Analyse

Analyse: F1 verandert, vloeken in de kerk of redding van de sport?

De Formule 1 gaat op de schop. Om de kosten te drukken en om de sport spannender te maken, zijn er vergaande hervormingen doorgevoerd. Markeert dit een stap in de goede richting of is het pakket juist in strijd met het DNA van de sport? Motorsport.com analyseert.

Alex Albon, Red Bull Racing RB16

Foto door: Andrew Hone / Motorsport Images

Laten we vooropstellen – of je nu voor of tegen de veranderingen bent: dat er in tijden van corona eindelijk knopen worden doorgehakt, is positief. Zelfs knopen die lange tijd muurvast leken te zitten, die onoplosbaar leken. Een impasse dreigde. Privéteams als McLaren wilden drastisch in het budget snijden, maar dergelijke oproepen schoten bij Red Bull en Ferrari in het verkeerde keelgat. De Scuderia dreigde zelfs – hey, waar hebben we dat eerder gehoord? – met een vertrek uit de Formule 1. Maar zoals zo vaak wordt de soep niet zo heet gegeten als dat ze wordt opgediend. Er is een compromis gesloten waar alle partijen ogenschijnlijk mee kunnen leven. Zo heeft Ferrari bij de stemming zelfs ‘voor’ gestemd, blijkt uit informatie van Motorsport.com. Dat is al pure winst.

Dan naar de inhoud. Het budgetplafond gaat omlaag, naar 145 miljoen dollar in 2021. In de vier jaren daarna zal men de duimschroeven verder aandraaien tot 135 miljoen. Dit vraagt offers van teams (lees: gedwongen ontslagen) maar in deze coronacrisis overheerst toch het begrip. De Formule 1 krijgt immers met veel grotere uitdagingen te maken, rake economische klappen komen bovenop de hang naar elektrificatie. Om de boel levensvatbaar te houden in zo'n periode, moeten de budgetten omlaag. Als men die stap niet zou zetten, had men het risico gelopen dat teams de uitgang opzochten. En zonder Concorde Agreement stond diezelfde uitgang wagenwijd open. Met het salomonsoordeel van afgelopen week lijken alle teams best aardig te kunnen leven, waardoor dat doemscenario - in ieder geval voorlopig - is afgewend. Op zichzelf ook weer goed nieuws.

Een verkapte 'balance of performance' in F1

Maar daarmee is de kous nog altijd niet af. Want naast het budgetplafond zijn er meer kostenbesparende maatregelen doorgevoerd. En juist die roepen tweespalt op en bij de hardcore fans zelfs onbegrip. Voor die laatste doelgroep staat iets als een ‘balance of performance’ gelijk aan vloeken in de kerk. En die richting gaat de Formule 1 met dit pakket aan maatregelen toch een beetje op. Het is weliswaar minder opzichtig dan strafgewicht of soortelijke ingrepen, maar het zogenaamde aero-handicapsysteem is wel een verkapte poging om het veld dichter bij elkaar te brengen. Mindere goden krijgen meer windtunnel- en ontwikkelingstijd toegekend dan topteams, allemaal om de kloof te dichten.

Tekst gaat verder onder de foto:

 

 

Hierdoor vormen de doorgevoerde veranderingen niet alleen een financieel verhaal. De coronacrisis is ook aangegrepen om de boel sportief op de schop te gooien. Het moet spannender, zoals de Amerikaanse eigenaren al langer willen. Desnoods op een kunstmatige manier. En ja, dat is een trendbreuk met het verleden en misschien tegen het DNA van de sport. Maar is dat erg? Of moet dat DNA misschien ook ietsie veranderen in coronatijd? Dat laatste is helemaal niet zo'n gek idee. Voor relevante technologie – het argument dat vaak wordt aangedragen door critici – is de Formule 1 al lang niet meer de enige klasse waar automerken naar kijken. Het benoemen van de Formule E  is in dat opzicht al voldoende, zeker omdat de hybride F1-motoren dermate complex zijn dat je de relevantie hier en daar wel in twijfel kunt trekken. Dat geldt al helemaal voor de uit de kluiten gewassen aerodynamica en de relevantie daarvan voor een doorsnee straatauto.

Het kostenplaatje en de kans op succes

Daar komt bij dat er een prijskaartje hangt aan de benoemde factoren. Een fors prijskaartje bovendien. Dat werkt allereerst grotere verschillen in de hand op de baan, tussen zij die wel met geld kunnen smijten en zij die dat in mindere mate kunnen of willen. De termen Formule 1B of ‘best of the rest’ zijn niet voor niets ingeburgerd onder coureurs en binnen teams. Het speelveld wordt steeds iets minder gelijkwaardig. Dat die ontwikkeling gepaard gaat met stijgende kosten, is linke soep bij iedere (volgende) crisis. Grote moederbedrijven moeten dan immers mensen ontslaan en zullen ook onherroepelijk een kosten-batenanalyse loslaten op het F1-project. Met steeds hogere kosten wordt de kans op een gunstige uitkomst steeds iets kleiner.

Dat traditieteams als Williams het water nu al tot aan de lippen staat - over het boekjaar 2019, dus nog vóór corona - en dat meer teams speetjes dreigen te worden van miljardairs als Stroll, Latifi of Mazepin zijn daar indirecte gevolgen van. Een recent persbericht maakt dit nog eens helder: "Er bestaat een enorme kloof tussen de inkomsten en uitgaven van de drie topteams en de rest van de grid", legt Williams de vinger op de zere plek. "Maar wij gaan ervan uit dat de toekomstvisie van Liberty een gelijkwaardiger speelveld creëert vanaf 2021." Er is dus vertrouwen in de genomen maatregelen. Dat vertrouwen is er bij Renault ook, dat team heeft toegezegd langer te blijven. Toch is dit nieuws nog niet zaligmakend. Het is niet voor niets dat Cyril Abiteboul – wat je ook van de beste man vindt – veelvuldig aan de bel trekt. Als kosten de pan uit blijven rijzen, valt dat voor hem niet oneindig te verdedigen bij het moederbedrijf.

Zeker niet als succes nagenoeg onbereikbaar is voor alle teams met een kleinere portemonnee. Juist hierdoor staan beide elementen allerminst los van elkaar: de oplopende kosten en de verminderde kans op succes horen bij elkaar. Of om het om te draaien: kostenbeperking en een grotere kans op succes gaan hand-in-hand. Beide facetten hebben deze nieuwe reglementen gekleurd en dragen zodoende bij aan een fraaier toekomstperspectief voor minimaal zeven van de tien teams. En beide facetten dragen zo bij aan een duurzamere sport - in de zin dat teams waarschijnlijk niet rap weglopen.

Tot slot mag niet worden vergeten dat de racerij – ook de Formule 1 – voor veel mensen een vorm van entertainment blijft. En voor de marktwaarde van entertainment zijn onvoorspelbaarheid, spanning en het hebben van verschillende winnaars van groot belang. Het maakt de sport aantrekkelijker voor een groot publiek en op die manier ook voor sponsoren. In dat opzicht zijn die Amerikanen zo gek nog niet en lijkt het huidige compromis juist een stap in de goede richting. Sportief en commercieel, die dingen gaan in dit geval samen. En ja men mag het DNA van F1 daarbij niet verloochenen en ja het blijft dansen op een flinterdun koord, maar de huidige stappen lijken eerder een duwtje in de goede richting dan een vrije val in het ravijn. In dat opzicht is de coronacrisis vooral een ‘reality check’ gebleken, zeker voor de Formule 1.

Sluit je aan bij de Motorsport community

Praat mee
Vorig artikel Horner: Vettel kan hoofdpijndossier worden voor Mercedes
Volgend artikel F1-fabrieken gaan weer open: Zo werkt 'het nieuwe normaal'

Beste reacties

Er zijn nog geen reacties. Wil je er één schrijven?

Meld je gratis aan

  • Snel toegang tot je favoriete artikelen

  • Stel alerts in voor breaking news en je favoriete coureurs

  • Laat je horen met de reactiemodule

Motorsport prime

Ontdek premium content
Abonneer

Editie

Nederland