Analyse

Analyse: Hoe Formule 1-teams omgaan met het nieuwe budgetplafond

Formule 1-teams hebben vanaf dit jaar te maken met een budgetplafond. Hoe gaan de verschillende formaties daarmee om en wat merken fans er op het circuit precies van? Motorsport.com analyseert de nieuwe financiële regelgeving en legt uit waarom het grote effect pas in 2022 te zien zal zijn.

Startgrid

Foto door: Glenn Dunbar / Motorsport Images

Liberty Media streeft naar een gelijkwaardig(er) speelveld in de Formule 1. In sportief opzicht moet het zogenaamde 'aero handicap'-systeem helpen, waarbij topteams minder tijd in de windtunnel krijgen toebedeeld. Op financieel vlak moet het budgetplafond soelaas bieden. Die regel is vanaf dit jaar van kracht en schrijft voor dat teams maximaal 145 miljoen dollar mogen spenderen - de motorische kosten, salarissen van beide coureurs en die van de bestbetaalde teamleden niet meegeteld. De grens gaat gaandeweg omlaag. Zo mogen teams in 2022 nog maar 140 miljoen dollar uitgeven en komt de bovengrens in 2023 op 135 miljoen.

Het is een maatregel die met name de drie topteams zal raken. Mercedes, Red Bull Racing en Ferrari acteerden immers ruim boven dat budgetplafond. Het maakt dat die formaties anno 2021 creatief moeten zijn. Zo zoekt Ferrari de verbinding met Haas, waar Mick Schumacher is gestald, en probeert Mercedes zoveel mogelijk mensen binnen het eigen concern aan het werk te houden. Dat laatste is van groot belang, ook al worden die mensen overgeplaatst naar non-F1-afdelingen. Het voorkomt in ieder geval een verlies aan kennis en - nog erger - het verlies van kennis aan concurrenten. "Onze grootste uitdaging zit zonder meer in de nieuwe en veel strengere financiële regels", liet James Allison dan ook weten in zijn voorbeschouwing op 2021.

De technisch directeur van Mercedes weet gezien zijn achtergrond bij Ferrari als geen ander hoe funest kennisoverdracht naar een ander team kan zijn. Het Zuid-Duitse merk heeft er derhalve alles aan gedaan om precies dat te voorkomen. "We hebben allereerst heel goed gekeken hoe we die financiële regels moeten interpreteren. Daar is in 2020 al veel tijd in gestoken en in de wintermaanden nog veel meer. Vervolgens hebben we er alles aan gedaan om eventuele kansen binnen die regels te benutten. Als je heel precies weet wat er in de regels staat, dan zie je altijd wel kansen. Tot slot hebben we onze organisatie aangepast aan de regels om helemaal klaar te zijn voor dit nieuwe F1-tijdperk en om het maximale eruit te halen."

Onderliggende structuur nog belangrijker, pijnlijk voor Ferrari?

Mercedes heeft als significant voordeel dat de onderliggende structuur behoorlijk staat en dat Toto Wolff de touwtjes als teambaas ook strak in handen heeft. Beide facetten markeren een groot verschil met Ferrari. Daar is het leiderschap van Mattia Binotto, die verschillende petten op heeft, niet onomstreden en is de onderliggende structuur in de voorbije jaren evenmin goed gebleken. De Scuderia kon dat deels compenseren door met geld te smijten, maar die luxe is er vanaf nu niet meer. Of zoals voormalig Renault F1-baas Cyril Abiteboul terecht vaststelt: "Dit is eigenlijk een grote paradigmaverschuiving van 'wie geeft het meeste geld uit' naar 'wie geeft de beperkte middelen het best uit'. Het is een nieuwe werkwijze, eentje die een goede planning, het goed managen van de uitgaven en het goed managen van talent moet belonen."

"Het budgetplafond is ook meteen een project van drie jaren, de grens gaat steeds iets verder omlaag", voegt McLaren CEO Zak Brown toe. Het bij Ferrari ontbrekende fundament lijkt bij zijn formatie juist wel in orde. Zo is er dankzij Andreas Seidl en James Key beduidend meer sturing gekomen in de voorbije jaren. "We zijn klaar voor 2021 en hebben alvast plannen voor 2022 en 2023 gemaakt", vervolgt de Amerikaan dan ook vol vertrouwen. Dat vertrouwen is eveneens te merken bij Piers Thynne, productieleider van het team uit Woking. "Maar het zal wel een iets andere aanpak vergen, ook zeker van ons. Er is namelijk een sterk verband tussen de kosten en de prestaties. Dus ja, we moeten aan het budgetplafond voldoen, maar idealiter zonder in te boeten qua prestaties. Je kunt niet zomaar een goedkopere auto maken, dat levert ook onherroepelijk een langzamere auto op." Het gaat dus om een efficiëntieslag: met minder mensen of in ieder geval met minder uitgaven tot hetzelfde resultaat komen.

Voor kleinere teams gaat die vlieger niet zozeer op, zij zien dit juist als een mooie kans om de kloof naar voren te dichten. Zo heeft Williams al aangegeven met het maximumbedrag van het budgetplafond te kunnen werken. Ook voor Aston Martin geldt dat. De formatie uit Silverstone ziet nog een extra voordeel: de equipe profileert zich graag als 'het meest efficiënte team van de grid' en denkt daar onder het nieuwe reglement vruchten van te plukken. "De topteams zijn de laatste jaren toch een soort van dinosaurussen geweest, maar ook zij moeten nu kleiner en efficiënter worden. Dat is al jarenlang onze kracht. De grotere teams komen nu als het ware naar ons toe", legt technisch directeur Andy Green uit. Voor zijn team verandert er niet zo veel. "Wij werken al jaren op dit niveau en doen dat volgens mij best aardig. Daarmee zeg ik niet dat het niet beter kan, maar alleen dat wij er aan gewend zijn." Een nieuwe fabriek te Silverstone, die in augustus 2022 af moet zijn, kan helpen om de gang van zaken bij Aston Martin verder te verbeteren. "Veel dingen die we eerst moesten uitbesteden, kunnen we straks zelf maken. Dat zal de efficiëntie verhogen en de aanlooptijd van bepaalde onderdelen verkorten."

Echte effect pas in 2022 te zien: Ontwikkeling van nieuwe auto

Rest alleen nog de vraag wat we er op het circuit van merken. Voor 2021 luidt het eerlijke antwoord: nog niet zoveel. Dat komt doordat dit seizoen in grote lijnen een voortzetting van het voorbije jaar wordt en doordat TCO-onderdelen niet meetellen voor het budgetplafond. Dat laatste behoeft enige uitleg. TCO staat voor Transitional Carry Over, kort gezegd een door de FIA opgestelde lijst met allerlei onderdelen die teams meenemen uit 2020 en die zodoende niet onder het budgetplafond vallen. "Er zijn inderdaad veel onderdelen die we in 2020 al hebben gebruikt en die we dit jaar weer gebruiken, zonder daarvoor nieuwe concepten te ontwerpen. We hebben die overlap eerlijk gezegd zo groot mogelijk gemaakt, tot interne delen van de versnellingsbak en onderdelen van de ophanging aan toe", legt McLaren-man Thynne uit.

Dit geeft teams iets meer financiële armslag. In combinatie met stabiele reglementen valt de schade voor het seizoen 2021 dus nog te overzien. De echte gevolgen komen pas in 2022 aan het licht. Voor die jaargang gaat het Formule 1-reglement op de schop en moeten teams een compleet nieuwe auto ontwikkelen. Juist dan komt het budgetplafond om de hoek. Bij die compleet nieuwe auto moeten teams immers wel keurig binnen de lijntjes van de financiële regelgeving kleuren. Dit heeft overigens al wel enig effect op dit jaar: de middelen zijn nu al beperkt, waardoor de (aerodynamische) doorontwikkeling van de 2021-auto op enig moment moet worden stilgelegd ten faveure van 2022. "Ja, maar de echte test komt voor teams pas bij het ontwikkelen van de 2022-auto", weet men bij McLaren. Het aankomende seizoen belooft meer van hetzelfde te worden, maar richting 2022 wordt het budgetplafond een factor van belang. Het maakt de zaak nog onvoorspelbaarder en dus nog fascinerender om te volgen.

VIDEO: Tom Coronel blikt vooruit op het Formule 1-seizoen 2021

Sluit je aan bij de Motorsport community

Praat mee
Vorig artikel Binotto voelt zich gesteund: “Maar krijg niet eeuwig de tijd”
Volgend artikel Bouw van omstreden F1-circuit in Rio de Janeiro van de baan

Beste reacties

Er zijn nog geen reacties. Wil je er één schrijven?

Meld je gratis aan

  • Snel toegang tot je favoriete artikelen

  • Stel alerts in voor breaking news en je favoriete coureurs

  • Laat je horen met de reactiemodule

Motorsport prime

Ontdek premium content
Abonneer

Editie

Nederland