rijders. Zo heeft Max dezelfde werklust als [viervoudig wereldkampioen] Sebastian Vettel, gezien de tijd die hij in de simulator doorbrengt. Hij geniet van wat hij doet en schuwt er niet voor om achter de schermen flink de schouders eronder te zetten met zijn engineers en met alle verschillende afdelingen in het team samen te werken om het maximale uit de auto te halen. Hij houdt oprecht van deze sport. Als hij een weekend vrij heeft, rijdt hij online een 24 uursrace. Dat toont nog maar eens aan hoeveel passie hij heeft voor het racen en hoeveel plezier hij eruit haalt.”

Met medewerking van Scott Mitchell