Kvyat: "F1 moet individuele gevallen aanpakken, geen nieuwe regels creëren"

Tijdens het Grand Prix-weekend in Amerika kondigde de wedstrijdleiding harde maatregelen aan voor rijders die tijdens het verdedigen in de remzone van hun lijn afwijken. Deze maatregel werd ingevoerd als antwoord op de verdedigende tactiek van Max Verstappen, die bij veel coureurs niet in goede aarde viel. Menigeen was tevreden met de nieuwe gang van zaken.

Toro Rosso-coureur Kvyat is echter geen voorstander. De Rus vindt de maatregel haaks staan op de doelstelling om de rijders meer vrijheid te geven in duels op de baan: “Als ze dit doen vanwege een bepaalde rijder, hadden ze de kwestie individueler moeten aanpakken. Bestraf gewoon de rijder waarvan zij denken dat hij teveel beweegt in de remzone”, stelde Kvyat. “Een nieuwe regel zorgt voor minder vrijheid voor de rijders. Dit jaar begonnen we met meer ruimte om te racen maar nu wordt het weer steeds strikter. Het lijkt erop alsof men vergeet wat ze zelf in een eerder stadium aangekondigd hebben. Wat betreft deze regel heb ik geen sterke mening. Ik weet het niet, misschien worden de inhaalacties wat minder op het scherp van de snede? Naar mijn mening moet je iemand bestraffen als er iets gebeurt. Als er niets gebeurt, zoals met andere rijders, deel dan ook geen straf uit. Maar om nou een heel nieuwe regel te maken… Ik weet het niet. Het had per geval behandeld moeten worden in plaats van nieuwe regels te verzinnen.”

Straf voor Magnussen te zwaar

Kvyat kreeg in Amerika een tijdstraf van tien seconden voor een touché met Sergio Perez. Vervolgens was de Toro Rosso-coureur betrokken bij een ander incident. Kevin Magnussen ontving een tijdstraf van vijf seconden - en twee strafpunten op zijn licentie - voor het buiten de baan inhalen van Kvyat. Volgens de Rus een buitensporig zware straf: “Die twee strafpunten zijn wat mij betreft nogal zwaar bestraft. Nogmaals, ik denk dat de gevallen veel individueler bekeken moeten worden. Ik had wel een tijdstraf verwacht, maar niet twee strafpunten. Ik had echt zoiets van: ‘Wow, waarom?’.”